We hebben al een aantal jaren digitale televisie in ons land. Nederland is een bekabeld land en is daarmee met name geschikt om digitale televisie te verspreiden via de kabel. Aanvankelijk werd het digitale pakket bijna gratis aangeboden. Je had voor een kleine honderd euro de aansluitkosten –een kastje en smartcard- en daarna had je “gratis” digitale televisie. Voordelen van de digitale televisie zijn er legio. De kwaliteit van beeld en geluid is zonder meer beter en als je audiospullen een beetje handig opstelt kon je de aloude radiotuner ook vaarwel zeggen. Een bijkomend nadeel bleek dat je digitale televisie beperkt bleef tot één toestel en dat voor elk ander toestel ook een kastje moest worden aangeschaft.
En ook de vertrouwde videorecorder werd het slachtoffer, want die kan uitsluitend analoge opnames maken. Maar zolang de analoge wereld nog bestaat is daarmee te leven. De nieuwe service bestond uit het aanbieden van extra zenderpakketten tegen betaling. De Ziggo’s van deze wereld hielden zich aan de regel dat er minimaal 15 zenders analoog beschikbaar bleven volgens de afspraken in de mediawet.
Langzaam digitaliseerde Nederland, maar er bleek ook een aanbod te zijn van analoge kanalen die aanvankelijk niet digitaal beschikbaar werden gesteld en dat waren de kabelkranten en lokale omroepen. Die kregen problemen met teruglopende kijk- en luistercijfers. De overgang naar digitaal voor deze aanbieders is in 2011 voltooid.
Maar nu komen we in de overgangsfase en is er uiteraard gemok. Mensen moeten veranderen want de spelregels wijzigen. De minister kondigt aan dat een aanbieder van televisie minimaal 30 zenders moet distribueren, waarvan een deel een standaard pakket is. De programmaraad, die per gemeente of regio bepaalt welke zenders er op de buis mochten komen verdwijnt en ook de verplichting om analoog door te geven. Dus: iedereen moet een kastje kopen of een TV met een smartcardstation, anders kun je binnenkort niets meer ontvangen. Omdat mensen per definitie niet echt veranderingsgezind zijn vragen de tegenstanders zich af wat er mis was met de analoge doorgifte. Vanuit het gezichtspunt van de kabelaar is het duidelijk. Een koperdraad die bij jou binnenkomt heeft een beperkte capaciteit en de capaciteit die de analoge televisie vraagt aan die koperdraad is vele malen groter dan van het digitale aanbod. Met het analoge aanbod worden de uitbreidingsmogelijkheden die men van plan is in te voeren door het capaciteitsbeslag zwaar beperkt.
De uitbreidingen zijn bijvoorbeeld video-on-demand, 3D televisie, HD kwaliteit voor alle zenders en interactieve televisie. Deze ontwikkelingen die alle voorbeelden zijn van technology push staan te dringen om te worden ingevoerd. Uiteraard ziet een groot deel van de bevolking niets in al die nieuwe dingen en vinden het dan ook vervelend dat de vertrouwde wereld op zijn kop gezet moet worden om dit mogelijk te maken. Onbekend is onbemind. De minister en haar adviseurs zien dat de nieuwe mogelijkheden in medialand belangrijk zijn in de positie van ons land als kennisland. Met de nieuwe technieken kunnen grote dingen worden bereikt, waarbij de mensen minder mobiel hoeven te zijn om te studeren of te werken en waarbij hoge kosten kunnen worden bespaard op allerlei terreinen. Daar heeft de bejaarde televisiekijker, die enkel passief de TV gebruikt om de tijd te doden, geen boodschap aan. Die vindt dat hij op kosten wordt gejaagd. Deze bejaarde is vergeten dat hij in de jaren zestig om Nederland 2 te ontvangen ook een UHF antenne moest aanschaffen en op het dak zetten en zijn televisie daarbij moest laten aanpassen – en dat was wel iets duurder dan pakweg de €100 voor deze aanpassing. De geboden services van de kabelaar zijn inmiddels zo gewoon geworden, dat men alles vanzelfsprekend is gaan vinden.
Ik ondersteun het initiatief van de minister van harte. Je moet de vooruitgang niet blokkeren.
Wel wordt het moeilijk om in te stappen als je wel mee wil doen in deze vooruitgang. Er veranderen nu in een korte tijd veel zaken. De ontwikkelingen in 3D, High Definition en interactieve televisie zorgen ervoor dat je regelmatig nieuwe spullenboel moet aanschaffen. Onze eerste zwart-wit televisie thuis heeft pakweg 15 jaar in huis gestaan evenals zijn opvolger. De enige echte ontwikkelingen in de eerste 50 jaar van televisie zijn van zwart –wit naar kleur en van mono naar stereo en qua ontvangst van antennes op het dak naar gedistribueerde TV-signalen. Door de huidige technische ontwikkelingen houdt jouw TV-pakket de vooruitgang maximaal twee jaar bij. Daarna werkt het allemaal nog wel, maar kan niet meer mee met de nieuwste ontwikkelingen. We zullen er dus aan moeten wennen dat we pakweg elke vijf jaar een nieuw TV-pakket, bestaande uit een monitor, een ontvanger en een interactief deel moeten aanschaffen, wil je blijven meedoen.
En soms zit er dan zo’n ontwikkeling bij die moet, omdat het anders niet meer werkt, zoals nu de overgang naar digitaal. Dan heb je dus geen keus, maar besef wel dat dit soort wijzigingen gemiddeld maar eens in de tien jaar voor zullen komen. Leve het hiernumaals! (loesje)