D66 dacht door in te stappen in een regering met de VVD en het CDA ze na veertig jaar eindelijk hun bestuurlijke vernieuwingsplannen zouden kunnen doordrukken: de zogenaamde kroonjuwelen. CDA en VVD moesten een partner hebben en met de toezegging dat de kroonjuwelen werden opgenomen in het regeerakkoord stapte D66 in het bootje.
De drie belangrijkste kroonjuwelen zijn het referendum, de gekozen burgemeester en de verandering van het kiesstelsel. Als partijlid van de grootste oppositiepartij vind ik dit toch sympathieke ideeën. In mijn column van twee weken geleden heb ik bijvoorbeeld al een voorschot genomen hoe het kiesstelsel zou kunnen worden veranderd. Maar D66 heeft weinig tijd. Met een angstvallig snel teruglopend leden- en kiezersaantal en het feit dat de andere partijen niet zogauw zullen komen met herbezinning van het staatsbestel, hadden de democraten haast. Hoewel ze ook wel wat boter op het hoofd hebben. Een deel van de partij o.l.v. de partijvoorzitter Dittrich had niet zo’n haast en wilde haar idealen blijven koesteren als iets onbereikbaars. Een nadeel namelijk is wanneer je je idealen realiseert, je bestaansrecht op de tocht komt te staan: de toekomst wordt dan leeg. Thom de Graaf met zijn deel van D66 ziet dit anders. Met het besef dat bij een volgende verkiezing D66 helemaal van de kaart wordt geveegd, moest het nu maar gebeuren. Het referendum is niet echt gelukt. Een slap hapje heeft het levenslicht gezien. Maar nu lag er een serieus voorstel: de gekozen burgemeester. En De Graaf had haast. Om de burgemeester te kunnen kiezen moest de grondwet worden aangepast. Met de grondwetswijziging, waarvoor 2/3 meerderheid in de kamers nodig zijn, zou de weg vrijgemaakt kunnen worden voor een verkiezing van de burgemeester. De Graaf dacht tijd te kopen door direct ook met een invoeringsplan te komen en dit in de stemming mee te geven. Dat was fout. Een collectief ontslag van de burgemeesters in 2006, discussie of de burgemeester rechtstreeks of indirect zou moeten worden gekozen en als toefje ook nog de plannen van Donner om de burgemeester zijn veiligheidsportefeuille af te nemen, wekten discussie op. Veel organen waaronder het VNG, waren niet gelukkig met het voorstel. Op zich was de grote politieke meerderheid wel voor een gekozen burgemeester, maar de plannen waren slecht doordacht en te gehaast. Er bleven teveel vragen over. Toch bereikte het plan de 1e kamer. Als controlerende kamer heeft de 1e kamer geconstateerd, in de persoon van Ed van Thijn, die ook nog een robbertje had uit te vechten met De Graaf, dat de invoering voor veel problemen zou zorgen. En dus kon hij niet anders doen dan tegen stemmen, waarmee zowel de grondwetsherziening als het invoeringsplan van tafel zijn. Door ons kiesstelsel -ook zo’n verrot kroonjuweel- kan de 1e kamer geen amendementen voorstellen en dit teruggeven aan de 2e kamer, maar moet de hele procedure overnieuw worden gedaan. Toen ook nog bleek dat de VVD niets ziet in een kiesstelselwijziging gooide vervolgens De Graaf de handdoek in de ring. Hij had zijn hand overspeeld. En dan begint het zwarte-pietenspel. Wie is schuldig? Iedereen een beetje. Het voorstel had nooit in deze vorm de 1e kamer mogen halen. De PvdA is schuldig, omdat ze de doodsteek toebracht, de VVD omdat ze D66 buiten spel zetten om andere wijzigingen in het staatsbestel door te voeren en ook het CDA van Donner, omdat deze het voorstel vertroebelde met indamming van de macht van de burgemeester. En als laatste uiteraard ook De Graaf zelf, die door wanhoop gedreven hoe langer hoe meer concessies ging doen in een fase dat het staatsrechtelijk niet meer kan en dus het voorstel ongeloofwaardig werd. En onze premier? Die vindt het allemaal prietpraat. Zonder te verblikken of te verblozen zegt hij zoals gewoonlijk dat het pijnlijk is wat er is gebeurd, maar dat we naar de toekomst moeten kijken en dat er nog veel werk te doen is. Geen enkel gevoel voor drama of enige emotie en geen enkele verwijzing naar de inhoud. Voor dit laatste moet je bij Maxime zijn. We zitten nu in de wachtbank, al ziet de premier dit anders. De drie regeringspartijen zitten niet te wachten op nieuwe verkiezingen. Voor alle drie de partijen betekent verkiezingen een fors verlies, waarbij D66 helemaal van de kaart wordt geveegd. Vasthouden aan nieuwe eisen in een opengebroken regeerakkoord is voor D66 de beker van Socrates: politieke zelfmoord. Maar voor spek en bonen meedoen nu hun speeltje is afgepakt en als een soort kleurloos cement tussen het CDA en VVD gaan hangen betekent ook het einde. Wat mij betreft mag D66 in stijl ten onder gaan nu: trots en met opgeheven hoofd vasthouden aan de eigen beginselen. Dan zijn we eindelijk van deze regering af.