Op 9 mei is het de dag van Europa. Een feestdag, waarvan ik nog nooit gehoord had en uiteraard, zoals zowat alle feestdagen dit jaar in het weekend valt. Maar wel of niet in het weekend, ik geloof niet dat Nederland deze dag zal gaan omarmen. Al is het alleen maar omdat het zowat samenvalt met bevrijdingsdag en Koniniginnedag.
Daarnaast leeft Europa niet. Zelfs de reclameslogan om naar de verkiezingen te komen: “Europa: best belangrijk” geeft dit al aan. Dat is zoiets van: het is mogelijk belangrijk, maar wij zijn er niet zo mee bezig. Helaas zal die slogan ons beeld niet veranderen. Dan had deze moeten zijn: Zonder Europa zijn we nergens. Deze slogan klopt helaas veel beter. Op 10 juni worden we weer uitgenodigd om te stemmen. Jammer genoeg niet voor onze nationale regering, maar slechts voor Europa. Da’s dubbel pech. Want Europa is niet erg geliefd bij ons en we blijven dus met Balkenende aan het roer. Europa is niet geliefd en dat kan ook niet anders want we voelen ons bedreigd. Onlangs is de EU uitgebreid met tien lage-lonen-landen en door het vrijhandelsverkeer en de vrijheid die men heeft om te reizen en werken in Europa zal dit een verschuiving van kapitaal, mensen en dus ook werk betekenen. En voor ons, in tijden dat het toch al slecht gaat, ook nog eens de verkeerde kant uit. Onze lonen zijn te hoog, dus de productie verdwijnt naar de voormalige oostbloklanden. Tot wel 8x goedkoper kan men daar produceren. Maar ook onze nationale trotsen zoals de nutsbedrijven komen door de Europese schaalvergroting en het feit dat we onze markt niet meer mogen beschermen niet meer in focus en zullen worden opgekocht door de grote Franse en Duitse jongens. Dan hangen we ons letterlijk op aan de privatisering die hand in hand gaat met het Europa-denken. De voorstanders denken hier heel anders over. Zij zijn van mening dat we een verenigd Europa sterk kunnen maken tegen Japan en Amerika. Het grote verschil is echter dat de culturele verschillen bij ons vele malen groter zijn dan in die andere grote economieën. Vaak spreken we elkaars taal niet eens en is er monetair en qua welvaart ook een enorm verschil tussen de streken, waardoor zeker niet over een eenheid gesproken kan worden. Langzamerhand sukkelen we achterop. Onze economie -overigens nog groter dan de economie van alle tien nieuwe lidstaten samen- is de slechts groeiende van de gehele EU. En waarom? Uiteraard slecht nationaal beleid: terwijl andere landen vrijelijk begrotingsafspraken aan hun laars lappen om de economie te stimuleren kan men hier alleen maar verzinnen dat men moet bezuinigen om binnen de piketpaaltjes te blijven. Heel Europa lacht ons uit, die braverikken aan het einde van de riolen. Dat brengt bij ons erg veel onrust met zich mee en een zeer ontevreden samenleving. Balkenende, onze omgevingsbewusteloze, licht-autistische premier, heeft niet eens in de gaten dat de Nederlander onstellend baalt en het voor een groot deel aan zijn beleid en optreden wijt dat het zo slecht gaat. Hij weet niet te overtuigen, maar blijft roepen dat hij alles doet voor het land. Als je dan slecht nieuws brengt, doe dit dan op een manier waarop je begrip en respect afdwingt. Dat krijgt hij -zelfs met een leger media-adviseurs in zijn kielzog- niet voor elkaar. En daarom zou ik op 10 juni liever naar de stembus gaan om een nieuwe nationale regering te kiezen. Maar we moeten stemmen voor een geldverslindende stroperige machine, die het zelfs over de vergaderlocatie nog niet eens kan worden. Met 800 man gezellig in gesprek in 15 talen. Dat zal een slagvaardig gedoetje worden. Zeker ook omdat de besturing nog stamt uit de tijd dat er zes landen deelnamen wordt dit helemaal niets. Maar als je eenmaal in de put zit zul je toch die laatste handreiking moeten gebruiken om eruit te komen. Toch maar stemmen dus, anders zijn we helemaal verloren.