Waterschapsverkiezing

Is een sociaaldemocratische dijk sterker dan een liberale? Zijn confessionele sloten beter dan communistische? Mij lijkt het niet. Maar de oudste bestuursvorm in Nederland, het waterschap goes politics. Het gaat hier om een orgaan dat moet zorgen dat ons land niet onderstroomt, dat het waterpeil goed blijft en de kwaliteit van het water ook. Eeuwenlang hebben de besturen van waterschappen bestaan uit mensen uit de natuur, landbouw, echte gebruikers, belanghebbenden, deskundigen en zeer geïnteresseerden. Zeker, veel van deze mensen hadden een politieke voorkeur, maar in de waterschappen is dit nooit een issue geweest.

Er is geen verschil tussen rode en groene dijken, als ze maar stevig en hoog genoeg zijn. Met de entree van de politiek in het waterschap wordt het moeilijker om de scheidslijn te trekken tussen de uitvoering en besluitvorming. Juist waar de lokale en landelijke overheid duaal is ingericht, worden hier door de introductie van politieke partijen uitvoerende taken gelegd bij politici in de rol van bestuurder. Waarom bestaan waterschappen? Waterschappen zijn georganiseerd rondom natuurlijke kavels. Kavels die door de natuur zijn gevormd in de vorm van delta’s –of toch door de mens- polders. Deze kavels trekken zich niets aan van gemeente- of provinciegrenzen. Ze heffen daarom zelf een eigen belasting om de noodzakelijke infrastructuur binnen hun kavel op peil te houden of te verbeteren. Daar zijn uiteraard keuzes bij te maken. Door nu politieke partijen te laten participeren zal de onafhankelijke positie van de waterschappen onder druk komen. Landelijke en gemeentelijke politieke belangen zullen doordruppelen binnen de waterschappen, waardoor de uitvoering van waterschapszaken zich niet meer gaat onderscheiden. En als dit het geval is, dan vraag je ook af of eigenlijk een waterschap nog bestaansrecht heeft. Waarom zijn dit geen regionale werkgroepen van het ministerie van verkeer en waterstaat; bemand door ambtenaren, die door raadpleging van de bewoners van de delta’s of polders en een door het rijk toegekend budget de taken van de huidige waterschappen uitvoeren. Zijn wij weer af van een stukje schijndemocratie; want weet u nu werkelijk wat de voornamelijk uit heren bestaande waterschappen gaan doen? Wordt u ooit iets gevraagd, behalve dan om te gaan stemmen eens per vier jaar? En wilt u eigenlijk wel inspraak over dergelijke vanzelfsprekende zaken? Volgens mij drie keer nee op deze vragen. Een dijk is geen onderhandelingspunt. Nu moet heel Nederland wakker geschud worden om te gaan stemmen op dit instituut. Wat kost dat wel niet? Kunnen we daarmee de dijken niet beter verhogen? Hier in de buurt heet het gefuseerde waterschap Brabantse delta. Op de herenlijst die we ontvingen – van de 126 kandidaten is maar 20% vrouw, waarvan twee op een verkiesbare plaats- is een eenmanspartij Het is zelfs zo dat individuen niet eens mee mogen doen, maar een lijst moeten vormen. Dat betekent bijvoorbeeld dat er een eenmansfractie een partij vormt met de twijfelachtige naam Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne. Waarschijnlijk een schizofreen. En de Partij van de Arbeid kon zelfs geen enkele vrouw vinden die gemotiveerd of geïnteresseerd lijkt in wateraangelegenheden. En campagne voeren? Enthousiast zijn er borden geplaatst door de gemeente. Eén zielige poster van het CDA is hierop te vinden. Ik heb altijd voor alle democratische verkiezingen mijn stemrecht laten gelden; maar deze kelk laat ik aan mij voorbij gaan. Als columnist is het wellicht niet gepast een stemadvies uit te brengen. Dat doe ik dan ook niet, want stemmen zal ik niet gaan doen.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht