Nederland blijft een beetje een kruideniersland. Na enkele magere jaren gaat het nu economisch gezien wat beter in Nederland. Niet dat iedereen daar iets van merkt, maar de cijfers geven aan dat we het beste jongetje uit de klas dreigen te worden. Toch is nog een groot deel van de Nederlanders ontevreden. Men is nog teveel gewend aan de peperdure verzorgingsstaat waar het vooral belangrijk was om zelf niets te regelen, omdat er toch wel voorzieningen waren als je hulpbehoevend werd. Dat is radicaal omgezwaaid. Regel je niets dan krijg je ook geen hulp en regelen wil eigenlijk alleen maar zeggen: betalen.
Mijn ouderdomspensioen ligt verder weg dan de afgelopen twee jaar en de ijdele hoop die ik ooit had om eerder te stoppen is in rook opgegaan na wat rekenvoorbeelden m.b.t. de levensloopregeling. Dit gevoel is nu overgegaan in berusting. We zullen nu ons best doen om ervoor te zorgen dat mijn vrouw en ik samen kunnen stoppen wanneer ik 65 ben, maar daarvoor moeten we nu fors in de buidel tasten. Gelukkig kan die buidel wel wat hebben. Maar een groot deel van de mensen zijn niet opgegroeid met de kennis en kunde alert te zijn om voorzieningen voor zichzelf te regelen. Die leven nog in de waan dat met de vroeger beroemde algemene wetten alle ellende wordt afgeserveerd. Heel mijn generatie heeft nooit geleerd dat men verzekeringen moet sluiten om risico’s af te dekken en dat je moet sparen om later een beetje fatsoenlijk te kunnen leven. Daarbij komt dat de economie wel stijgt, maar velen merken er weinig van. Als ze er nog zouden zijn moeten in meer gezinnen dan de afgelopen dertig jaar de dubbeltjes drie keer omgedraaid worden, voordat ze worden uitgegeven. Het gevolg wordt hoe langer hoe duidelijker. De tweedeling van de maatschappij is een feit. En dan komen de kruideniers naar boven. Ja er wordt wel erg veel verdiend op sommige plaatsen jammeren de linkse media, maar ook sommige regeringspartijen. En dan komt men met de kolderieke anekdote dat in Nederland eigenlijk in de publieke en semipublieke sector niemand meer zou mogen verdienen dan de minister-president. Deze man moet dan acuut 1000% opslag krijgen en een optieregeling om deze onzin vol te houden. Mogelijk kan men zoiets in ambtenarenland nog voor elkaar krijgen, maar als taken van de overheid geprivatiseerd worden ingekocht kun je dit wel vergeten. Daar geldt de boze buitenwereld van concurrentie. Zelf bedacht en ingevoerd door de overheid. Omroepen, nutsvoorzieningen etc. hebben mensen in dienst die een veelvoud van het huidige Balkenendesalaris krijgen. En dan begint men in Den Haag te jammeren. Iedereen ziet dat de economie snel stijgt maar ook dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt. De armen krijgen minder kansen doordat alle voorzieningen geld kosten en de rijken worden rijker, omdat ze zich goed kunnen laten adviseren en de kosten van de voorzieningen makkelijk op kunnen brengen in een voor hen aangenaam fiscaal klimaat. Het gevolg is dat armen noodzakelijke voorzieningen niet regelen of slecht regelen en nog dieper in de financiële shit terecht komen, ondanks alle waarschuwende postbus 51 spotjes. Nee, Nederland wordt de USA aan de Maas, inclusief de groter wordende intolerantie en verdere opkomst van het individualisme. Nog even en we kiezen rechtstreeks onze minister-president. Vreemd genoeg is het salaris van de president in de verenigde staten niet absurd hoog. Maar die hoeft zich dan ook niet in de kamer te verantwoorden als hij met zijn Air Force One naar zijn vakantieadres is vertrokken. Wat dat betreft blijven we hier toch een stelletje kruideniers.