Vorige week heb ik in deze column me nogal kritisch uitgelaten over het behoud van de Jozefkerk. Op zich was en ben ik van mening dat ze het ding moeten afbreken. Niet alleen omdat het nu niet zo’n echt speciaal gebouw is, maar vooral ook vanwege de exploitatiekosten.
Met een terugtredende overheid en telkens minder geld in de gemeentekas is een dergelijk gebouw een molensteen binnen de begroting. En dan heb ik het niet over het feit dat de verbouwing duurder is dan nieuwbouw. Maar de gemeenteraad zal hierover het laatste woord gaan krijgen. Waarschijnlijk zal het plan van het college om een programma van eisen op te stellen binnen een realisatieprijs van 8 miljoen het wel redden. Dan moeten de werkgroepen aan de slag en binnen een klein half jaar gaan rapporteren wat het gaat worden. Van de week was ik bij de druk bezochte raadsinfoavond en hoorde nogal wat eisen voorbijkomen. 130 Parkeerplaatsen, een weg pal langs de kerk, Musis Sacrum erin, de Muziekschool en de Cammeleur ook. Bijna het gehele verenigingsleven zou zich moeten gaan concentreren op deze plek. De routering moet zodanig zijn dat in het gebouw delen afzonderlijk benaderd en afgesloten kunnen worden. Alleen al met deze laatste eis gaat het fout. Wil men de noordzijde van de kerk bewaren èn laten voldoen aan het compartimenteringscriterium, dan zijn er veel te weinig toegangsmogelijkheden en verzanden we in ingewikkelde logistieke en daarmee dure patronen in het gebouw. Bovendien komt de kerk dichter bij de straat en blijkt de fundering slechts zwaar genoeg om het eigen gewicht te dragen. Oja, men wil ook nog wat woningbouw realiseren in dit gebied. Daarmee wordt het een ingewikkeld plaatje en eerlijk gezegd vraag ik me ook af of al deze gebruikers allemaal wel samen in één complex kunnen huizen. IK kan me voorstellen dat de combinatie van bijvoorbeeld een damclub en Musis nu niet bepaald ideaal is. Moeten er dan niet veel aanvullende maatregelingen genomen worden? En word je als gemeente niet kwetsbaar. Stel dat het ding afbrandt, dan staan zowat alle verenigingen op straat. En er zijn best veel clubs die vanwege hun functie maar moeilijk overweg kunnen met multifunctionele ruimtes. Mogelijk is heel het idee van de gemeente een vertragingstactiek. Men gaat het hele voorjaar en zomer bedenken wat er allemaal wel en niet kan om vervolgens te concluderen dat het niet kan. Dan moet plan B in werking treden. En plan B betekent nieuwbouw. Opnieuw zullen de werkgroepen zich over het programma van eisen moeten buigen en hebben ze weer een half jaar langer om een definitief besluit te nemen. Ondertussen kunnen de verenigingen de emmertjes onder de lekke dakpannen opnieuw leeggooien. Weer een jaar voorbij.