Klassieke muziek

Ik ben een muzikale omnivoor. Ik ga met hetzelfde gemak naar een hardrockconcert als naar een opera of orkestuitvoering. Ja, ook klassieke muziek vind ik mooi. En klassieke muziek is pas echt een beleving als je zo’n orkest in levende lijve ziet en vooral hoort. Thuis is men minder te spreken over deze laatste kunstvorm. Mijn vrouw gaat zelden mee als ik naar een concert wil, want ze geeft er niet veel om. En dat ze niet alleen is blijkt wel uit de cijfers. De belangstelling neemt sterk af. Het is ook zo dat onbekend, onbemind maakt.

Veel mensen horen nooit klassieke muziek. Op de populaire radiostations wordt zelden klassieke muziek ten gehore gebracht en zeker al geen lange stukken. Als de mensen televisie kijken komen ze op populaire tijdstippen zelden uitvoeringen tegen. Vaak zijn het ook lange stukken, waarbij een groot beroep gedaan wordt op het inlevingsvermogen en het geduld van de toeschouwer. De thema’s zijn zeker niet altijd duidelijk en het visuele aspect is ook beperkt.

De vraag is of het publiek het geduld op kan brengen het te snappen in deze snelle tijden. Als je naar een orkestuitvoering kijkt is het daarbij ook nogal statisch. Er staat een dirigent op een blok te zwaaien; iedere muzikant zit keurig op een stoel en na een half uur heb je alle zenuwtrekjes bij de muzikanten wel gezien. Het is ook vooral ook om te luisteren.
Wie in deze wereld wel de toeschouwer blijft boeien is André Rieu. De Limburgse succesformule krijgt het voor elkaar het publiek zowel muzikaal als visueel mee te nemen in een soort reis. Daarbij maakt hij zeker ook gebruik van populaire thema’s en middelen en betrekt hij daarbij zijn publiek. Sommige zullen dit artistiek populisme noemen, maar je zou ook kunnen zeggen dat het grensverlagend is. Ondanks de grotendeels klassieke nummers krijgt Rieu de zalen vol en zie je ook een soort verbondenheid tussen de toeschouwers en laat dit publiek wel kennismaken met klassieke muziek. En men vindt dit prachtig.
Het deftige publiek bij de “zware” klassieke uitvoeringen blijft serieus. Dit in hoog tempo vergrijzende volk oogt wat elitair en is vaak chique gekleed, want dat hoort zo. De mensen hebben lang niet zoveel plezier met elkaar. Het is allemaal nogal een individuele beleving.

Als je thuis klassieke muziek wil beluisteren moet je een goede installatie hebben. De nuances en dynamiek bij klassieke werken zijn veel groter dan bij de ingeblikte popmuziek en het stelt daarom veel hogere eisen aan je apparatuur. Als het luisteren naar klassieke muziek toch een individuele beleving is, kunnen liefhebbers beter hier in investeren, dan naar zwaar gesubsidieerde, en steeds duurdere, concerten te gaan. Want de subsidies zullen verdwijnen, zowel op de kaartjes –waar nu al het verhoogde BTW-tarief op wordt ingevoerd- als op de orkesten zelf. Orkesten en operagezelschappen zijn gewoon heel erg kostbaar en zijn tot nu toe niet financieel zelfstandig in leven te houden, behoudens het orkest van Rieu. De muzikanten en zangers/acteurs zijn allemaal hoog opgeleid en behoren daarmee ook een redelijk salaris te verdienen. En als de belangstelling terugneemt gaan in een tijd van bezuinigingen economische wetten gelden. Ik wil zeker niet generaliseren, maar de gemiddelde moderne mens raakt niet erg geïnspireerd door klassieke muziek. Men groeit er niet mee op en daardoor leert men er ook niet naar luisteren. Orkestuitvoeringen kunnen ook voor “gewone” mensen prachtig zijn; zeker in combinatie met moderne uitingen van muziek. Zo ben ik –samen met vele anderen- een grote fan van symfonieorkesten in combinatie met popzangers en –zangeressen of bands, zoals het Metropolo-orkest doet. Daar trek je een groot publiek mee en is het daarom economisch ook haalbaar zonder al te veel subsidie.

Ik begrijp dus best dat men wil bezuinigen op deze vorm van cultuur. In de culturele wereld zal men sowieso moeten beseffen dat cultuur ook een “living” is; er moet brood op de plank komen. Critici zullen zeggen dat daarmee de mogelijkheden en innovaties in cultuur worden beperkt, maar dat is onzin. Culturele uitingen doe je voor een publiek en als het publiek de culturele expressie waardeert, wil men er ook voor betalen. Je hebt ook gezien bij popmuziek dat aanvankelijk in vergelijking met klassieke concerten, de prijzen laag waren. Dat kwam omdat de concerten vaak gesubsidieerd werden door de platenmaatschappijen om de CD-verkoop te stimuleren. Door de instorting van deze markt is de CD-verkoop dramatisch gedaald, waardoor de kaartjes duurder werden. Een kaartje van een grote band van vier man in een vol stadion is momenteel duurder dan een concertkaartje voor een symfonieorkest met 80 muzikanten. Toch zijn de populaire popconcerten binnen notime uitverkocht. Ik ben dus voor beperking van subsidie aan orkesten, maar zwaar tegen de BTW-verhoging. Concerten zijn al vreselijk duur om te organiseren, en als de staat daar ook nog eens 20% bovenop zet, worden zelfs populaire concerten elitair. Dat zou niet moeten gebeuren.

Is dit een verschraling van onze maatschappij? Ja, maar het is altijd nog beter hierop te bezuinigen dan op het AOW-tje van oma.
Grote orkesten zouden, net als het orkest van Andre Rieu, zelf in hun onderhoud moeten voorzien door sponsoring of het aantrekken van een groot publiek. Lukt dat niet, dan hebben we altijd de CD’s nog.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht