Klotafoon

Gisteren brak er ergens op een achteraf industrieterrein een brand uit in een bedrijfsgebouw. Aangezien één op de duizend gebouwen ooit een keer in brand vliegt, is dat niet zo vreemd.

En even later deden de mobieltjes het niet meer. Geen GSM, SMS en geen 3G en zelfs de vaste telefonie ging onderuit. Een zenuwcentrum van Vodafone lag naast het brandende pand en door water en rookschade werden de servers die er stonden beschadigd en vielen de systemen uit.

Optimistisch zoals de ICT branche is, met een sterk geloof in eigen kunnen, zouden de systemen ’s middags alweer in de lucht zijn. Het werd middag en nog steeds grote problemen, die eerder groter leken te worden dan kleiner. ’s Avonds werden er weer concrete beloften gedaan: de volgende dag zou het probleem opgelost zijn. De volgende dag: het gewone mobiele verkeer zal nu wel weer voor 95% werken, maar er zijn nog problemen met de vaste telefonie en met data 3G kan het nog wel een paar dagen duren voor alles stabiel is. ’s Middags werd bekend gemaakt dat alle 700 palen die bediend werden vanuit het getroffen gebouw één voor één handmatig moesten worden ingeschakeld. De verantwoordelijke minister van infra spreekt schande en eist de providers dat ze elkaar helpen bij dergelijke calamiteiten. Een minister van een regering die de vrije markt heilig verklaart en bedrijven laat verbieden samen te werken om kartelvorming tegen te gaan.

Juist die minister roept op om de handen ineen te slaan. Logisch is dat de drie providers dit nooit gedaan hebben om torenhoge boetes uit Europa te vermijden. Er moest tenslotte toch concurrentie komen?

Het bedrijf beroept zich aanvankelijk op overmacht: ze kunnen er toch ook niets aan doen dat de buurman in de hens gaat en hun bedrijf meesleept in de ellende? Later binden ze wat in. Er komt nogal wat kritiek. Hoe kan een bedrijf met zo’n belangrijke, blijkbaar enkelvoudig, uitgevoerde infrastructuur het niet geregeld hebben dat bij uitval er een uitwijkmogelijkheid is?

Het antwoord is simpel: De investeringen zijn meer dan twee maal zo hoog dan bij een enkelvoudige uitvoering. Als je dan de kansen berekent van uitval en tot de conclusie komt dat dit max. 1 x in de 25 jaar voorkomt, dan is er geen haast om deze investeringen te doen. En zeker niet in een markt waar de marges bijzonder krap zijn vanwege de stevige concurrentie.

Bij grote rekencentra zijn ze inmiddels al een stap verder en worden er complete bunkers gebouwd om de infrastructuur bij externe calamiteiten weerbaar te houden. Als daar de buurman in brand vliegt gebeurt er niets.

Waarom spreekt de minister dan nu uit dat de providers elkaar moeten gaan opzoeken? Eigenlijk alleen omdat mobiele telefonie en mobiel dataverkeer inmiddels commodity is geworden: naast gas, water, elektriciteit en internet is de mobiele telefoon niet meer weg te denken in onze huidige wereld en voor een groot deel ook nog slechts de enige vorm van telefonie binnen bedrijf en gezin. Uitval van de telefoon betekent niet dat je vanzelf sprekend terugvalt naar de telefoon met een draad, want die bestaat in veel gevallen niet meer. De telefonie via de kabels stelde destijds veel hogere eisen aan de installaties van providers, maar bleek ook erg duur. De kwaliteit van de installaties voor mobiele telefonie is alleen uitgebreid op capaciteit en kwalitatief opgezet toen mobiele telefonie nog een bijproduct was. En op de eisen van de moderne maatschappij zijn de providers nog niet ingespeeld. Door sterk te concurreren, op de kosten te letten door noodzakelijke voorzieningen niet te treffen en vooral markt te pikken door lage tarieven te hanteren, heeft de mobiele telefonie de vaste telefonie verdrongen. Maar de betrouwbaarheid van de infrastructuur blijkt dus de achilleshiel te zijn van het systeem, zoals bij vele geprivatiseerde bedrijven zoals pro-rail en Post.nl.

Bij mooi weer gaat alles perfect, maar gaat er iets fout, dan blijkt de kwetsbaarheid. Antwoord is vaak flinke investeringen, waardoor de prijzen weer omhoog gaan en het bij de telefonie wellicht weer te overwegen is om vaste telefoons te nemen. Nee, toch maar niet, want met de mobieltjes is ook het Nieuwe Werken mogelijk en dat willen we ook niet meer afgeven.

En zo blijkt dat je met een paar gerichte aanvallen in ons land, zonder al te veel inspanning het hele land kan platleggen. Met zo weinig toezicht op infrastructuur is dit mogelijk, want: wat doet de Opta? Die bekommert zich over de onderlinge concurrentiepositie en het overzetten van telefoonnummers. Maar waar zijn ze om te waarborgen dat een inmiddels voor de maatschappij onmisbare infrastructuur blijft werken? Nergens! Het wordt tijd dat de minister zich daar zorgen over gaat maken. Ik ben echter bang dat dit teveel geld gaat kosten en de minister dit verder over laat aan de private markt, de providers, als ze beterschap beloven. Ik moet het nog zien.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht