In het persartikel over onze samenwerking met de politie schreef ik nog dat de politie nieuwe taken kreeg en daardoor geen gelegenheid meer had om de burgers via onze zender wekelijks voor te lichten. Nu pas komt de aap uit de mouw. De diender zijn taak, is primair het schrijven van bonnen geworden.
Uit diverse publicaties blijkt dat de beoordeling van de agent veel meer wordt ingegeven door kwantiteit als kwaliteit. En dat is heel jammer, want ik ben de laatste jaren wel in positieve zin gezwicht voor het gemiddelde politieoptreden. Waren de agenten vroeger in mijn ogen beangstigende figuren, die alleen repressie konden uitoefenen, nu vind ik een agent erg benaderbaar en in de regel ook zeer hulpvaardig. Neem nu de wijkagenten in Dongen. Ik denk dat dit de beste zet is die op het gebied van inzet van politie is gedaan de laatste jaren. De politie heeft hiermee een gezicht gekregen en omdat deze mensen niet gelijk een bonnenboekje trekken, maar in dialoog gaan met de bevolking, is hun inzet ook veel effectiever. Maar blijkbaar is dit verkeerd. Agenten moeten net als colportageverkopers hun eigen financiële broek ophouden. De kosten van de diender moeten terugverdiend worden door het uitschrijven van bekeuringen. Ik denk dat met het uitlekken van dit idee de slechtste imagocampagne uit de geschiedenis van het politieapparaat is gestart. Ik denk dat hiermee de zorgvuldig opgebouwde relatie tussen de politie en de Nederlander hiermee zeer ernstig verstoord is. Want als de Nederlander ergens een hekel aan heeft, dan is het wel om bestraft te worden voor iets uit het woud van regels dat ze zelf heeft gecreëerd. Bovendien is de gemiddelde Nederlander ook niet echt op zijn mondje gevallen en zal bij elke confrontatie met een politieagent dit er nog eens dik inwrijven. Ik ben blij dat ik niet zo’n pet draag, die ons allemaal zou moeten passen. Ik vermoed dat het huidige consensusmodel bij de politie teveel als een Paars poldermodel wordt gezien. Het nadeel hiervan is dat je eigenlijk niet met harde cijfers iets aan kunt tonen. De nadruk ligt sterk op preventie, het voorkomen van problemen. En als de problemen zich dan niet voordoen, weet je dus niet wat het effect is op het resultaat. Zulke oplossingen passen niet meer in deze tijd. Alle resultaten moeten meetbaar zijn tegenwoordig, dus bonnen schrijven. ‘Dit jaar heb je 200 bonnen meer geschreven dan vorig jaar, geweldig Jan, nog zo’n jaartje en je wordt hoofdagent.’ Zulke resultaten kun je in een grafiekje bijhouden en daar kan je dan ook als districtschef bij je buren mee aankomen. Persoonlijk vind ik dit zeer tragisch en is in strijd met de slogan: “De politie is je beste vriend”. De Nederlander verlangt van de politie dat zijn omgeving rustig is en dat de criminaliteit wordt teruggebracht en liefst vermeden, maar het prenten schrijven voor onbenulligheden werkt als een rode lap op een stier. Bonnen uitdelen is per definitie een reactieve benadering, het leed is al geleden, en daardoor eigenlijk telkens een kleine nederlaag voor de politie. Denk daar maar eens over na, minister Remkes.