De wereld is aan het globaliseren en veel mensen maken zich daar druk om. Aan de ene kant is het handig, want volkeren groeien dichter naar elkaar, verstaan elkaar beter en kunnen beter met elkaar samenwerken en handelen.
Dat lijkt allemaal prachtig, maar het grootste effect van de globalisering is toch een grijze deken die over de wereld wordt uitgespreid. Voorbeelden van deze globalisering is het feit dat in de prille jeugd reeds op de basisschool al Engels wordt gegeven. Het onderwijssysteem houdt er dus eigenlijk al rekening mee dat onze eigen moerstaal een soort Europees dialect gaat worden. Neem nu de munteenheid. Nog even en we houden drie munteenheden over: de euro, de yen en de dollar. Wachten we nog een paar jaar dan hebben we uitsluitend nog dollars in de knip. Neem ook de winkelstraten in de hoofdsteden en belangrijke provinciesteden. Allemaal dezelfde winkelketens wereldwijd. Men is er zelfs nog trots op dat een hamburger in Hong Kong hetzelfde smaakt als in Hawaii. Maar het ergste is dat de echte culturele verschillen ook gaan verdwijnen. De westerse wegwerpmaatschappij komt nu ook in handen van de voormalige arme landen hetgeen betekent dat typische streek- en landskenmerken van volkeren misschien nog als folkloristische zaken worden bewaard of uitgevoerd, maar niet meer horen tot de moderne samenleving. Verder speelt er vaak ingegeven door oorlog en ellende een mondiale verhuisgolf plaats die groter is dan de grote volksverhuizing ten tijde van Atilla de Hun. Het gevolg is dat de maatschappijen multicultureel worden en men hoe langer hoe meer tweetalig of drietalig wordt opgevoed, waarbij het Nederlands in onze streken een noodzakelijk kwaad lijkt. Ook de keuken verschraalt en allerlei buitenlandse keukeninvloeden worden vermengd, waardoor een aantal van oorsprong Italiaanse of oosterse gerechten vormloos geglobaliseerd worden tot een mondiale brei. Ìk ben nog uit de tijd dat ik voor mijn 8e levensjaar nog nooit een zwarte neger in werkelijkheid had gezien en heb ook de eerste generaties gastarbeiders zien arriveren in Dongen. Met open armen werden deze ontvangen. Van de ARBO had nog nooit iemand gehoord en de mensen waren niets gewend; dus lieten zich in barakken veel te dicht op elkaar in een soort internaten opsluiten. De open armen waren er omdat we ze nodig hadden. Toen een aantal jaren later de economie wat slechter ging draaien en deze mensen vanwege een gebrek aan scholing, talenkennis en integratie als eerste aan de kant werden geschoven was Leiden in last. Verder bepalen hoe langer hoe meer de grote multinationals de gang van zaken. Zo kun je president van de Verenigde Staten worden met steun van grote olieboeren, maar er wordt wel degelijk iets voor terugverwacht. Ook softwareleveranciers krijgen hoe langer hoe meer grip op de mondiale markt. Tegen aantrekkelijke tarieven wordt software op de markt gebracht en wanneer iedereen zich hieraan heeft verbonden gaan ze de licentieprijzen opvoeren. Zo wordt je mondiaal digitaal gewurgd. Misschien moeten we maar wat meer terug naar onze goede ouwe kneuterigheid, met koeien in de wei in plaats van stronttechnisch Europese regelgeving verantwoord in de stal. Ik ben alleen bang dat het globaliseringsspook dat alle kleur wegneemt hoe langer hoe meer ons in de macht krijgt.