Op 5 november 2001 schreef ik een column naar aanleiding van de gevolgen van 9/11. Daar kondigde ik aan dat de wereld zou gaan veranderen. Dat met het uitroepen van de onzichtbare vijand: de terrorist ons leven wezenlijk zou veranderen. Dat de zorgeloze onschuld zou verdwijnen. Nu bijna 11 jaar later zien we de gevolgen. Ondanks dat we formeel in een vrij land leven wordt onze hele handel en wandel nu gevolgd. Kijk om je heen en je ziet het overal. In winkelstraten word je door beveiligingsbedrijven gefilmd, in winkels zelf ook; met je GSM op zak kunnen ze je uitpeilen; als je op de bus stapt weet men waar je bent in- en uitgestapt. Nog nooit is het aantal zichtbare beveiligingsbeambten op straat zo groot geweest als nu.
Met die GSM en OV-chipkaart had men aanvankelijk niet de bedoeling om mensen te traceren, maar het kan wel en daardoor wordt het gedaan, als men het nodig acht. En zo is het met alle systemen. Als je van een netwerk gebruik maakt worden je gegevens gelogd; als je boodschappen doet -virtueel of in het echt- weet men wat je koopt. En wie is “men”. Tot voor kort ging het om het bedrijf wat je identiteit vroeg met misschien nog wel de oprechte bedoeling je beter ten dienste te staan of je directe veiligheid te garanderen. Maar hoe langer hoe meer worden groepen gegevens aan elkaar gekoppeld en wie heeft de sleutel in handen? Dat is de vraag. Natuurlijk zal niet direct zonder enige aanleiding jouw spoor gevolgd worden – daarvoor zijn we als individu te onbelangrijk- maar het idee dat het mogelijk is verplaatst onze wereld zo maar in het plot van een enge science fiction film.
Het grootse paranoïde land dat alles wil weten ligt aan de andere kant van de oceaan: de Verenigde Staten. Eigenlijk zijn het volgens onze regering hele goede vrienden. Zulke goede vrienden dat ze zelfs ons land legaal kunnen aanvallen om landgenoten te ontzetten die verdacht zijn in een rechtszaak voor het internationaal hof. En tevens zijn het ook diezelfde vrienden, die altijd willen weten of je in een vliegtuig bent gestapt, waar ook ter wereld. Niet dat ze daar iets mee te maken hebben, maar dat vinden zij wel. Je zou namelijk zomaar eens naar de VS kunnen vliegen. Het zijn dus geen vrienden, maar stalkers. En dat vindt dus zijn oorsprong na 9/11. De Amerikanen stelden de “patriot act” op. Elk Amerikaans bedrijf is wettelijk verplicht persoonsgegevens te delen met een groot gekoppeld Amerikaans overheidsnetwerk in het kader van terrorismebestrijding. Ook als de klanten of handel niets met de VS te maken heeft. Dus ga ik op vakantie naar Gran Canaria, dan krijgt Obama een SMS-je van zijn office, dat de terrorist Krijnen onderweg is om mogelijk drugstransporten te regelen vanuit de Spaanse overzeese gebiedsdelen om het Amerikaanse volk te drogeren. Krijnen is tenslotte Nederlander, dus potentiële drugsterrorist. Hij is verdacht tot het tegendeel bewezen is.
Maar het gaat nog verder. Doe je zaken met een Amerikaanse of in Amerika gevestigd softwarebedrijf, dan zijn alle gegevens potentieel toegankelijk voor de Amerikaanse overheid. Daarom zijn ook veel mensen bezorgd over de cloud-ontwikkelingen. De cloud is het wegzetten van data op een onbepaalde plaats op internet, die je overal ter wereld kunt opvragen. Als zo’n cloud wordt weggezet op een Amerikaanse server dan valt de inhoud van de cloud, dus jouw data, onder de voorwaarden van deze Amerikaanse spionagewet en kunnen ze zonder toestemming zo jouw gegevens lezen en gebruiken.
Vanuit ons liberale denken willen we dit eigenlijk helemaal niet en willen zeker niet dat je gegevens zonder jouw toestemming in handen komen van instanties die er totaal niets mee te maken hebben. De terrorismebestrijder is zelf een terrorist geworden. Maar waarom laten we dit dan gebeuren? De Verenigde Staten gedragen zich als de politieagent van de wereld. Ze bemoeien zich met elk conflict en willen overal grip op krijgen. En daarom willen ze alles van je weten. Daardoor hoef jij als burger niet achterom te kijken als je door de straat loopt. Het is namelijk zeker dat je wordt gevolgd; je weet alleen niet door wie. Vive la liberté.