De opstanding van Jezus viert de christelijke kerk op deze dag. Drie dagen na zijn dood verdwijnt Jezus uit zijn verzegelde graf om zich later weer te openbaren aan zijn leerlingen. Dit alles met de bedoeling de apostelen klaar te stomen voor de verspreiding van Het Woord. Had hij dit niet gedaan, dan was waarschijnlijk het Christendom nooit tot ontplooiing gekomen. Dan waren de apostelen, bang voor wraakacties na hun collaboratie met Jezus een anoniem bestaan gaan leiden.
Ook in hetzelfde Nieuwe Testament wordt deze verleiding ook al beschreven, als Petrus, Jezus tot drie maal toe verloochent. Door het door Jezus voorspelde signaal: het kraaien van een haan, wordt Petrus hierop geattendeerd en heeft direct spijt van zijn leugens. Bovendien beseft hij dan dat het een verkeerd signaal is. Je zou kunnen zeggen dat Jezus moderne managementtechnieken hanteerde om zijn leerlingen op weg te helpen. Uit angst voor verandering en de daarmee gepaard gaande onzekerheid vervallen mensen vaak in oude gewoontes bij stress-situaties. Kijk naar de man of vrouw die al een tijdje gestopt is met roken en zich daardoor nieuw gedrag heeft eigen gemaakt en bij een plotselinge vervelende gebeurtenis –een ernstig ongeval binnen de naaste familie- als eerste een sigaret vraagt. Het terugvallen in oud gedrag ligt altijd op de loer. Jezus moest dus een krachtig signaal afgeven om de apostelen uit hun stress-situatie de gezamenlijke droom toch waar te laten maken. Tussen Pasen en Pinksteren gebeurt dat dan ook, met als hoogtepunt Pinksteren, waarna ze allen klaar zijn om het missiewerk te gaan verrichten. Zojuist heb ik een zelfmanagementboekje gelezen wat ook deze kant belicht. Het is een praktisch boekje waarmee je geholpen kan worden om jezelf te veranderen. Niet dat ik de illusie heb dat ik op mijn 51e nog veel zal veranderen, maar in de chaos van veranderingen waarin we dagelijks vastlopen, geven de tips in het boekje Dromen, Durven en Doen van Ben Tiggelaar toch wat houvast. Daarin wordt o.a. beweerd dat wanneer je jezelf wilt veranderen, je dit met je omgeving moet delen, zodat ze jou ook een beetje begrijpen, wanneer je voor hen vreemd gedrag gaat vertonen. Dat is voor mij persoonlijk wellicht een goede tip. Ook voor mijzelf is dromen en durven meestal geen punt, maar vooral het “doen” een probleem. Plannen maken, het voorbereiden, het inschatten van de risico’s en uitdragen is veelal het accent van mijn geplande verandering. Het stokt nogal eens als het op uitvoering komt. Wellicht is het beroep wat ik uitvoer daarom ook wel op mijn lijf geschreven. Ik ben ICT-architect en laat het “Doen” graag aan projectmanagers en hun team over. Wat het boekje ook aardig beschrijft, is dat het een misverstand is dat mensen niet willen veranderen. Ook ik ben van mening dat dit niet het geval is. Mensen willen wel veranderen, maar daarbij niets verliezen; dat is het punt. Waarom snoept iemand? Omdat hij het lekker vindt. Je wordt er dik van en dat is niet goed. Je gaat je overgewicht bestrijden, waardoor je pijn moet doorstaan en bovendien moet je ophouden met dat heerlijke snoepen. Dat is een verlies, naast dat het pijn kost om af te vallen. Daarom is veranderen moeilijk. Je moet telkens jezelf weer motiveren of gemotiveerd worden. Veranderen valt dus mee als er niets te verliezen valt. Een voorbeeld is daarom ook Pasen. Pasen is als tijdstip het startsein voor een jaarlijkse grote verandering. Na de winter volgt een seizoen waarin alles weer tot bloei komt, de wereld warmt op en mensen zijn vrolijk, vol met plannen en gaan monter aan de slag. Vandaar ook de term lentekriebels. Maar even niet opletten wat er zowat in de wereld gebeurt. Hou dat positieve gevoel vast. Je kunt het.