Asociaal is de enige associatie die bij mij opkomt als ik de regeringsplannen hoor over het Nederlands spreken door allochtone medelanders. Iedere allochtoon moet minimaal tot op het laagste niveau van VMBO Nederlands kunnen spreken. Gelukkig stelt dat niveau niets voor, maar bedenk maar eens wat voor consequenties dat dit heeft.
Als je deze eis stelt aan nieuwkomers, dan vind ik het heel terecht, maar de oudkomers die hier al soms veertig jaar verblijven doe je zoiets toch niet aan. In mijn prilste herinneringen zie ik ze nog komen, de eerste Turken in Dongen, ergens in de zestiger jaren. Dat kwam omdat mijn vader bedrijfsleider was bij Bald, toen nog één van de grotere werkgevers in Dongen. De fabriek stond midden in het dorp, dus deze Turkse mensen waren zichtbaar aanwezig. Ze sliepen in haastig in elkaar getimmerde hokjes in het oude gebouw van looierij Offeciers aan de Tramstraat (nu Looiersplein), dat ook eigendom was van Bald. In mijn herinnering waren deze mensen, alleen mannen, bijzonder aardig en namen na een vakantie in Turkije ook geschenken mee voor mijn ouders. De taal en de gewoontes waren natuurlijk wel een probleem. De meesten waren vrij streng Mohammedaans en baden 5x per dag op een meegebracht tapijtje dat ze uitrolden naar het oosten. Ook werden er speciale toiletten in de fabriek geplaatst met van die voetstappen en een gat. Het type toilet waaraan de Nederlander in het buitenland zo’n hekel heeft. Dit had te maken met de hygiënische regels van de Islam waarbij reinheid voorop staat. Deze laatste zaken zijn verdwenen. De tapijtjes zijn sinds de jaren zestig verdwenen, want dit bleek niet praktisch. Ook de toiletten waren op een gegeven moment weg. Daarentegen is de taal gebleven. De Turken hadden het idee om een aantal jaren hier te werken en met de opbrengst een beter leven in Turkije te leiden. Dit is bij de meeste Turken niet zo uitgepakt. Nederland was zelf duur, zeker toen de hokjes werden verruild voor flats en woningen, waardoor er minder geld overbleef voor Turkije. De Turken zagen in dat het leven in Nederland zo gek nog niet was en herenigde hun gezinnen in Nederland en bleven dus hier wonen. De noodzaak om de taal te leren was nog niet echt onderkend. De Turken zochten elkaar op en hun sociale leven speelde zich voornamelijk onderling af. De eenvoudige commando’s in de fabriek begrepen ze wel en toen de gezinnen werden herenigd was de onderlinge sociale band nog sterker. Over inburgering en taal leren werd toen niet gesproken. Waarschijnlijk vanuit het hypocriete denken van de Nederlanders dat ze er nooit vanaf kwamen als ze ook nog eens echt gingen inburgeren. Ze heetten niet voor niets gastarbeiders. De meeste gasten gaan naar verloop van tijd wel weer naar huis. Maar ze zijn gebleven. En de regelgeving t.a.v. inkomende en verblijvende buitenlanders wordt aangedraaid. Dit is ingegeven van een soort paniek nu het economisch wat slechter gaat en de niet-nederlands sprekende slecht opgeleide allochtonen nu moeilijk werk krijgen. Dus denkt men de oude gastarbeiders terug te jagen door onze taal op te dringen. Wanneer we dit in de jaren zestig of misschien zeventig hadden gedaan kan ik me dat voorstellen. Maar de eerste generatie die hier al veertig jaar woont en functioneert kun je dit niet aandoen. Dan vind ik dat alle Nederlanders met geld die in Spanje of Frankrijk na hun pensionering naar het buitenland trekken ook allemaal de taal moeten leren van het land waar ze gaan wonen. Daar hoor je niemand over. Uiteraard ben ook ik van mening dat iemand die hier geboren is Nederlands als eerste taal leert. Maar daarnaast vind ik het zeer aanvaardbaar dat men de eigen moedertaal als tweede taal onderling leert en hanteert. Dat doen de Friezen ook. Het ergste is nog dat er nauwelijks voorzieningen zijn om deze grote groep allochtonen op te leiden. Ze moeten het maar leren van de buren of zo, Dat lijkt erg veel op wegpesten. Dat hebben die mensen, die hier door onze krapte op de arbeidsmarkt zijn gelokt, niet verdiend. Weg dus met dit asociale plan en ga nu maar weer eens gewoon regeren.