Olieboeren

Ik betaal nu zo’n dikke rijksdaalder voor een liter loodvrije benzine. Niet dat me dat op enig moment heeft doen twijfelen de auto te laten staan, maar het is toch een smak geld. Inmiddels is men dit in Den Haag ook bewust en men wil nu de wegenbelasting gaan afschaffen of aanmerkelijk goedkoper maken. Dit idee juich ik toe.

Tenslotte is een auto pas hinderlijk voor anderen wanneer hij uit de garage rijdt, dus de verhoging van de variabele kosten mogen best de kosten van de wegenbelasting afdekken bij een normaal gebruik van de auto. Worden de grootgebruikers – waaronder de snelle bedrijven die jongeren lokken met een vette leasebak en vervolgens deze medewerkers dagelijks drie uur in hun eentje het interieur van hun middenklasser laten bewonderen – ook eens gestraft. Van de week hoorde ik weer iets nieuws op het oliefront. De OPEC-landen hebben besloten de productie van olie te laten stijgen om de olieprijzen wat te temperen tot een niveau van tussen de 20 en 25 dollar per vat van 159 liter. Nu zit deze prijs zo rond de 30 dollar. Deze prijs heeft niets te maken met hetgeen ik dus moet betalen aan de pomp, want na twintig liter benzine is deze prijs voor een heel vat reeds betaald. Nee, de rest gaat naar de raffinaderijen, de logistiek, de groothandel, de pomphouder en vooral naar het rijk. Kwartjes van Kok en guldens van Netelenbos. Nu zou je met deze prijsdaling moeten denken: hoera de prijs van olie gaat naar beneden, dus ik ga minder aan de pomp betalen. Dat dacht je. Doodleuk werd meegedeeld dat dit voorlopig nog niet het geval zou zijn. De olieraffinaderijen zullen eerst hun voorraden weer op peil moeten brengen, voordat de goedkopere olie aan de pomp verkocht kan worden. In de zomer gloort de prijs van een € per liter pas weer. Een ingehouden vloek kon ik nauwelijks onderdrukken. Wanneer Sultan Piet van Arabie vandaag één cent meer rekent voor een kubieke meter benzine, krijg ik de volgende dag dit direct doorberekend in een verhoging van pakweg het dubbele daarvan per liter. Nu gaan die linke olieboeren hun olievoorraden eerst op peil brengen. Dat betekent dus dat wij al die tijd benzine voor een riks hebben getankt die wellicht vorig jaar tegen een fractie van het bedrag is geproduceerd. De lachende derde met dit soort ontwikkelingen zijn dus alleen de grote olieproducenten. En wij hier in dit landje maar creatief boekhouden om de consument nog van zijn geliefde blik te laten genieten. Wij, die druk bezig zijn met zegeltjes plakken en punten verzamelen voor handdoeken en prullaria om ons nog verder te laten verwurgen door dit stinkende grootkapitaal. Nee, het wordt tijd dat we op water gaan rijden.
Dan heeft onze Prins tenminste de touwtjes in handen.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht

Eén antwoord op “Olieboeren”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *