In Dongen kennen we al decennia georganiseerd jeugd- en jongerenwerk. Mooie voorbeelden zijn scoutinggroepen, maar ook de jeugdraad met de Zomerspelen horen hierbij. Kenmerk van het georganiseerde jeugd- en jongerenwerk is -vreemd genoeg- dat het alleen draait met en op vrijwilligers. Deze vrijwilligersorganisaties hebben stevige structuren en continuïteit is meestal geen probleem. Als er al een continuïteitsprobleem is, komt het omdat de organisatie met de veranderende samenleving niet is meegegroeid of omdat werkelijk de activiteit niet meer aansluit bij de maatschappij.
In het begin van de jaren zeventig werd in Dongen voor het ongeorganiseerde deel van het jeugd- en jongerenwerk de beweging OJD opgericht. OJD wilde activiteiten organiseren voor de leeftijdsgroep 12 tot en met 16 jaar, zonder een verenigingsverband. In principe kon iedere Dongense jongere meedoen, als hij zin had. Geen verplichte deelname en daardoor was het telkens verrassend hoeveel jongeren werkelijk kwamen opdraven. Ook hier gold dat het belangrijk was om aan te sluiten bij de belevingswereld van de verwachtte deelnemers. De activiteiten bestonden aanvankelijk uit disco, chillen –al heette dat toen anders-, knutselen, een keer een filmprojector en een film huren en sport bestaande uit blokjes- en zaalvoetbal. Tot ergens diep in de jaren 70 werd dit geheel operationeel gerund door vrijwillige jongeren. Op afstand werd een oogje in het zeil gehouden door de toenmalige Jeugdraad en stichting beheer jeugdgebouwen.
De accommodatie was de voormalige oude HBS aan de Gasthuisstraat. Het oude gebouw was destijds nog van de kerk en stond jarenlang leeg voordat de OJD-vrijwilligers dit in gebruik namen. Er wordt verteld dat het pand gekraakt was door deze vrijwilligers, maar dat zal wel zijn losgelopen. Zo’n verhaal paste wel in de toenmalige tijdsgeest, maar volgens mijn bronnen was men op zoek naar een geschikte ruimte in Dongen en werd na een proef in de Gasthuisstraat besloten hier te blijven. Het gebouw werd door de vrijwilligers in vakanties en weekenden opgeknapt, maar zou in zijn beste staat destijds nog verre aan de huidige maatstaven van een gebruikersvergunning kunnen voldoen. De middelen om dit op te knappen werden verdiend aan de winst op de entreegelden en de niet-alcoholische baromzet. Het gebouw werd door de gemeente gekocht van de kerk en na een professionele verbouwing, ook grotendeels geholpen door de vrijwilligers in 1979 heropend.
In de loop van de jaren 70 werden de randvoorwaarden met een kleine subsidie, een beheersinstelling en toezicht op afstand geregeld, maar het operationele werk bleef in handen van vrijwilligers. Een jongerenwerker werd later aangesteld om het proces te begeleiden en nieuwe activiteiten mee op te zetten, maar deed niet mee aan de uitvoering van de activiteiten. De naam werd veranderd in stichting J.C. de Poort, maar het bleef een vrijwilligersbestuur. De activiteiten bleven ook beperkt tot echte recreatieve activiteiten.
In de loop van de jaren werden de doelstellingen breder en ook sociaal-maatschappelijke activiteiten opgezet. Ook nadat er activiteiten kwamen voor oudere jongeren (WOW) en er alcohol in het spel kwam werd het noodzakelijker dat er meer professionele begeleiding en sturing moest zijn. De apotheose was de brand in 1989, die door zichzelf ingesloten bezoekers op de zolder van het pand was veroorzaakt en het gehele pand in de as legde. Na de heropening verloor de vrijwilligersorganisatie haar sturende rol en werden de activiteiten op een paar onderdelen na, zoals het organiseren van optredens onder de hoede genomen van stichting Open Huis en later Stichting Richting.Het gevolg van het meer institutionaliseren van dit jeugd- en jongerenwerk was wel dat de kosten met sprongen hoger werden. En aangezien de maatschappelijke jeugd- en jongerenzorgen zich steeds meer naar de straat verschuiven, lijkt het logisch dat ook de professionele zorg zich hier meer op concentreert. En-en wordt onbetaalbaar.
En nu zijn we weer terug bij af. Kijk je naar wat Stichting Richting nu vraagt aan jongeren om mee te participeren dan is dat gelijk aan de activiteiten die het oude OJD in de jaren 70 en 80 uitvoerden. Chillen deden we destijds in het Oosters Hoekje en de maandelijkse disco die men nu wil opzetten werd destijds wekelijks gehouden voor 12-16 jarigen op zaterdagavond en zondagmiddag. Ook spelletjesactiviteiten (al waren het destijds bordspelen), meidenclubjes en films presenteren hoorden ook toen al tot de activiteiten.
De cirkel is rond, al wordt er nu met argusogen gekeken of dit allemaal wel kan. Mijn beeld is dat dit goed mogelijk is, mits je de activiteiten goed inkadert en beperkt tot recreatieve bezigheden. Op jonge leeftijd vrijwilliger zijn met verantwoordelijkheden is de beste leerschool voor een jongere. En ik spreek uit ervaring omdat ik vanaf mijn 18e dit ook heb gedaan als bestuurslid en voorzitter van OJD/JC de Poort en, alle studies ten spijt, dit de meest leerzame periode van mijn leven is geweest.