Ik ben bijna 50 jaar, maar nog steeds een erg trouwe popfestivalganger. Ging ik in de jaren 70 en 80 al naar Pinkpop, Torhout of Werchter, nu ben ik dit jaar samen met vrienden en mijn vrouw naar Arrow Rock geweest in Lichtenvoorde en naar Bospop in Weert. Deze festivals staan bekend om hun grijze signatuur. Kortom er komen nog meer veertigers en vijftigers, dan alleen ik.
De oorzaak is duidelijk. Het aanbod van muziek op deze festivals is vaak een reeks popgroepen uit vervlogen tijden, die als het ware vaak uit de as herrezen lijken. Vaak aangevuld met jonge muzikanten spelen de oudjes – meestal nog een paar jaar ouder dan ikzelf – er stevig en in de meeste gevallen zeer verdienstelijk op los. Zo heb ik dit jaar al vele bands gezien die in de jaren 80 zelfstandig gehele stadions zouden vullen, maar nu vaak niet eens bekend zijn bij de jeugd. Want al lijkt het dat ik het wel een beetje bijhoud wat muziek betreft, de jeugd heeft toch een andere smaak. Waarmee is aangetoond dat de muziek die je zeg pakweg vanaf je 15e jaar tot ongeveer je 30e hoort, toch een soort basis vormt voor de rest van je leven. Er zijn mensen die op een gegeven moment dit allemaal vaarwel zeggen en overstappen op klassiek of jazz, maar de pop- en rockliefhebber legt zijn roots tussen deze twee leeftijden. Toen ik zo oud was leefden we in de jaren zeventig en vroege jaren tachtig en kochten we nog langspeelplaten; u weet wel van die grote zwarte schijven, die al spetterend de muziek lieten horen en waarbij je de platenspeler vastgenageld aan de grond moest hebben om niet stukken van de muziek te missen. Vreemd genoeg zijn deze zwarte schijven ineens weer populair, om te samplen en te scratchen.
Terug naar de popfestivals. Wat je wel merkt als je deze oncomfortabele festivals bezoekt, is dat je ouder wordt. Deze week heb ik twee dagen na afloop van het Bospopfestival nog steeds spierpijn over mijn hele lijf. Ja op zo’n terrein is geen stoel te vinden en ben je veroordeeld op een zelf meegebracht kussentje op het gras te gaan zitten. En dan maar hopen dat het weer een beetje mee zit. Wat dat laatste betreft hebben we dit jaar niet te klagen: zowel Bospop als Arrow hadden een zonovergoten weekend. Het gevolg is dat ik nu bruiner ben dan de afgelopen 30 jaar bij elkaar, want ook de zon kun je niet echt ontlopen op zo’n graswei. Toch met al deze oncomfortabele toestanden kan ik wel leven. Vroeger was het veel erger. Dan had je smerige WC’s, eenzijdig voedsel en vaak dus ook slecht weer. Dat is nu wel anders geworden. Het aanbod van drank en spijzen is erg veelzijdig. Ook de festivalcampings, waart we ’s nachts overnachten zijn ook veel beter als vroeger.
Ook hier zijn de voorzieningen op peil. Het enige mogelijke minpunt is dat je auto niet het terrein op mag. Een echt minpunt is dit nu ook weer niet, want het voorkomt een hoop herrie ’s nachts. Knallende autoradio’s zijn er daardoor niet meer. Wel moet je met je spullen een flink eind lopen nu. Ook weer niet slecht voor de gezondheid, maar we vonden het toch noodzakelijk om maar een wat lichtere tent te kopen en een steekkarretje mee te nemen. En dit alles doe je voor je lol. Om vervlogen tijden terug te laten keren. In de komende zomerweken zal ik jullie als luisteraar nog gaan plagen met specials over deze festivals. Dan kun je ook horen hoe die oudjes het ervan afbrengen. Daar kunnen die jonge mennekes nog een puntje aan zuigen, denk ik…