De laatste maanden lees je hoe langer hoe vaker dat ouderen steeds meer gebruik maken van het internet. Zij surfen er vrolijk op los, vinden het vaak een verrijking van hun eenzame bestaan en voelen daarmee dat ze nog ergens bij horen. Hoera, zou je zeggen. Zeker als je de enthousiaste verhalen leest en ziet dat de aanbieders van webpagina’s ook de oudere hebben gevonden, dan is dit een geweldige ontwikkeling. Maar niet iedere oudere kan hieraan meedoen. Of ze hebben niets met de computers en al zeker geen internetaansluiting. En als deze schroom is overwonnen dan is de drempel vaak het toetsenbord.
Mensen die hun hele leven lang met hun handen hebben moeten werken, hebben nooit een typemachine van dichtbij gezien. Dus het ontbreekt aan typevaardigheid. Maar je kunt toch ook veel met de muis, zul je zeggen? Ook dat klopt, maar zo intuïtief wij dit soort hulpmiddelen gebruiken, zo lastig vinden mensen dit die nooit stil achter een bureau hebben gezeten. En komen ze er wat verder mee, dan wordt vooral het toetsenbord toch nog zoveel mogelijk gemeden.
Vaak ontbeert het ook aan elementaire PC of Windowskennis, waardoor ze zich onhandig zwoegend door de pagina’s bewegen. Ook het gebruik van internet door ouderen is totaal anders dan van bijvoorbeeld de jongste generatie. Ouderen zoeken zaken op en spelen –bij een overschot aan tijd- vaak spelletjes op de PC. Daarnaast is er een groep die wat verder is en gebruik maakt van berichtenuitwisseling, chatten etc. Deze mensen beleven veel plezier aan hun digitale netwerken en horen er zo zeker bij. Vaker blijven ze zo ook in contact met andere generaties, wat een erg positief effect heeft. Maar als je niet zo bent, of financieel niet in de gelegenheid bent om een computer aan te schaffen of te internetten dan zie je dat de wereld steeds kleiner wordt. Een paar weken geleden kwam een wat oudere vriend langs, die zich ook jarenlang had verzet tegen internet, toch verzuchtend met de mededeling dat ook hij had besloten een PC met internet in huis te nemen. Hij had altijd beweerd dat hij dit niet nodig had. Het blijkt echter dat een leven zonder PC en internet in deze tijd hoe langer hoe moeilijker wordt. Wanneer bedrijven nieuwe markten aanboren willen ze dit zo efficiënt mogelijk doen. Met het internet kun je in Nederland momenteel 80% bereiken via breedbandverbindingen. Daarmee is Nederland koploper, maar heeft tot gevolg dat bedrijven ook hoe langer hoe meer het internet gaan inzetten om hun producten aan te bieden. Het is begonnen met boeken en cd’s; inmiddels is de reiswereld ook zowat digitaal en momenteel beginnen de financiële dienstverleners hun producten haast exclusief aan te bieden via internet. Er zal een groep zijn, waar veel ouderen toe behoren, die via internet zeker niet bereikt zullen worden. Doordat het lanceren en onderhouden van producten relatief goedkoop is op internet, zal er een prijsstijging ontstaan voor verkoopkanalen, die met papieren brochures werken of nog persoonlijk contact onderhouden. Daardoor zal er een nog scherpere tweedeling in onze maatschappij komen. Eens komt de tijd dat wanneer je niet ‘aangesloten’ bent, je zaken gaat missen of erg onvoordelig uit zal zijn. En omdat de drempel – niet alleen financieel – steeds hoger wordt zal er een stevige noodzaak zijn van sociale vangnetten, die voorkomen dat de niet-aangesloten groep afglijdt in een geïsoleerd bestaan. Daarom vind ik de workshops van ouderenwelzijnsorganisaties om mensen op leeftijd te interesseren voor de digitale wereld uitstekende initiatieven, die zo laagdrempelig mogelijk zouden moeten worden ingezet. Daar moeten we met zijn allen aan werken. De groep ouderen wordt hoe langer hoe groter en als we ze daarbij helpen, blijven de krasse knarren tot hun eind met plezier bij ons. En dat gunnen we ze toch?