Digitale Vijand

De vlag uit! We hebben een jubileum te vieren in 2012. Het computervirus bestaat 25 jaar. In 1987 hadden we nog MS DOS-PC’s en via diskettes en illegale CD Roms werden de eerste virussen verspreid. Aanvankelijk ontregelden de virussen de computer en bleef de impact beperkt, maar door de opkomst van e-mail en netwerken zoals internet woedt er sinds jaren een ware guerilla-oorlog in cyberspace. De virussen veroorzaken dezelfde type ellende in de maatschappij als de crimineel in de echte wereld: afpersing, diefstal, misleiding. De methodes hebben cryptische namen als malwhare, hoax, spam, hacking, of phishing.

Het gaat te ver om alle varianten van cybercriminaliteit uit te leggen, maar de gevolgen zijn zeer vervelend. Daar waar eerst in goed vertrouwen letterlijk alle poorten open stonden om met elkaar op het wereldwijde web te gaan samenwerken, gaat dit eigenlijk niet meer zonder een digitale waakhond.

Aanvankelijk bleef het aanpakken van deze virussen moeilijk te bestrijden. In het begin bestreed men virussen door( bijvoorbeeld elke nacht) een volledige backup van het besturingssysteem terug te zetten op de PC’s, zodat alle ellende die de dag ervoor was binnengeslopen weer werd verwijderd. Dit werd onhoudbaar en eind jaren tachtig kwamen de eerste virusscanners op de markt. De virusscanner zorgde ervoor dat van alle uitbraken van bekende virussen de meeste hopelijk buiten de deur bleven. Toch hadden de scanners één probleem: het virus moest er eerst zijn voordat het kon worden bestreden. Het gevolg was en is dat het bestrijden van virussen een nogal reactieve aangelegenheid is.

Zo begon het kat- en muisspel met de virusontwikkelaars. Soms waren deze ontwikkelaars studenten die deze virussen ontwikkelden omdat ze er gewoon toe in staat waren om ze te maken, Meestal haddeb die weinig kwaads in de zin. Maar zo onschuldig bleef het niet. Netwerken werden hoe langer hoe meer aangevallen door georganiseerde bendes. Vooral bedrijven werden hoe langer hoe meer de dupe. Vooral het ontfutselen van klant en betaalgegevens, in vertrouwen achter gelaten door webklanten, kwamen en komen zo in handen van vooral vanuit het oosten –China en voormalige USSR- opererende bendes.

Je huurt een stukje software en je hoopte dat het jou niet overkomt. Je zorgt zelf voor je eigen beveiliging. Word je aangevallen door een kwalijk virus dan is dat vaak je eigen schuld. Geen goede virusscanner, maar ook vaak onwetendheid. Ogenschijnlijk onschuldige mailtjes waarin je bankgegevens worden opgevraagd; slecht gespelde of anderstalige berichtjes van iemand die iets van je wil. Gelijk weggooien is het advies. Ook elke vorm van kettingbrief is een potentieel virus en eigenlijk al een virus op zich. Nooit brieven doorsturen naar 10 anderen die dan ook kans maken op iets: absolute onzin. Maar mensen zijn niet opgeleid om dergelijke gevaren te onderkennen. In hun onschuld doen ze maar wat. De cybercrimineel lacht om dergelijke onschuld en verbaast zich hoe simpel hij uw digitale voordeur kan open krijgen.
De hele bestrijding van virussen was tot recent toe een particuliere aangelegenheid. Dat begint te veranderen. De politiek en justitie gaan zich roeren.

Onze politieman en soldaat hebben in het algemeen hetzelfde kennisniveau van cybercrime als de slachtoffers, namelijk geen. Tot voor kort was het werkgebied van de politieman de straat waar hij met zijn imposante pak en wapenuitrusting het zichtbare geboefte in bedwang kon houden. Maar net zo goed dat de agent een auto kreeg toen de boeven met auto’s hun slag sloegen, heeft hij nu wapens nodig om virtuele pesterij of belaging te voorkomen of af te straffen. Geen uiterlijk vertoon, maar de pet op tafel en met slimme software opsporen wie jouw burger – zonder toestemming – 200 euro afhandig heeft gemaakt via het internet. Deed je tot voor kort aangifte van een digitaal vergrijp, dan wist je echt zeker dat oom agent hoofdschuddend je aangifte direct in de kast in de map on-op-te-lossen zaken stopte en deze aangifte daar dus nooit meer uitkwam. Je hoorde of zag hier nooit meer iets van en je had slechts voor de statistieken de moeite genomen het justitiële apparaat in kennis te stellen.

Daar gaat nu verandering in komen. Wellicht is het aantal on-op-te-lossen zaken toch uit de hand gelopen. Cybercrime opsporen wordt een taak van de politie. Men heeft het eindelijk door, want deze taak is wel een stuk belangrijker dan verkeersboetes uitschrijven of zielige diertjes redden. Het heeft wel lang geduurd.

En ook Jan Soldaat hoeft niet meer in het zand te happen. Hij kan via het Nieuwe Werken van 8-5 uur thuis de cyberoorlog voeren tegen zijn Chinese vijanden. Minister Hillen gaat er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat onze virtuele soldaten tot de vingertoppen bewapend zijn.

Als halve IT-er maak ik me dan wel weer zorgen. Als de politie en leger cyberwapens krijgen, kan de hacker of skimmer deze toch ook weer zelf tegen de overheid inzetten? Het kat- en muisspel komt in een hogere versnelling. Juist door het te bestrijden wordt het wellicht erger. Straks voeren we de derde wereldoorlog al uit voordat we het in de straat of op de TV merken. Welcome in the “World of Cyberwar”.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *