Vorige week is er een meisje van 15 vermoord. Waarschijnlijk een zedenmisdrijf. En wat gebeurt er binnen no-time: de roep om een stille tocht. Overgewaaid uit België na die verschrikkelijke Dutroux-affaire lijkt elke gemeenschap bij de minste onverwachte inbreuk op de samenleving een aanleiding te vinden hun post-traumatische ervaringen eruit te wandelen.
En dat kan ik me dan nog voorstellen bij een gebeurtenis waarbij de gehele gemeenschap getroffen is, maar voor een ‘simpele’ moord? Hoe komt dit toch? Gelukkig waren de ouders verstandiger en lieten blijken hier, terecht, niets voor te voelen. Ga ik mezelf na dan voel ik me ook in het allerminst aangetrokken om me aan te sluiten bij een kudde droefkijkende wandelaars met bloemen, wanneer er weer een meisje of taxichauffeur vermoord wordt teruggevonden. Ik verwerk mijn ontzetting wel individueel in de wetenschap dat je er toch niets aan kunt veranderen. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik ben “Het Bureau” van Voskuil aan het lezen en in dit boek gaat het over een instituut wat volksgewoontes onderzoekt. Wanneer ik, absoluut gespeend van enige wetenschappelijk benul, dit in die trend wil vertalen dan denk ik dat de roots van de stille tochten terug te vinden zijn in de processies die elke katholieke parochie tot voor de 2e wereldoorlog met vaste regelmaat organiseerden. Dat waren weliswaar feestelijke optochten, vaak gericht op de hoop op voortbrenging van een goede oogst, maar ook met een ondertoon van bezinning. Dat was wel efficiënt van die pastoor. Hij trakteerde de gemeenschap op een broederlijk feest, hij kon zo ook de lijntjes weer eens wat strakker aantrekken en hij dwong de gemeenschap zich over een aantal zaken te bezinnen. Keurig georganiseerd op een mooie lentedag. Overigens wel iets waar blijkbaar behoefte aan was, vooral bij de eenvoudige klasse. Door de secularisatie zijn al deze gewoontes verwaterd of zelfs geheel verdwenen. Toch duikt het in de variant van de stille tocht weer op. Nog enigszins zonder een vast patroon en erg event-driven zien we steeds vaker deze vorm van processie op TV langs ons heen trekken. Lange rijen met mensen die somber voor zich uit kijken, soms met wat bloemen in hun hand. De tocht is vooral stil. Het voordeel hiervan is dat de rauwe gevoelens die het drama heeft losgemaakt niet ongecensureerd de wereld in worden geslingerd. Aan enige overige regie ontbreekt het meestal, in tegenstelling tot de rigide organisatie die de pastoor er destijds op nahield. Het gevolg is dat de stille tochten eigenlijk als een nachtkaars uitgaan en er een onbevredigende leegte ontstaat door het gebrek aan een apotheose. De roep om saamhorigheid na een drama is er, maar in een erg onbeholpen vorm. Hieruit blijkt dat vooral ongeruste en angstige mensen die voor hun collectieve gevoelens geen uitlaatklep meer hebben zich wenden tot deze vorm van massa hysterie, al is het er wel rustig. Ze zegen dat we een nuchter volk zijn, maar nog even en we krijgen na Jomanda een TV-dominee…..