In een voorgaande column heb ik een pleidooi gehouden om geld in natura af te schaffen en alleen nog digitaal te betalen om overvallen te voorkomen. Maar dat zou een oplossing op lange termijn kunnen zijn, maar daar heeft de winkelier in Dongen nu niets aan. Als ik nu middenstander zou zijn in Dongen, zou ik dus elke klant vragen om te pinnen in plaats van contant af te rekenen. Daarmee voorkom je wellicht geen overval, maar de buit is in ieder geval niet interessant meer, waardoor de overvaller mogelijk zijn werkterrein gaat verleggen. Helaas vrees ik dat dan zwakkeren uit de samenleving het slachtoffer gaan worden: winkelende oude dametjes met alleen contanten op zak –ja ze bestaan nog- en overvallen aan de deur van woningen.
Je ziet in Dongen in snel tempo de winkeliers die nog geen pinapparaat hebben zo’n ding aanschaffen. Ook merk je dat ze een vorm van angst en oplettendheid uitstralen. Gaat het standaard praatje meestal over het weer, nu heeft men het over de overvallen. De gemeente en politie organiseren nu een voorlichtingsavond waar de belangstelling volgens de voorzitter van de winkeliersvereniging erg groot is. Terecht, want winkeliers zijn niet opgeleid om om te gaan met dergelijke situaties, al zie je bij grote ketens wel dat hun personeel hiervoor trainingen kunnen krijgen. Je zou het maar meemaken dat een idioot je een pistool of mes voorhoudt om een paar centen van je af te nemen.
De vraag die Dongen ook wel bezighoudt is: waarom Dongen? Het is zeker niet zo dat Dongen de meest florerende middenstand heeft, al is het er rond de feestdagen nu wel drukker. Ook de ontsluiting naar uitvalswegen is niet echt super. Wat is er veranderd dat Dongen nu ineens op de overvalkalender staat? Komt het door het psychologische effect van het ontberen van een politiepost? Het ontbreken van een loket is voor een Dongenaar wel een doorn in het oog. Voor een aangifte, maar ook voor het terugbrengen van een verloren portemonnee moet je of in Rijen, Oosterhout of Tilburg zijn. Als je één van de nomadische vier wijkagenten wil spreken kun je dit nooit rechtstreeks: telefonisch via een algemeen nummer en via de e-mail: idem dito. Daarmee worden de criminaliteitscijfers overigens wel beter: niemand neemt nog de moeite om de politie op te zoeken. Het vergroot dus de afstand naar de dienders. Je ziet geen vlees en bloed als je contact met ze zoekt. Het gevolg is dat de politie in plaats van preventief, reactief reageert. En dat is het overvallersgilde niet ontgaan. Een kenmerk van een overval is dat het snel en effectief moet zijn en eer dan de politieagent vanuit Waalwijk of zo in Dongen is, is de buit allang uitgegeven aan wiet, pillen of alcohol, waarbij een getraumatiseerde winkelbediende of klant is achtergebleven. Met interessante acties als de buurt achteraf afzetten los je ook niets op. Snel wegwezen is namelijk ook nog een belangrijk kenmerk van overvallers. Hij, de overvaller, – vrouwen doen zoiets blijkbaar niet – gaat echt niet op een terras naast de winkel zijn buit zitten tellen. In zeer korte tijd zijn er nu zeven overvallen geweest in Dongen, waarvan er in twee zaken daders zijn gepakt. Een pakkans dus van bijna 1 op 3. Ondanks dat ik dit getal gezien de beperkte inzetmogelijkheden van de politie nog niet eens vind tegenvallen, is het voorkomen uiteraard beter.
De burgemeester kondigde daarom ook al aan dat er snel meer blauw op straat komt in Dongen. Een reactieve actie om toekomstige overvallers af te schrikken. Dit ondermijnt wel alle bezuinigingsaspiraties van onze overheid. Een actie waarvoor de Dongense bevolking dus zal moeten dokken. De politie wordt nu eenmaal als een commercieel bedrijf geleid. Inzet moet betaald worden door de klant, Dongen in dit geval. Nog niet zo lang geleden was de taak van de politie vooral om criminaliteit te voorkomen. Agenten waren zichtbaar op straat, gaven adviezen en voorlichting en er gebeurde veel minder ellende dan nu. Het grote nadeel van de aanpak van vroeger was, dat – doordat er niets gebeurde – de criminaliteit laag was. De effectiviteit van preventie wordt pas duidelijk als je ophoudt met preventie. En als je afgerekend wordt als agent op aantallen uitgeschreven bonnetjes of opgeloste misdrijven, dan doe je het dus niet goed als je een criminele daad voorkomt. De rekenmeesters komen zo, in slechte economische tijden, tot de conclusie dat de inzet wel wat minder kan en de preventieve taak wordt doorgestreept. Het is namelijk moeilijk om doelstellingen te meten als: ik heb dit jaar 100 misdrijven voorkomen. Dat is niet SMART genoeg volgens de Amerikaanse afrekencultuur, die bij onze justitie is binnen geslopen. En nu zitten we met de gebakken peren. We zijn in Dongen beland in scènes van goedkope westernfilms, waarbij door de rechteloosheid criminelen ongestoord hun gang kunnen gaan. Het inzetten van meer agenten op straat zal zeker helpen, maar voor hoe lang? Verplaatst de criminaliteit zich dan niet gewoon en binnen no-time moet je overal dergelijke acties gaan inzetten. De politie zou in mijn ogen moeten terugkeren naar het oorspronkelijke doel: voorkomen van misdrijven. En helaas is dit een permanente inzet. En weg met die Angel-Saksische afrekencultuur binnen het politieapparaat.
Dus een loket waarbij je direct contact kunt krijgen met een levende agent, is wel het minste dat in een plaats als Dongen terug moet keren. Alleen het idee maar dat over ons wordt gewaakt, is mogelijk al afschrikwekkend genoeg en schept bovendien meer vertrouwen bij de burger.