China

Booming, zo wordt het genoemd. De rijzende economische ster heet China. En iedereen houdt de adem in. Het schijnbare stabiele economische mondiale klimaat met aan de ene kant Amerika, West-Europa en Japan en aan de andere kant de rest ofwel de losers, zoals de laatste vijftig jaar zich had afgetekend, wordt wreed verstoord. Door het vieren van de communistische teugels in Bejing, komt er een energie vrij waarvan je koud wordt.

Ik weet het, Chinezen zijn harde werkers, en als ze als allochtoon in Nederland nog vaak in de horeca werkzaam zijn, zie je dat ze niet schuwen lange dagen te maken en stevig aan te poten. Je hoort ook nauwelijks problemen rondom Chinezen in ons land. Ze zijn erg op zichzelf, maar zullen zeker geen overlast bezorgen of een beroep doen op hulp van buitenaf. Dat gaat veranderen. Er ontstaat iets vreemds. Laat je in ons Nederland een radiootje maken, dan gebeurt dat in een fabriek die ethisch gezien een maatschappelijk verantwoorde onderneming is. Die let op afvalscheiding, recyclet spullen, voldoet aan ARBO-normen en is stijf gereglementeerd volgens Europese richtlijnen. Het zorgt dat zijn materiaal van oorsprong ook niet door kinderarbeid of mensonterende omstandigheden is verkregen. Daarmee scoort zo’n bedrijf. Komt zo’n zelfde radiootje uit China, dan ziet het er mogelijk nog flitsender uit. Maar je betaalt er pakweg een kwart voor ten opzichte van de prijs in Nederland, inclusief verzendkosten. Waar zit dit in? Je raadt het al. Maatschappelijk verantwoord ondernemen kent men niet in China en zuinig omgaan met grondstoffen doet men ook niet. Als een niets ontzienende hongerige wolf stort de jonge economie zich op de grond- en delfstoffen, zowel in eigen land als in de hele wereld. Doordat de lonen absurd laag zijn, men 16 uur per dag werkt en de arbeidsomstandigheden bar en boos, kan dit zo goedkoop. Niemand staat er van te kijken dat er benzeen in één of andere rivier komt of dat er jaarlijks duizenden mijnwerkers omkomen in de stokoude mijnen van het land. Het hoort erbij. Verlekkerd kijken wij naar die goedkope artikelen en langzaam zien we onze industrie die richting in schuiven. Onze westerse fabrieken worden met de productie in China weer mondiaal concurrerend. Maar dan vraag ik me wel af wat het verschil is met het kolonialisme van de voorgaande eeuwen? De onderdrukking is even groot als destijds en wij vinden het allemaal prachtig. Ook toen kenden we geen wroeging. Niemand vraagt zich nu af onder welke omstandigheden de meeste artikelen worden gefabriceerd en eigenlijk willen we dit ook niet weten. we steken liever onze kop in het zand. Maar door de goedkope import uit China gaat wel onze eigen industrie kapot. En wat er op het gebied van het maken van spullen in China gebeurt, gebeurt op het gebied van softwareontwikkeling in India. Waar moet dit heen met ons? De grote economieën staan op hun grondvesten te rammelen. De gevestigde orde zal over een paar jaar het hoofd moeten buigen. Door de oververhitting van deze economie ontstaat nog meer overproductie, de olie gaat nog sneller op en een milieuramp lijkt onafwendbaar. De vraag is alleen nog wanneer ons kaartenhuis in elkaar zakt. Ik vrees dat ik dit nog zal meemaken.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht