Het is er dan eindelijk van gekomen: het elektronisch patiëntendossier. Niet dat het veel voorstelt bij invoering, maar het begin is gemaakt. Voor alsnog alleen medicatiegegevens maar op een gegeven moment zullen alle medische gegevens opvraagbaar zijn. Nu ja, alle: na 15 jaar zal een groot deel van het dossier worden opgeschoond. Als consument ben ik hier wel blij mee. Ik hoop dat ik niet, net als vorige maand met mijn moeder naar het ziekenhuis moest en mijn moeder, een deel van het dossier moest meenemen naar de arts die ze de week erop moest bezoeken.
Binnen het ziekenhuis bleken ze niet in staat om ervoor te zorgen dat de spullen op tijd de arts zouden bereiken. In hetzelfde ziekenhuisconcern. Anno 2008! Het gekke is dat er artsen zijn die er niet blij mee zijn. Ze zijn bang dat de zaken die ze zelf in het dossier plaatsen door anderen verkeerd worden geïnterpreteerd. Maar stel dat ze niets zouden vertellen en de volgende in de medische keten hun bevindingen maar moesten raden. Wat heb je als patiënt dan liever? Als de artsen eens ophouden in raadselen te spreken om hun eigen incompetentie te verbergen, maar glashelder uit de doeken doen wat ze vaststellen -ook wat ze niet kunnen beoordelen- kan dit toch niet gebeuren? Door het gebruik maken van de eigen medische geheimtaal is een patiëntendossier voor een leek al niet of nauwelijks te lezen. En bij de gratie God’s mag je met je DigID en Burgerservicenummer ook zelf je dossier nog inzien; dat is ook al een doorn in het oog van de medische stand. Het patiëntendossier wordt overigens niet één dossier, maar een dossier met heel veel mapjes. Elke arts of behandeling zal een eigen hoofdstuk krijgen en geen enkele arts zal iets van zijn collega’s gaan corrigeren of aan kunnen vullen, hij kan uitsluitend werken in zijn eigen onderdeel. Zo’n dossier wordt dan nog niet zo gemakkelijk om te beoordelen of te snappen. De samenvatting moet dan uitkomst brengen in de structuur. Eigenlijk is de elektronische variant een exacte kopie van het papieren dossier, met dien verstande dat straks ook elke arts in dit dossier kan kijken en aanvullen, mits met toestemming van jou. Het heeft een eeuwigheid geduurd voordat dit dossier er kwam. Telkens werden weer nieuwe bezwaren gemaakt om het vooral niet in te voeren. Toestanden over beveiliging en ik weet niet wat voor rookgordijnen er allemaal nog meer werden opgeworpen om vooral maar geen openheid te geven. In mijn ogen wordt er ook veel te spastisch omgegaan met het geheim van medische gegevens. Wie in hemelsnaam is er nu geïnteresseerd in mijn medische status, behalve mijn behandelende artsen en ikzelf? Sommige mensen denken dan bij misbruik door verzekeraars, maar dat is eigenlijk ook onzin. Zolang we wettelijk vast hebben gesteld dat een verzekeraar een basis zorgverzekering niet mag weigeren op medische gronden, zou hij niet het recht mogen hebben dit medisch dossier in te zien. Bij een aanvullende verzekering ligt dit anders: dan kan de verzekeraar nu jou een keuring voorschrijven en informatie opvragen bij je behandelende artsen. Verzwijg je daarbij iets dan loop je zelfs het risico dat je geen schadeuitkering krijgt en strafbaar bent. Dat is wettelijk zo vastgesteld in het wetboek van koophandel. En dat geldt ook voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en risicoverzekeringen. Zo’n elektronisch patiëntendossier zou juist het acceptatiebeleid kunnen versnellen en goedkoper maken, waardoor het geen eeuwigheid meer duurt voordat je uitsluitsel over de dekking krijgt. Ik zou het helemaal niet erg vinden dat artsen, waar ook ter wereld beschikking kunnen krijgen over mijn medische gegevens als dit nodig is. Stel dat je iets overkomt in het buitenland en de artsen moeten allerlei elementaire onderzoeken doen, voordat ze je kunnen helpen -neem bijvoorbeeld je bloedgroep- dan zou dit juist het verschil uit kunnen maken tussen leven en dood. Ik ben daarom blij dat de mystiek een beetje wordt weggenomen en er iets van openheid gaat ontstaan in deze zelfverrijkende ondoorzichtige medische wereld. Lang leve de openheid. Mijn bloedgroep is overigens O-positief.