Chinees gevaar

De Olympische Zomerspelen zijn voorbij en met een vergrootglas hebben we de afgelopen tijd naar China gekeken. Het is een land in een groeistuip. Sommige zaken gaan heel snel en andere dingen blijven achter. Hetgeen achter blijft zijn de zaken die moeilijk liggen, In zoverre wijkt China niet af van andere landen in ontwikkeling. Wat gaat er goed? Nu, de economie groeit sterk, waardoor er zowaar een middenklasse gaat ontstaan in dit communistische land. Maar dit gaat wel langzaam. Wat ook beter gaat is dat we iets meer in de keuken mogen kijken van dit besloten land.

Maar nog lang niet genoeg. Wat men in China zelf goed vindt, is dat de Chinees haast een blind vertrouwen heeft in de leiding, of dit nu de bedrijfsdirecties zijn of de overheid. Dit gedrag is heel herkenbaar van andere langdurige dictatoriale modellen. Uiteraard zijn er wel mensen die protesteren tegen het systeem, maar deze worden monddood gemaakt of verdwijnen. Helaas voor de simpele Chinees ziet hij geen verschil tussen een overheid als baas of een directeur van een commercieel bedrijf. Hij moet gewoon doen wat hem is opgedragen. Vandaar ook dat China zo’n spectaculaire opening van de spelen kan verzorgen met duizenden acteurs, die hun ding met angstvallige precisie uitvoeren. Dat is ook de reden dat in totalitaire systemen grote sportprestaties worden geleverd. De overheid isoleert het talent en brengt het afgescheiden van de rest tot grote hoogte. Dit wordt gezien als een privilege, waardoor de sporter extra zijn best doet. In onze landen stimuleren we wel topsport, maar de sporter is veel meer een vrij mens, waardoor hij of zij ook in de verleiding komt om niet optimaal te presteren. Motivatie komt in ons systeem vooral van binnenuit. Hoewel het lijkt dat er iets van een middenklasse gaat ontstaan in China is de top erg smal en zal ook smal blijven. Dat wil zeggen dat verdiend geld zich concentreert bij een kleine groep mensen, waarbij de overheid een belangrijke lepel in de pap heeft. Omdat driekwart van de Westerse wereld zijn spullen in China laat maken, worden de ogenschijnlijk kleine winsten op één hoop geveegd en door de enorme volumes ontstaat er een geweldige kapitaalberg. Bovendien blijft het winstsaldo gegarandeerd. Op televisie zag ik deze week een documentaire waar het businessmodel van China sterk tot uiting kwam. Arbeiders worden zwaar onderbetaald, ook naar eigen maatstaven. Door gebrek aan efficiënte controle en de aanwezige corruptie blijft dit zo. De arbeiders wonen vaak in door het bedrijf beschikbaar gestelde woonruimte, vaak niet meer dan een bed op een kamer, die gedeeld moet worden met vele anderen. De arbeider moet er wel voor betalen, net als voor het eten dat beschikbaar wordt gesteld. Zijn eerste loon wordt vastgehouden om te voorkomen dat hij zomaar wegloopt. Van vakbonden of CAO’s heeft men nog nooit gehoord. De beperkte wetgeving blijkt eenvoudig te omzeilen en de arbeider kan zijn recht niet halen bij gebrek aan middelen en begrip van de overheid. Komt hij in opstand dan betekent dit geheid ontslag, zonder uitbetaling van salaristegoed. Gezien de slechte kansen op de arbeidsmarkt houdt de gemiddelde Chinees zijn mond maar en zet er nog maar eens een tandje bij. Moet een bedrijf goedkoper zaken leveren dan gepland, doordat de Westerse zakenlieden het onderste uit de kan willen, dan wordt het verschil gekort op de salarissen van de werknemers. Wil men de spullen snel hebben, dan wordt er vaak –onbetaald- zeer lang overgewerkt met werkdagen van langer dan 18 uur. Wij bekommeren ons om de mensenrechten in China, maar stimuleren dit economische systeem sterk. We hebben dus als Westerse naties boter op ons hoofd. En eigenlijk zou elk bedrijf dat predikt dat het verantwoord maatschappelijk onderneemt en zaken doet met China, zich de ogen uit het hoofd moeten schamen. Alle controles ten spijt om het proces te volgen in China: als je te weinig betaalt of hoeft te betalen om spullen te laten maken, zoals bijna altijd gebeurt, dan weet je dat dit ten koste gaat van de arbeidsomstandigheden daar. Nog afgezien wat we het milieu aandoen. Maar let op: we krijgen een koekje van eigen deeg binnen zeer korte tijd. China concentreert de opbrengsten van zijn economie zeer sterk, waardoor ze plotseling ontstellend rijk is en hoe langer hoe meer kan infiltreren in onze economie. Dit omdat in onze maatschappij het geld meer verdeeld is door marktwerking, waardoor machtsconcentratie gereguleerd wordt door het systeem. Als China dus toe kan treden op de kapitaalmarkt, zonder de spelregels die algemeen aanvaard zijn te volgen om kapitaal te verwerven, kopen ze alles op en hangen wij straks aan een touwtje te bungelen in de greep van China. Voorlopig nog als consument en lijkt er weinig aan de hand, maar op een gegeven moment hebben ze ons niet meer nodig. Dit zou wel eens het einde van onze liberale cultuur kunnen betekenen.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

[/vc_column_text]

Beoordeel dit bericht