Ik kan me nog herinneren, dat een vriend van mij een boekje had, waarin alle Dongenaren met naam en adres waren vermeld. Geen telefoonboekje, maar een adresboekje dat was uitgegeven door de gemeente. Dat was nog voor er wetten op privacy bestonden en eigenlijk ook nog niet iedereen telefoon had. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam de grote doorbraak van de vaste telefoon en iedereen moest zo’n ding aan een draad hebben.
Overzichtelijk, want er was maar één aanbieder, de PTT. Een bijkomend voordeel hierbij was dat er ook een telefoongids was, waarin bijna iedereen in stond. Behalve de uitzondering die om goede of slechte reden zich niet in de gids wilde laten opnemen. Dit ging zo eigenlijk door tot eind jaren negentig. Op een gegeven moment kwam er ook nog de postcode bij en bijna iedereen was op te sporen. Dat veranderde eind jaren negentig door een aantal ontwikkelingen. De mensen werden hoe langer hoe vaker lastig gevallen door telefonische colporteurs en een groot aantal abonnees lieten zich niet meer in de gidsen registreren en kregen geheime nummers. Ook het opheffen van de monopolypositie van de PTT, later KPN, zorgde ervoor dat namen uit de gidsen verdwenen, al zijn er tal van bedrijven die proberen dit op papier of online toch een overzicht aan te bieden. Ook internet is schuldig. Veel –vooral jonge- internetgebruikers gebruiken het internet als communicatiemiddel in de vorm instant messaging, wat veelal gebeurt met MSN. Daarbij wordt niet meer gesproken, maar ziet men dat een bekende online is, zodat direct contact gelegd kan worden door boodschappen in te typen. Bij MSN of andere chatprogramma’s kan dit ook nog in combinatie met een webcam, waarbij men elkaar ook kan zien. En dan kun je dus ook naast het typen gewoon met elkaar praten, zoals ook bij telefoondiensten via het internet, zoals Skype. Deze vorm van communiceren en elkaar vinden gebeurt doordat het vaak een gesloten groep is. Jijzelf bepaalt wie in deze kring wordt opgenomen. In opkomst is het chatten via de virtuele wereld met quasi-spelprogramma’s als Habbo en Second Life, waarbij volslagen onbekenden –vaak in heel andere gedaantes dan de werkelijkheid- contact met je zoeken. De vierde reden is de opkomst van mobiele telefonie. Aanvankelijk naast de vaste telefoon werd een mobieltje aangeschaft. Maar hoe langer hoe meer zie je dat dit ten koste gaat van de vaste lijn. Bij mobieltjes is het overigens al helemaal niet vanzelfsprekend dat het telefoonnummer in papieren of online-gidsen terecht komt. Bovendien is de loyaliteit aan de provider van een mobieltje ver te zoeken, waardoor een moderne Nederlander zowat elk kwartaal een ander nummer heeft. Kortom het bijhouden van een adresbestand is belangrijker dan ooit. En ik zou het zeker niet op papier doen, want dan is het binnen een jaar een volledige doorgekraste toestand. En nu zitten we in een wereld waarin je niet vanzelfsprekend meer het adres of telefoonnummer van een verre neef in Oploo kan opzoeken om eens te vragen hoe het gaat. Terwijl de communicatiemiddelen ons om de oren vliegen, zijn we nu niet meer in staat om overzicht te hebben. Mijn moeder van 80 met nog een vaste lijn die nog in een boek staat; mijn schoonouders van half in de zeventig, die uit kostenoverweging willen overstappen op een –niet geregistreerd- mobiel nummer; mijn schoonzus die een geheim vast telefoonnummer heeft, maar wel een interactieve weblog op het internet onderhoudt; en mijn jonge neven die sneller van telefoonnummer wisselen dan van kleding: het is een kleine puinhoop geworden in communicatieland. En probeer je al deze informatie te rubriceren, dan loop je nog het risico dat men jou gaat aanklagen wegens schending van de privacy. En volgens mij is het einde nog niet in zicht. De versnippering, aangewakkerd door de privatisering net haar concurrentieverhoudingen, gaat hoe langer hoe verder. Maar wordt het daardoor beter? OK, de kosten gaan naar beneden, nadat we eerst decennia lang zijn getild door de communicatieproviders. Toch denk ik dat dit mechanisme ervoor zorgt dat er veel buitenstaanders komen. Mensen die niet aangesloten zijn, onvindbaar worden en wegkwijnen in dit geweld. Is dit de tol voor de vooruitgang?