Bijna 18 jaar geleden kochten wij het huis waarin we nu nog wonen. Het is in de jaren fors aangepast, maar verhuisd zijn we niet. Op het moment dat we dit huis aankochten hadden we een tophypotheek nodig. We hadden beiden nauwelijks iets gespaard en ondanks het feit dat ik toen ook al best een goede baan had, was mijn bankdirecteur erg kritisch. Stelregel om een hypotheek te krijgen was ruwweg dat de hypotheekwaarde niet hoger mocht zijn dan pakweg 3,5 keer het jaarsalaris van één van de echtelieden.
Om dan toch meer mensen een kans te geven een huis te kopen, mocht het salaris van de partner voor vijf jaar meetellen. In die vijf jaar moest er flink extra worden afgelost. Onze bankdirecteur smeerde ons een lineaire hypotheek aan, waarbij de kosten aan het begin zeer hoog zijn en op het einde bijna niets meer. Eigenlijk een hypotheekvorm die niet past bij een jong stel. De lonen zijn aan het begin nog aan de lage kant en tegen de tijd dat je wat gaat verdienen betaal je hoe langer hoe minder. Toch ben ik er niet echt rouwig om geweest. De regelgeving werd onder druk van de Europese discriminatielobby gewijzigd. Het was niet meer geoorloofd om een partner achter te stellen. Zodoende mochten de salarissen van beide partners volledig in de berekening worden meegenomen. Daarna zijn er rare dingen gebeurd. De banken vertoonden ineens een heel ander acceptatiepatroon voor hypotheken en er werden zelfs aflossingsvrije hypotheken geïntroduceerd. Omdat de huizenprijzen de afgelopen tientallen jaren alleen maar bleven stijgen zat daar niemand mee. De huizenbezitter heeft zo een stil vermogen opgebouwd. Daarbij werd hij ook nog geholpen door de fiscus. De rente is na aftrek van eigenaarsforfait aftrekbaar van de belasting dus hallelujah. De laatste lijd hoor je nogal eens -zelfs uit het VVD-kamp- dat die hypotheekaftrek eens onder de loep genomen moet worden. Ook een aantal banken hebben deze discussie wel eens willen aangaan. Vooral het CDA, maar ook de harde kern van de VVD zijn mordicus tegen de beperking of afschaffing. Ik ben een voorstander van beperking. Als je een woonkamer, toilet, gang, keuken, schuurtje, een paar slaapkamers en wat opbergkasten heb voldoet dit aan het begrip huis. Zo’n basishuis in een rij doet nu zo’n 170.000 euro. Als je dit terugrekent naar guldens -wat ik bij dergelijke bedragen nog steeds doe- dan duizelt het in je hoofd. Als je dit terugrekent naar de verhoudingen van pakweg 20 jaar geleden dan kan een persoon tot 1,5 modaal eigenlijk geen huis kopen. Deze zijn aangewezen op de huurmarkt. Huizen worden dus onbereikbaarder. Wat mij betreft zouden ze de hypotheekaftrek boven een hypotheek van pakweg 200.000 euro moeten afschaffen. Het is nergens voor nodig dat de burger voordeel heeft ten opzichte van zijn wat minder fortuinlijke medeburger doordat hij een zwembad, sauna, stoombad, loungeruimte, fitnessrooms en dubbele garages op 60% staatskosten kan financieren. Al die opbrengst hiervan zouden in twee programma’s gestopt moeten worden: stimuleren van de woningmarkt aan de onderkant en het toegankelijk houden van de huurdersmarkt. Want ook daar gaat door onze terugtrekkende overheid iets ernstigs fout. Over een aantal jaren wordt het spel van huur en verhuur bepaald door de markt, waardoor kansarme groepen helemaal uit de boot dreigen te vallen. De overheid zou deze verantwoording moeten nemen, maar helaas: je ziet enkel terugtrekkende bewegingen. Ik vraag me af waarom we eigenlijk nog een landelijke overheid hebben. Als het zo doorgaat hebben ze over 10 jaar niets meer te doen. Het enige voordeel is dat je er dan ook niet meer aan kunt ergeren.