Al weer een jaar of zes zeven geleden is de chipknip ingevoerd, een plastic betaalmethode die vooral bedoeld is om op plaatsen te kunnen betalen waar het over kleine bedragen gaat.
Je laadt de chipknip op in één van de vele oplaadpunten of met een apparaatje thuis en je kunt hiermee in winkels, marktplaatsen, parkeerplaatsen, kantines etc mee betalen. Op zich een handig hulpmiddel, want de winkelier hoeft hiervoor niet direct een verbinding te maken met de bank (of eigenlijk Interpay), waardoor de transactiekosten laag zijn. De voordelen voor de consument zijn dat je niet meer naar muntjes hoeft te zoeken, je niet veel geld op zak hoeft te hebben en er daardoor een dunnere portemonnee ontstaat. Het weghalen van een pasje met een pinsaldo is echter gelijk aan diefstal van baar geld. Je chipkaart laat niet dusdanige sporen na dat je de kaart kunt blokkeren. Het hulpmiddel lijkt allemaal erg handig, maar aanslaan doet het niet echt. Dat komt door een aantal zaken. Om te beginnen waren er twee toch wel verschillende systemen. De Postbank had de Chipper en de overige banken de Chipknip. Dit betekende dat op sommige plekken men alleen met de Chipknip kon betalen en op sommige plekken met beide systemen. De Chipknip heeft van het begin af aan een voorsprong gehad. Op die tweedeling zat de consument nu niet bepaald te wachten en overigens ook de winkeliers niet, die daardoor duurdere systemen moesten aanschaffen, leasen of iets dergelijks. Daarbij kwam dat vooral door deze laatste reden er veel winkeliers waren die het hele mechanisme links lieten liggen en daarmee de consument verplichtte naast de Chipknip toch nog muntgeld in de portemonnee te stoppen. Ook het zwart geldcircuit is niet gebaat met een elektronische betaalwijze. Sjoemelen is er niet bij. Bovendien kun je niet direct zien wat het saldo is want daar moet je een hulpmiddel voor hebben. Toen kwam de Euro. Met de Euro kwamen vooral exploitanten van gemeentelijke parkeerplaatsen in de problemen. De in gebruik zijnde muntjesapparaten, die vaak al erg oud waren en zeer gevoelig voor het dievengilde moesten worden vervangen of omgebouwd. Een mooie gelegenheid om over te stappen op het plastic. De Postbank deed haar Chipper op de schroothoop en ook deze bank sloot zich aan bij het Chipknipgebeuren. Voorlopig moet je bij de Postbank echter nog wel een apart pasje aanvragen, wat weer niet erg handig is. Met een publiciteitscampagne hebben vervolgens de banken geprobeerd de Nederlander aan de Chipknip te krijgen. In spotjes lieten ze zien dat het betalen met de Chipknip veel sneller is, hetgeen ik als early-adapter volledig beaam. Maar de Nederlander is sceptisch en conservatief tegenwoordig, dus die is zo snel niet gewonnen voor al deze nieuwlichterij. Nu worden de consumenten min of meer gedwongen om over te stappen, omdat op sommige plaatsen zelfs in het geheel niet meer met muntjes kan worden betaald. De gemeentelijke parkeerbeheerdiensten worden overstelpt met klachten; zeker in de grensstreek. Een buitenlander heeft nog nooit van een chipknip gehoord en is in het geheel niet gewend met plastic geld te betalen. Daarom kun je een chipkaart kopen die opgewaardeerd is voor 17,50 euro. Daarvoor betaal je 20 euro, dus daar komt men ook wel aan uit. Maar weet u waar u deze kaarten kunt kopen? Kortom een chaos en er worden nu wisselkantoortjes ingericht waar de consument ook informatie kan krijgen. Terugdraaien doet men niet; de voordelen voor de diensten en de investeringen zijn te groot. Daarbij komt nog dat het weghalen van een parkeerpaaltje met zo’n chipkniptoestand geen enkele zin meer heeft. We zullen er dus aan moeten geloven. Eigenlijk hadden we misschien nooit euro’s in biljetten en munten moeten krijgen. Dit duizenden jaren oude mechanisme is eigenlijk echt niet meer van deze tijd. Maar ja, de mens verandert blijkbaar niet zo snel. En geld is bovendien het slijk der aarde en ik zie dit nog niet veranderen in plastic.