Het is mei 2015 en vanaf de plek waarvan ik nu deze column schrijf kijk ik naar buiten. Met weemoed denk ik terug aan 2003, toen ik uit hetzelfde raam keek en bloeiende seringen en rodondendron zag; een weiland met paarden en op de achtergrond bomen. Nee, dat is niet meer.
Door de blinde ambitie van de voormalige steden Tilburg en Breda zijn wij, voormalige Dongenaren in een bufferzone terecht gekomen, die thans opgevuld wordt met sociale woningbouw. Nee, niet de ruime, inmiddels onbetaalbare wijken van het begin van de eenentwintigste eeuw, maar gestapelde hokken; noodzakelijk om in ieder geval te kunnen voorzien in de al decennia lang heersende woningnood, met schrijnende situaties. Echter, huizen zijn onbetaalbaar geworden en de verfoeilijke flats die achter ons huis verschijnen zullen me eeuwig van mijn rust en privacy ontnemen. Gelukkig schrik ik hierna wakker en is het weer gewoon 2003. Wanneer ik de krant deze week lees, bekruipen mij deze -hopelijke- waanideeën. Breda en Tilburg zoeken elkaar op in de strijd om de grootstedelijke problematiek, waarmee beide steden te maken hebben, gezamenlijk aan te pakken. Maar waar gaat dit naar toe? Krijgen we straks één grote lintvormige stad van Etten-Leur tot Berkel-Enschot? Of houden we als dorpen toch een eigen identiteit en een groene bufferzone? Ik weet het niet; maar als ik het moordende tempo waarmee de halffailliete logistieke wijk Vossenberg Dongen bestormt in ogenschouw neemt, vrees ik het ergste. Wanneer er dan ook nog eens 44000 huizen in dit gebied bij moeten komen (voor het gemak 1,5 keer Oosterhout), dan ben ik toch bang dat mijn nachtmerrie werkelijkheid gaat worden. Nu is het al haast niet meer mogelijk om van de ene kant naar de andere kant in ons dorp te gaan vanwege de strategische logistieke ligging van Dongen. De daarbij gepaarde verkeersoverlast is op korte termijn al niet echt op te lossen en zelfs over de lange termijnplannen wordt nog flink gesteggeld. Dongen komt dus midden in Breburg te liggen en ik hoop dat niemand op het idee komt om hier dan ook een nieuw centrum van deze stad te bouwen. Ik moet er niet aan denken. Wellicht moeten we geboortebeperking nog verder stimuleren door afbouw van de kinderbijslag en een Chinees model invoeren, waarbij we nog slechts één kind mogen krijgen. Als we daarmee een rampscenario zouden kunnen voorkomen ga ik hier campagne voor voeren. Maar helaas, ik zal niet worden gehoord. De dreiging van het ontstaan van één grote midden-Brabantse stad lijkt onafwendbaar. In afwachting hiervan ga ik nog even genieten van het prachtige uitzicht.