Deze week beleefden we iets bijzonders. De scholierenstaking, die plotseling uitbrak in grote delen van ons land leek gecoördineerd als een militaire operatie. Er was ook een verschil met een militaire operatie of geplande staking; er bleek geen leider te zijn. De actie was er ineens en alle deelnemers hadden scherp het doel voor ogen waarvoor de actie moest plaatsvinden: af van het gepruts van onderwijsministers, -systemen en –instellingen om aan onmogelijke regeltjes te voldoen. En dit zonder een man op een zeepkist.
De actie was opgezet via het internet en daarmee was het de eerste Web 2.0-actie in ons land. Afgezien van het geweld dat op sommige plaatsen ontstond, ben ik blij verrast dat jongeren laten blijken weer ergens voor te staan. Maar hoe het georganiseerd is, treft mij nog het meest. Toevallig doe ik, gedreven door mijn werk, wat onderzoek naar jongerengedrag op het internet en deze actie liet zien dat de theorieën die ik aan het verzamelen ben inderdaad van toepassing zijn.
Mijn leeftijdsgenoten zijn digital immigrants; mensen die opgegroeid zijn in een analoge wereld en de digitale revolutie over zich uitgestort hebben gekregen. Het gevolg is dat toen zij opgeleid werden, veel beroepen die ze nu uitvoeren niet eens bestonden. Zelf ben ik hier ook een voorbeeld van, want mijn beroep: ICT Architect bestond simpelweg 10 jaar geleden nog niet en er waren zeker toen geen opleidingen voor. Onze jonge opvolgers zullen problemen moeten gaan aanpakken, waarvan wij het bestaan nog niet eens vermoeden. En de voorbereiding hierop vindt plaats op school; een gefrustreerd conservatief, dolend bolwerk. In de IT-literatuur heeft men het over digital natives, als men het over de huidige generatie tieners heeft. Opgegroeid met alom aanwezigheid van technische communicatiehulpmiddelen. Zij handelen anders dan wij: niet de maatschappij, maar het functioneren in de maatschappij staat centraal bij jongeren. Ze stellen zichzelf daarbij in het middelpunt van een wereld die ze zelf mee bepalen, wars van de veilige verzuilde principes van de vorige eeuw.
De oorzaak van deze verandering zit in de technische en economische mogelijkheden om overal gebruik te kunnen maken van hun alom aanwezige communicatiemiddelen. Deze middelen zijn voor jongeren bereikbaar geworden en onmisbaar. Deze digital natives vinden het aanwezig zijn van snel internet net zo vanzelfsprekend als wij het ontvangen van stroom, gas en water normaal vinden. Valt het internet uit dan raken ze in paniek, terwijl wij – de oudere generatie- ons afvragen waarom ze zo’n ophef maken. We hebben toch jaren lang zonder mobieltjes en internet – zonder enig probleem- kunnen functioneren? Toch ligt het anders als je van mening bent, zoals zij, dat de aansluiting op de wereld niet plaatsvindt door elkaar in levende lijve te ontmoeten en handen te schudden, maar elkaar digitaal opzoekt om de zaken uit te wisselen waarmee ze juist op dat moment bezig zijn. Zij zijn daarmee in staat veel meer bronnen parallel te raadplegen dan wij. Het elkaar fysiek opzoeken om informatie uit te wisselen beperkt je kring namelijk enorm: het is kostbaar, er gaat veel reistijd in zitten en je hebt uiteindelijk maar één mening gehoord. Als geen andere groep blijken jongeren in staat met de nieuwe communicatiewapens zoals hun mobieltjes en de moderne webtoepassingen zoals MSN, Hyves, MySpaces, LijkedIN en noem maar op, om de informatie die ze krijgen razendsnel te filteren. Wij bouwden onze kennis op door boeken te lezen en de opgedane kennis te bundelen; zij doen het andersom. Er zijn alom enorm veel gegevens beschikbaar en hun missie is de juiste informatie daaruit te halen. Juist de groepen waaraan ze deelnemen binnen de internetcommunities als Hyves, MSN e.a. gebruiken ze als hun filters. Ervaringen worden gedeeld en uiteindelijk besluit de jongeren op basis van deze sociale afweging wat hij of zij gaat doen of voor waar aanneemt. Dat zie ik ons, digital immigrants, nog niet zomaar doen: we hebben geleerd alleen onszelf te vertrouwen door zaken fysiek te staven. We zien wel de voordelen van de nieuwe middelen in, maar zijn ook argwanend en passen het voorzichtig toe. We zullen daarom ook links en rechts worden gepasseerd door de huidige en volgende generatie tieners die daar geen last van hebben. Maar ook bij ons verschijnen de barstjes. Hoe vaak komt het al niet voor dat pa aan zijn kinderen gaat vragen waar hij zijn nieuwe TV moet kopen,. Hij heeft gehoord dat het veel goedkoper is iets te kopen op het internet dan in de winkel. Maar omdat hij die wereld nauwelijks begrijpt doet hij een beroep op zijn kinderen om dit uit te zoeken. Dat is maar het begin van bewust, onbekwaam handelen in de virtuele wereld.
Terug naar de scholierenstaking: ook hier hebben de PC, het mobieltje en vooral de webcommunities, zoals Hyves en MSN ervoor gezorgd dat in een onwaarschijnlijk korte tijd een actie op touw kon worden gezet. De reacties van de scholen geeft aan of ze hun eigen leerlingen nu wel of niet begrijpen. Kijk hoe het gegaan is in Raamsdonksveer: daar heeft de schoolleiding er niets van begrepen. Door de kinderen op te sluiten ontketent men een collectieve agressieve reactie die uit de hand loopt, en die heel begrijpelijk is als je de dialoog niet aangaat, omdat je geen notie hebt hoe de jongerenwereld werkt. In Dongen was deze staking ook uitgebroken, maar door in gesprek te gaan met de leerlingen werd het tij gekeerd omdat er wèl een dialoog op gang gekomen was over gemeenschappelijke belangen. Iets wat de digital native in zijn sociale netwerken als geen ander snapt. Deze actie is een uiting van het prille begin van het nieuwe virtuele tijdperk. Een wereld waar vooral wij –horkige systeemdenkers- het nog vooral zwaar zullen krijgen.