Ik heb deze maand een nieuwe fiets gekocht of eigenlijk gekregen. Ik had een hybride fiets – een mengsel tussen een stads- en een racefiets en die was zo ongeveer 20 jaar oud. Ooit gekocht in een opwelling hier in Dongen en nooit technisch meer naar omgekeken. Met 21 versnellingen en derailleur was het natuurlijk wel een gevoelig stukje techniek. Maar het gebrek aan onderhoud werd door mij ruimschoots gecompenseerd door de fiets vooral niet te gebruiken. Er zijn mensen die mij kennen, die nu van hun stoel vallen als ze horen dat ik een fiets heb. Nooit geweten. Maar soms werd toch het stalen ros verkozen boven de benenwagen. En dan was de verbazing in mijn omgeving meestal groot. Eigenlijk ook geen gezicht: een kerel van dik 100 kg op zo’n fragiele fiets. En aangezien de auto verre weg mijn voorkeursvervoermiddel was, was mijn tweewieler mijn grote onbekende; van bovendien nog een erg sportief model ook, wat al helemaal niet strookte met mijn imago.
Mijn vrouw geeft helemaal niets om fietsen, dus dit rijwiel kwam alleen uit de schuur als ik er alleen opuit trok. De meeste keren is de velo gebruikt om foto’s of filmpjes te gaan maken voor de plaatselijke websites. En soms werden de banden opgepompt om met het voertuig naar een feest te gaan, waarbij het de bedoeling was om toch het één en ander te nuttigen, omdat autorijden dan na afloop van het feest wel erg strafbaar werd.
De nieuwe fiets kreeg ik als verjaardagscadeau van mijn vrouw. Een beetje vreemd in juli, want ik ben in februari jarig. Eigenlijk zou ik een ander cadeau krijgen, maar de aanschaf werd telkens uitgesteld; en toen kwam de fiets in beeld. Ik fietste sinds vorig jaar juni niet meer op mijn eigen fiets, maar op een ongeveer dezelfde hybride model van mijn vrouw, want mijn rijwiel had vorig jaar op Terschelling de geest gegeven. Met veel moeite was de tweewieler destijds achter in de auto verdwenen en hadden we de bedoeling de fietsen in Terschelling als dagelijks vervoermiddel te gaan gebruiken tijdens het Oerol-festival. Dat viel tegen, want we waren de boot van rederij Doeksen op West-Terschelling nog niet af, of ik kreeg de pedalen al niet goed rond. Op naar de fietsenmaker. Die man had het vreselijk druk die week, want van de 50.000 bezoekers van Oerol huurt meer dan de helft een fiets; dus na een korte blik van deze kenner gaf de man het teken dat mijn fiets was overleden. Te oud, niets meer voor te krijgen en vooral geen tijd nu.
Met één versnelling kon ik de week uitzingen, maar daarna was ik het voertuig beu. Om daarna met een weinig modieus, oud, te licht damesrijwiel rond te blijven rijden was ook niet alles. Dus moest er een nieuwe fiets komen. En wat koop je dan als 55 plusser? Een fiets? Of toch maar zo’n fiets met trapondersteuning? Weer een hybride fiets, maar nu wat aandrijving betreft. Zelf ben je motor 1 en motor 2 wordt aangedreven door een accu. Na lang dubben werd het zo’n elektrische fiets. Je wilt eigenlijk nog niet dood gevonden worden op een elektrische fiets als vitale man! Dat werd dus nog wel even wennen aan het idee. Bovendien –op advies van de fietsenmaker- werd het nog een damesuitvoering ook. Wat me namelijk tegen hield om voor de trapondersteunende versie te gaan, was dat deze soort fiets zo’n suf imago heeft! Hij wordt verkocht uit een brochure waar hij staat naast de Tenalady-luiers, trapliften, scootmobielen en rollators en iemand onder de 50 wil er helemaal niet mee gezien worden. Wat is hier mis gegaan met de marketing? Want met zo’n fiets zelf is helemaal niets mis. Het voertuig gedraagt zich keurig als een degelijke fiets, met het verschil dat je van achter een soort zeil gespannen voelt, waardoor je altijd wind mee hebt: wat een genot. Nee, moet ik voor dat geld een hippe brommer of snorscooter kopen, dán word ik voor vol aangezien. Maar met zo’n hippe scooter maak ik herrie, vervuil ik de lucht en beweeg ik helemaal niet. En daar word je helemaal lui van. Met dat zetje in de rug van die elektrische fiets kan ik me door de natuurpaden begeven, heb ik toch beweging met –inderdaad- behoorlijk minder inspanning dan op een gewone fiets. Maar bewegen doe je wel en je bent wel lekker in de buitenlucht . Een stuk gezonder dan zo’n herriemakend stinkding en bovendien nog makkelijker te parkeren en mee te nemen. Een ander voordeel is dat ik nu niet meer opzie tegen wat langere ritten. En toch word je meewarig aangekeken als ik vertel dat ik een trapondersteunend rijwiel heb gekocht. Ook al sjees ik ermee alsof ik een tijdrit rijdt. Gemiddeld haal ik zonder merkbare inspanning met wind tegen gemiddeld 20 km per uur mee en met wind mee wel 26. En dat in de “Normale” stand. Er is ook nog een boost-stand, waarmee ik waarschijnlijk met een wheely de straat uit zou kunnen spurten ware het niet dat de fiets voorwielaandrijving heeft en afgestemde versnellingen, waardoor je vanwege het te hoge beenritme dat je moet maken in de hoogste versnelling, eigenlijk ook niet veel harder kan dan zo’n 25 km per uur. Maar goed ook, want met een groter verzet lijkt het geen enkel probleem om gemiddeld dik boven de dertig te komen, maar dan wordt deze snelheid op een druk fietspad toch ook wel weer gevaarlijk.
En toch wordt deze superfiets geassocieerd met ziek, zwak en misselijk. Misschien is het ook wel de prijs: de fietsen zijn erg prijzig, vooral door de dure accu, en daardoor kunnen de jongelingen de fiets eenvoudig weg niet betalen en is het dus wellicht afgunst.
Er worden ook wel meer spullen gemaakt die niet echt aanslaan bij jongeren, maar met deze soort fiets is het marketingtechnisch wel helemaal mis gegaan. Als je als tiener hiermee het schoolplein op rijdt kun je het wel helemaal schudden bij dat mooie blonde meisje waar je al een tijdje een oogje op hebt. Dan ben je totaal geen held.
Misschien moeten we opnieuw beginnen met deze soort fiets door het als groen voertuig in te zetten in de strijd tegen de brommer en het gooien op de milieuvriendelijke aspecten, het bewegen en het één worden met de natuur. En pimp ze natuurlijk, zodat ze er veel aantrekkelijker uitzien dan de boodschappenfiets van moeder.
Eigenlijk maakt het me ook niets meer uit. Ik ben de schroom inmiddels voorbij en heb de afgelopen week –met plezier- meer gefietst dan het hele afgelopen jaar. Ik ben blij met mijn karretje!