Ik ben nog één van die Nederlanders die elke morgen trouw zijn dag begint met de ochtendkrant. Gewoon de regionale ochtendkrant, BN de Stem. Je komt even tot rust, je snelt de koppen en af en toe lees je een artikel. Toch begin ik me wel af te vragen hoe lang kranten nog kunnen blijven bestaan. Om te beginnen begin ik mij te ergeren aan het taalgebruik in de krant.
Van de week stond er naar aanleiding van de schade door de tornado “Katrina” in het zuiden van de VS als kop: Kosten Katrina lager. Ik dacht echt dat ik op de economische pagina onder het kopje mensenhandel terecht was gekomen. Nee, ze bedoelden “Schade door Katrina lager”. Maar dat is niet het enige. Ik ben geabonneerd op onze regionale krant omdat deze een Unique Selling Point heeft, namelijk het plaatselijke en regionale nieuws. Voor het mondiale en landelijke nieuws en achtergronden kan ik de hele dag de TV of internet afstruinen. Daar heb ik niet echt een krant voor nodig. Daarom ben ik ook niet geabonneerd op een landelijke krant. Sport interesseert mij niets, maar helaas éénderde van de krant is ermee gevuld. Hoe het vierde team van White Boys uit Waspik heeft gepresteerd. Ik hoop dat ze gezellig hebben gevoetbald en het niet tot ongeregeldheden is gekomen, maar de uitslag of een wedstrijdverslag kan me gestolen worden. Toch merk ik dat het aantal regionale berichten terugloopt. Of er gebeurt niets meer in onze omgeving, of men is er niet meer zo mee bezig. Volgens mij is een beetje het laatste aan de gang. Dit betekent dat de regionale krant zijn eigen graf aan het graven is. De redacties van andere regionale kranten zijn al bij elkaar geveegd en langzaam verdwijnt het regionale en lokale element. In Tilburg staat zelfs het pand van het Brabants Dagblad te koop. Met de komst van Spits en Metro is de behoefte van de forens om een krant voor het landelijke nieuws te kopen ook al afgenomen en vanaf 1 september is het Rotterdamse AD gefuseerd met her Rotterdams Dagblad en nog een stel andere kranten en wordt deze krant op tabloidformaat uitgegeven. Met zo’n formaat krant stoor je de buurman niet zo in bus, tram of trein. Het formaat is zeker handzamer. Maar weer een verschraling van in dit geval het stadsnieuwsaanbod. In mijn omgeving zie ik hoe langer hoe minder abonnementen op kranten. Vooral ouderen houden de krant nog aan, maar delen deze vaak met de buren om de kosten te drukken. Want een krant is niet goedkoop. Een internetaansluiting met een breedbandverbinding is goedkoper. De krant is dus op zijn retour. De voormalige doelgroep: de ouderen haken af vanwege de prijs; jongeren gebruiken andere media als internet om aan hun nieuwsgaring te komen en bovendien is er ook een vervlakking opgetreden. Mensen zijn minder geïnteresseerd in politiek en hun niet-directe omgeving. De krant helpt nog voor een deel om het nieuws letterlijk onder je neus te schuiven omdat er duidelijk een pushmechanisme achter schuilt. ’s Ochtends klettert er iets op een (hopelijk) onmogelijk tijdstip in de bus en als je beneden aan de trap komt valt dit gelijk op. In die zin lijkt de krant op de telefoon: je kunt er niet omheen. Maar haal je het nieuws van internet of de TV, dan zul je toch moeten browsen of zappen en moet je de informatie zelf gaan halen. Daar zit geen automatisme bij. Doordat nu de kranten slechts uitgegeven worden door een paar uitgeverijen, de redacties worden samengevoegd en de focus voor de directe omgeving afneemt zie ik het somber in. Nog even en de milieuactivisten staan op om te zeggen dat de krant pure verspilling van materiaal is. De krant zit in zijn nadagen. Misschien word ik al oud; ondanks de nadelen zal ik de krant zeker gaan missen, wanneer deze verdwijnt. En verdwijnen betekent niet altijd dat hij fysiek wordt opgeheven. Dat zal nog wel even duren, maar eens komt de dag dat de krant inhoudelijk niets meer toevoegt. Die dag is nabij. En dan haak ik ook af.