We zitten midden in het zomersportseizoen. Ik heb het over tennis, formule 1, wielrennen en straks de Olympische Spelen. Sport gaat over prestaties en als je de beste bent win je. Vrij simpel. En als je nog eens wint is dat knap. Win je dan weer, dan ben je bijzonder, maar win je altijd, dan ben je saai. Neem nu Lance Armstrong, of Michael Schumacher.
Beide sportmensen dicteren hun evenement al jaren. Eerst vond men het allemaal geweldig, maar nu denkt iedereen: alwer Lance, of alweer Michael. Eigenlijk is dat niet fair. Iedereen weet dat op het niveau waarop dit soort supersporters presteren, de concurrentie feitelijk moordend is en ook moet zijn. Het is dus een grotere prestatie om aan de top te blijven dan er te komen. Want stel dat je aan de top komt door een kunstje, dan wordt dit zo gekopieerd. Denk maar aan de klapschaats. De supersporter moet dus ook altijd bezig zijn met vernieuwing om de tegenstanders van zich af te slaan. Dit kan zijn door een combinatie van materiaal en de sporter, maar het moet uiteindelijk van de sporter zelf komen. Deze mensen moeten ontstellend hard en duurzaam trainen om op het juiste moment te pieken. Maar het publiek ziet dit anders. Sport moet competitief zijn. Het moet er om gaan aan de voorkant. En niet dat de winnaar al onder de douche staat, terwijl nummer twee nog binnen moet komen. Da’s niet leuk. Het vreemde is dan dat de uitmuntend presterende sporter de rekening krijgt gepresenteerd. In de tour werd Lance Armstrong uitgejouwd door het publiek, terwijl hij alleen maar liet zien dat hij de beste was en niet met hem viel te spotten. Zelfs het grote publiek zal misschien zich niet zo openlijk tegen deze helden uitlaten, maar verliest wel de belangstelling voor de sport. Zelfs ik heb daar last van. Ik mag graag naar de formule 1 kijken, maar omdat het hele seizoen er uitsluitend een rooie auto met de bekende Duitser vooraan rijdt, krijg ik last van geeuwneigingen en verlies ik mijn interesse. Er zijn wel sporten die meer gericht zijn op competitie, waarbij je een handicap krijgt, zoals extra gewicht of meer achteraan starten. Voor de kijker wordt het dan leuker, alleen de vraag is of het eerlijk is. Maar is het ook eerlijk dat zo’n ingelijfde supersporter in een ploeg terecht komt, waar misschien wel 10x zoveel geld in omgaat dan de ploeg van nummer 2? Nee, dat is ook niet eerlijk. Want met betere verzorgers, meer technici en andere begeleiders zorg je ervoor dat er weinig aan het toeval wordt overgelaten. Misschien moeten ze daar wel naar gaan kijken. Elk team moet zijn goedgekeurde boeken overleggen en het budget is vooraf bepaald. Dat lijkt heel plausibel, maar is in de praktijk onhaalbaar. Ik ben bang dat dit dan hetzelfde wordt als met doping in de sport. Een soort kat en muisspel met de officials. Ach eens zal de hegemonie van de supersporter weer afnemen, want ook bij hem of haar gaat er ooit de sleet in. Daar is niet tegenaan te werken. Tot die tijd zullen we maar geduldig moeten wachten tot er een nieuwe Lance of Michael zich aandient. Kunnen we daar weer op kankeren.