Gedoe om wijkraden

Onze gemeente heeft –net als vele andere gemeentes- de behoefte om dicht bij de bevolking te staan. Een aantal jaar geleden ontstonden er initiatieven uit de wijken en dorpen om de leefbaarheid te vergroten. Deze burgerinitiatieven noemden zich wijk- of dorpsraad en zo had de gemeente gelijk een aanspreekpunt om de bevolking in de wijken te kunnen raadplegen. Aanvankelijk bleven de wijk- en dorpsraden eigenlijk georganiseerde actiegroepen.

Maar daarmee ontstond er tevens een probleem. De gemeente wilde dolgraag haar betrokkenheid delen met zijn burgers, maar had ook een sterke organisatiedrang. Je kunt tenslotte in de ogen van het ambtelijk apparaat niet zomaar afspraken gaan maken met een paar losse mensen uit de wijk. Dus de wijkraden werden licht gesubsidieerd en gingen zich institutionaliseren. Kortom: van een werkgroep werd het een stichting en de acties werden keurig opgeschreven in wijkplannen. Op het gemeentehuis was iedereen blij want op deze manier leek het dat de gemeente een goede aansluiting had gevonden met de burger. Er werd zelfs een ambtenaar belast om de contacten en vooral de afspraken met de dorps- en wijkraden te onderhouden. So far so good. Maar er kwam een kink in de kabel. De ambtenaar die werd ingezet om deze wijken te ondersteunen beloofde van alles, maar er kwam bar weinig van terecht. Sommige wijkraden begonnen te mopperen en het gevolg van de slechte slagvaardigheid van de gemeente was dat er zelfs twee wijkraden waren die het bijltje erbij neerlegden. Ze voelden zich niet serieus genomen. Zo ook in de Biezen. Niet met de bedoeling om echt de handdoek in de ring te gooien, legde het bestuur haar taken neer als signaal aan de gemeente dat er iets moest gebeuren. Op zich een zwaktebod, want juist de wijkraden zouden zich niet moeten laten leiden door een falende gemeente, maar juist daardoor harder aan de bel moeten trekken. Ze vertegenwoordigen tenslotte de wijk en door zich te ontbinden kunnen ze ook hun achterban niet meer vertegenwoordigen, waardoor ze de wijk tekort doen. Inmiddels was er een nieuwe wind gaan waaien op het gemeentehuis en wethouder Stoop, die met de PvdA het belang van burgerparticipatie erg belangrijk vindt, zag dit alles met lede ogen aan en beloofde actie. De ambtenaar, die van alles had beloofd en waar de wijkraden maar weinig vertrouwen in hadden, kreeg assistentie en men zou proberen de wijkraden weer nieuw leven in te blazen. En toen ging het fout. In plaats van een dialoog aan te gaan met het voormalige bestuur van wijkraad de Biezen werden er nieuwe mensen geronseld om een wijkraad te formeren. Deze push-strategie, ondersteund door de gemeente, had direct tot gevolg dat een deel van het voormalige bestuur buiten spel werd gezet. Dit voormalige bestuur kreeg via een achterdeur te horen dat er een nieuwe wijkraad was geformeerd. Er had geen overdrachtsvergadering plaatsgevonden of een mededeling dat men dit had besloten. Het oude bestuur protesteerde. Na wat onhandige communicatie tussen oud en nieuw bestuur werd er een overeenkomst gesloten, waarbij de beide partijen het weer eens konden worden. Tot op dat moment was er nog niet echt iets naar buiten gelekt. Alles leek nog redelijk goed te komen. Totdat bij een bijeenkomst van Platform Wonen één van de oud-bestuursleden door de weinig vertrouwenwekkende gemeenteambtenaar werd aangesproken dat ze geen spreekrecht had tijdens deze bijeenkomst, omdat ze geen deel meer uitmaakte van de wijkraad. Daarmee ging deze ambtenaar zijn boekje ver te buiten. Hij bracht de vuile was naar buiten en suggereerde bovendien dat wijkbewoners alleen inspraak hebben als ze deel uitmaken van een stichting. Kijk, als de gemeente van mening is dat ze alleen met formele belangenorganisaties afspraken kan maken, moet ze zich ook vergewissen van het feit dat er echt sprake is van een belangenorganisatie en geen in de haast verzamelde groep mensen. De gemeente is blijkbaar wanhopig op zoek naar een klik met de wijken, maar kan niet zeker weten of ze daarmee een aanspreekpunt heeft als ze met een ondemocratisch instituut als een stichting zaken doet, die bovendien nog met hulp van de gemeente in elkaar gezet is. Een wijkraad zou een vereniging moeten zijn, met een bestuur dat gekozen is door zijn bewoners. Een stichting kan zichzelf namelijk in stand houden en bovendien wordt ze door niemand gecontroleerd. Bestuurskandidaten kunnen zich melden bij het bestuur, maar als het bestuur de kandidaat niet ontvankelijk verklaart, staat de kandidaat buiten spel. En wat als de bewoners het niet eens zijn met hun eigen stichting? Het risico bestaat dan dat men een tweede wijkraad gaat oprichten en naar wie moet de gemeente zich dan richten? Ondanks het feit dat de gemeente met een overigens onmogelijke wijkindeling slechts één aanspreekpunt per wijk accepteert, kunnen er zo toch wel meerdere belangengroepen ontstaan. Zeker nu de gemeente met de wijkraden verregaande afspraken wil maken is het van belang dat de gemeente ook inderdaad met een representatie van de wijk rond de tafel zit. In mijn ogen zou een wijkbewoner automatisch lid moeten zijn van de wijkvereniging. Het is de taak van de vereniging om in een algemene vergadering een representatief bestuur te kiezen. Op deze wijze kunnen excessen als nu in de Biezen zijn ontstaan worden vermeden en kan de gemeente met open vizier afspraken maken met de wijkraden. Bovendien zijn de burgers dan zelf verantwoordelijk voor het functioneren van de wijkraden. Blijft de situatie zoals deze nu is, dan is er sprake van schijndemocratie, en daar wordt in ons liberale landje niemand gelukkig van.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht