In de jaren zeventig werd er al over gesproken dat een auto op water zou kunnen rijden. En nu komt er zowaar een auto in productie die dit op waterstof gaat doen. Dat betekent niet dat je met een gieter je auto kunt tanken, maar in principe zijn er geen fossiele brandstoffen meer nodig om een auto te kunnen laten rijden. Hyundai is de eerste die ermee komt. Er kleven aan zo’n nieuwe en relatief schone brandstof ook wel nadelen. Om te beginnen zul je bij de pomp voorlopig geen waterstof vinden. Als er slechts 10.000 auto’s in Europa op deze brandstof gaan rijden zal het afhankelijk van de groei van het gebruik ook het aanbod van tankmogelijkheden toenemen.
En dan krijg je zo’n kip-ei toestand. Er zijn niet voldoende pompen want er zijn niet genoeg auto’s en omgekeerd. En het aanbod van brandstoffen wordt er ook niet minder op: Euro 95, Euro 98, aardgas, LPG, elektriciteit, diesel, biobrandstof wel of niet gemengd met fossiele brandstof en nu dus waterstof.
Ik heb altijd vreemd gevonden dat elektrische auto’s worden gezien als milieuvriendelijk. Het is maar met welke bril je kijkt. Als het om uitstoot gaat in de straten: Ja, dan is zo’n stille elektrieke kar inderdaad milieuvriendelijk. Behalve dan dat je ze niet aan hoort komen en daarmee gevaarlijk worden voor de omgeving; dat er zeker fossiele brandstoffen zijn gebruikt om de energie op te wekken die in de accu’s gaan waarmee het rendement veel lager wordt en dat de accu’s uit zware metalen bestaan en bij afschrijving dus het milieu kunnen belasten. Zet je daar tegenover dat de energie op een gunstiger moment wordt gewonnen uit de fossiele of milieuvriendelijkere bronnen, dan win je wel weer wat.
Elektrische energie opwekken is leuk, maar voor elke windmolen moet gelijke reservecapaciteit in fossiele of atoomenergie zijn, want als het niet waait en de molens draaien niet moet toch de was gedaan worden en het wasmachine draaien. En je zult zien dat wanneer het waait alle windmolens tegelijk energie leveren, waardoor het voor de netbeheerder erg ingewikkeld wordt om de juiste balans te vinden om het net stabiel te houden. Met overcapaciteit kan de netbeheerder niets. Hij kan het niet opslaan. Als we allemaal milieubewust zijn is de belangrijkste eerste daad om in daluren veel stroom te verbruiken. Dat is bovendien nog goedkoper ook en het voorkomt dat de netbeheerder teveel grote pieken moet wegmanagen.
Auto’s op aardgas is misschien qua brandstof goedkoper, maar een alternatief is het niet. Aardgas hebben we nodig als primaire fossiele brandstof. In mindere mate geldt dit voor het toch wel populairdere LPG, dat een restantproduct is en bovendien redelijk verkrijgbaar en goedkoop.
De discussies over biobrandstof zijn haast controversieel. De halve wereld heeft honger en wij produceren olie uit planten die we op kunnen eten. Dat snappen veel mensen niet, waardoor dit ook niet het ei van Columbus zal zijn. Bijkomend nadeel is ook dat er veel grond voor nodig is die ten koste van zuurstofproducerende natuur wordt ingezet.
Als het om milieuvriendelijk –lees zuinig- autorijden gaat is de bestuurder en eigenaar van de auto de belangrijkste beïnvloeder. Om te beginnen zou je bij de aanschaf van de auto veel beter moeten vaststellen waarvoor je de auto gaat gebruiken en niet laten leiden door piemelverlengende motieven als snelheid, grootte en kracht. In dit land, waar ik gemiddeld niet harder rijd dan 53 km per uur met de auto, alles bij elkaar gerekend, zijn vooral snelheid en power haast niet relevant. Al wil mevrouwtje Schultz ons allemaal met 130 over de linkerbaan jagen; de enige die daarmee wat opschiet is de schatkist en niet het milieu. Bovendien ben ik niet sneller op de plaats van bestemming. Door eigen onderzoek en gedrag ben ik er achter gekomen dat wanneer ik mijn auto bij ruim 2000 toeren overschakel naar de volgende versnelling ik meer dan 10% brandstof bespaar. Zeker als ik het combineer met het gebruik van de cruisecontrol. Dus als we zuinig en dus milieuvriendelijker willen rijden begint het met je eigen gedrag aan te passen.
Wel typisch dat nu pas serieus aandacht aan alternatieve brandstoffen en zuinigere auto’s wordt gegeven en dit is zeker niet aangewakkerd door ons regeringsbeleid, maar door de industrie zelf. Dat heeft met schaarste te maken. Als mensen minder middelen ter beschikking krijgen en voor de brandstof afhankelijk zijn van instabiele regimes die telkens minder kunnen produceren, dan zou de auto wel eens buiten het bereik van de gewone man kunnen komen en daar heeft de industrie geen belang bij, want dan verkopen ze niets meer.
Je hebt dus de overheid niet altijd nodig om goede dingen te bereiken. Behalve als de effecten van zuiniger gebruik van energie teniet worden gedaan door ruimere regelgeving, zoals dat 130-rijden. Dat helpt niet om tot een schoner en veiliger land te komen.