Schoolvakanties

Daar is hij weer, die ouwe zeur. Vroeger was alles beter. Want verbazing trad op toen ik deze week in de krant las dat een middelbare scholier tot wel 17 weken vakantie per jaar heeft. In mijn tijd -daar heb je hem- kan ik me niet herinneren dat dit zo was. Een week of twaalf of zoiets. Meestal werd het rooster goed nageleefd.

Alleen na de examens waren er periodes dat er wel eens een uur uitviel. Volgens de krant komt dit omdat een leraar maximaal 32 weken voor de klas mag staan, volgens zijn CAO. Dat betekent dus dat een leraar nooit een volledig rooster met zijn klas kan maken. Waarschijnlijk is er in de CAO-onderhandelingen ergens een overijverige onderhandelaar geweest die dit heeft kunnen doordrukken. Want het leven van een huidige leraar is niet meer zo overzichtelijk zoals in onze tijd. Vroeger stond de leraar altijd voor de klas; bijscholen en proefwerken nakijken deed hij maar in zijn eigen tijd en allerlei neventaken werden tot een minimum beperkt. Nu moeten leraren bijscholingsprogramma’s volgen en zich veel intensiever met leerling en ouder bezig houden. Vanwege de inzakkende status is hij veel meer genoodzaakt om zijn oordeel van het werk van de leerling op objectieve en echt-correcte wijze vast te stellen, want hij heeft zo een mes tussen zijn ribben of hij staat voor de rechter. Leve de mondige maatschappij. Het gevolg is dat de leraar veel meer tijd nodig heeft om hetzelfde te doen, afgezien van lesgeven, De regering in haar bezuinigingsdrift heeft hier geen oog voor et voila: de leerlingen worden naar huis gestuurd. Dat is uiteraard lastig, want in de huidige planningen van ouders, scholen en wie dan ook passen geen onverwachte stappen. Het gevolg is dat men per jaar gemiddeld zo’n vijf weken langer vrij is dan in onze tijd. Tel dit op in een schoolperiode van zes jaar dan gaat het over 30 weken, ruim 3/4 schooljaar. Vandaar dat de afgestudeerde middelbare scholier vaak nog geen Nederlands kent, niet kan rekenen, geen benul heeft van onze geschiedenis en denkt dat hij het heeft gemaakt. Want bescheidenheid bij de jeugd is ver te zoeken. Blijkbaar kan de onderwijsinspectie hier weinig aan doen, volgens insiders. Ik vraag me dan wel af of deze instelling de juiste middelen kan hanteren om haar taak uit te oefenen. Het lijkt me op zijn minst één van de primaire taken om dit te controleren. Zorg dat de scholen een meldingsplicht hebben, wanneer ze buiten het vastgestelde rooster een groep of de school vrijaf geven. Dan kan de onderwijsinspectie achteraf altijd nog beoordelen hoe men zal ingrijpen: een keer gaan praten met de school of bij veelplegers: sancties opleggen. Het beroep van leraar is niet gemakkelijk. Maar in mijn ogen zou elke leraar een vol schema van 40 weken moeten kunnen afwerken en zullen ze hem moeten ontlasten als het gaat om de bijproducten in het onderwijs. Concentreer bijvoorbeeld bijscholing in een curriculum dat drie maanden in een voldagopleiding wordt gegeven, in plaats van ’s avonds en tussendoor. Zorg dat proefwerken door correctors worden beoordeeld: dat bevordert de objectiviteit etc, etc. Maar naar huis sturen is geen optie. Als we in Nederland de kwaliteit van onze scholen enigszins op een geloofwaardig peil willen houden, moet hier z.s.m. een einde aan komen. En als er geen geld voor is, dan kopen we maar een joint strike fighter minder. Met dat geld kun je zelfs een volksstam in Oost-Afrika collectief een universitaire graad laten halen. Dus geld is een kwestie van prioriteren. En scholing is voor ons het belangrijkste goed, want de industrie en landbouw verdwijnen en onze nieuwe kwaliteiten moeten gezocht worden in de kenniseconomie. Hebt u goed opgelet, minister, mevrouw van der Hoeven?

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht