Deze column is destijds niet uitgezonden i.v.m. de moord op Pim Fortuyn
Onlangs zag ik op de televisie een land, ik meen Uganda, waar verkiezingen werden gehouden. Je zag lange rijen met arme Afrikanen uren staan wachten in de brandende zon om hun stem te kunnen uitbrengen. Vaak keerden ze ’s avonds onverrichter zaken terug omdat het stembureau soms letterlijk voor hun neus werd gesloten. Dat betekende weer een dag in de rij staan, want de verkiezingen daar duren een aantal dagen.
Niet zoals bij ons waarmee met een druk op de knop alles ligt vastgelegd en binnen no-time de uitslag bekend is. Hoewel arm zijn deze mensen zich ten volle bewust van het kiesrecht. Wanneer ze op deze wijze hun mening niet kunnen uiten, weten ze maar al te goed dat het weer een periode kan betekenen van onderdrukking, geweld of vernedering. De belangen zijn voor deze mensen erg groot. In Nederland ligt dit dus anders. Uit een onderzoek kwam naar voren dat vooral de wat minder opgeleide medemens niet politiek bewust is en dat deze groep ook de grootste groep thuisblijvers is bij de verkiezingen. Op de man af gevraagd geven ze grif toe dat ze er geen verstand van hebben en vanuit deze onzekerheid dus ook niet gaan stemmen. Ze zien dagelijks bij het journaal somber kijkende mensen met elkaar bekvechten in volstrekt onbegrijpelijke taal en het resultaat is altijd hetzelfde: er wordt een compromis gesloten waar niemand op zit te wachten en waarvan de gewone man schijnbaar niets van merkt. Dat komt dus omdat de afstand tussen de politiek en de gewone mens te groot is. In de opvoeding wordt geen aandacht gegeven aan politiek en op scholen heeft het ook geen prioriteit. We kiezen een parlement wat onze belangen vertegenwoordigt, maar we kennen van elke partij maar een paar mensen van TV en soms niet eens. Het zijn allemaal acteurs in een onwerkelijke film. De individuele onderscheiding van de politici is minimaal en vaak is het ook maar gewoon stemvee. Men moet opdraven om een besluit wel of niet ermee door te krijgen. Er wordt niet eens afgevraagd of het idee dat er ligt wel het idee is waarvoor de persoon gaat. In mijn ogen betekent het lidmaatschap van een politieke partij een fundament voor een bepaalde denkrichting, maar moet er ook ruimte zijn om je eigen principes te kunnen volgen. Uiteraard moeten die in het algemeen wel stroken met het partijstandpunt, anders hoor je niet bij zo’n club thuis. Dit maakt de gewone man onverschillig en onzeker en voor hem lijkt het allemaal niets uit te maken. Maar op een gegeven moment is men het toch beu en gaat men tegen dit establishment protesteren. Nu onder aanvoering van Pim Fortuyn wordt er in de publieke opinie gepookt en het maakt het publiek wat wakkerder. Toch worden hier oneigenlijke sentimenten aangeroerd, hoewel door de politiek zelf opgeroepen. Doordat de politiek niet in staat is gebleken een menselijk gezicht te trekken en hun bereikte doelen te verkopen, keert het publiek zich af. De burger beseft niet dat Nederland ondanks voelbare problemen in het onderwijs, de zorg en het verkeer behoort tot de best georganiseerde, rijkste landen van de wereld waarin de burger in het algemeen het nog nooit zo goed heeft gehad. En dat zijn toch ook resultaten van die somber kijkende onbegrijpelijke bekvechtende TV-tijdverslindende politici. Aangewakkerd door het rechtse orakel Fortuyn verscherpen nu de standpunten en lijkt een nieuwe regering na 15 mei onmogelijk. Maar in mijn ogen is dit het schudden aan een boom vol kraaien. De kraaien vliegen op om na een paar minuten weer rustig op dezelfde tak terug te keren. Ga dus toch maar stemmen op 15 mei, maar bedenk goed dat een proteststem niets oplost en dat het een groot voorrecht is dat je mag stemmen. Stemmen dus, want het landsbelang is uw belang.
{mp3remote}http://cloud.rinuskrijnen.nl/files/Mijmeringen/020511ErgernisRK.mp3{/mp3remote}