Tegen stemmen

Democratie is een mooie zaak en is in het antieke Athene uitgevonden. Democratie als woord komt ook uit het Grieks. Het principe van de keuze van het volk is dus zo oud als Methusalem.
In meer of mindere mate worden veel landen democratisch bestuurd. Zelfs binnen bedrijven zijn er democratiche vormen zoals bij coöperaties. Alle democratieën hebben één ding gemeen. Als je meer dan de helft van de stemmen achter je krijgt heb je gewonnen. Daarmee is niet altijd gezegd dat als er een meerderheid verkregen is ook de beste mensen

aan het stuur zitten. Door slimme marketing en inspelen op valse sentimenten, zoals populisten doen, kunnen er totaal onbekwame mensen verkozen worden. In de 19e eeuw was er een Franse geleerde Alexis de Tocqueville, die weliswaar democratie een groot goed vond, maar toch zijn bedenkingen had. Hij stelde dat vrijheid en gelijkheid op gespannen voet staan met elkaar. Een te grote vrijheid gaat ten koste van de gelijkheid en andersom. Daarmee kan er een tirannie van de meerderheid ontstaan die minderheden kan verdrukken, waardoor die hun toevlucht zoeken in geweld,desinteresse of berusting. Het probleem is dat bij een stemming je alleen maar vóór mag stemmen. In geen enkele verkiezing krijg je de mogelijkheid iemand af te wijzen. Het feit dat dit nu niet kan leidt tot tactisch stemgedrag. Ik stem maar op een middenpartij, want anders komen de linksen of rechtsen aan de macht. Ik stem links om rechts dwars te zitten. Zo redeneren velen in het stemhokje, terwijl ze vanuit hun hart eigenlijk anders zouden willen kiezen.

De oplossing is de tegenstem. Je kiest voor Piet en tegen Jan. Een dubbele stem dus. Je kunt ook bepalen dat je alleen een voor- of tegenstem uitbrengt. Alle stemmen worden geteld en zijn even zwaar. Dus als er aan het einde van de stemming Piet 20 voorstemmers heeft en Jan 6 en Jan geen tegenstemmers en Piet 15 tegenstemmers, dan heeft Jan gewonnen met het verschil van één stem. Jan als persoon is blijkbaar minder omstreden en zal daardoor beter in staat zijn een coalitie te vormen of het vertrouwen te winnen. De verkiezingen worden dan ook interessanter en meer een man-tegen-man-strijd. We kennen in Nederland een groot aantal partijen en in het verleden werd er nog erg idealistisch gestemd. Je kwam uit het zuidelijke katholieke bolwerk en stemde KVP of je kwam uit een rood nest en je stemde PvdA. Met de komst van de massamedia en de individualisering veranderde dit sterk. Je stemde voor de VVD, vanwege Bolkestein, of voor de PvdA vanwege Den Uyl. Kwam er een mindere god aan de macht binnen de partij, dan kelderde de resultaten. De massamedia koesteren dergelijke verheerlijkingen en hebben het over het Samsom-, Roemer- of Wilderseffect. Een gezicht is belangrijker geworden dan de ideologie van de partij.

Ga je dus stemmen en mag je ook tegen stemmen, dan zul je als kandidaat nog meer je best moeten doen om voorstemmers te krijgen, maar vooral ook om tegenstemmers te vermijden. Je zult dus op een breed vlak moeten aantonen dat de kiezer het beste met jou af is. Wellicht vervlakt dit de standpunten wat, maar dat is misschien niet eens zo erg. Niets zo vervelend als een onbetrouwbare overheid, waarvan de nieuwe regering alles in het werk stelt om de regels en wetten van hun voorgangers teniet te doen. Volgens mij is de kiezer beter af met een gedegen lange termijnbeleid en met de dempende factor van de tegenstem heb je een middel in handen.

Zo zou je ook op Facebook en de social media een tegenstem moeten kunnen uitbrengen, een “dislike”, waarmee je veel scherper het oordeel van de lezer kunt aflezen.

De tegenstem zal er niet vanzelf komen, omdat de zittende macht hier veel te bang voor is. Maar als de grote marktonderzoekers dit alvast eens zouden meten tijdens hun exitpolls, dan krijg je al wel een beeld hoe het effect zou zijn.

Ik zou het een verrijking vinden en heb meer kandidaten om tegen te stemmen dan voor.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht