Heel de wereld is in rep en roer over de heer Snowden. Deze man kreeg gewetensbezwaren na het werk bij één van de geheime diensten van Amerika en vertelde dat hij wist dat alles en iedereen werd afgeluisterd. Zoveel eerlijkheid wordt van een spion niet verwacht, dus de VS zitten de man nu op de hielen. Ze willen niet te koop lopen met deze mondiale privacy-inbreuk. Daarom willen ze het orakel Snowden zo snel mogelijk de mond snoeren. Ons collectieve geheugen is slecht, want na 9-11 werd al duidelijk dat wij allemaal zouden worden gevolgd. Ik heb er nog op 15 september 2001 een mijmering over geschreven, waarin ik aankondig dat onze privacy voor altijd geschonden gaat worden. Dat ze met het afluisteren niet te koop willen lopen is logisch. Dit leidt tot collectieve verontwaardiging over de hele wereld. Maar de VS wil –als zelfbenoemde politieagent van de aardkloot- wel haar tegenstanders kennen. En aangezien de tegenstanders niet meer met paardencolonnes of met tanks aan komen rollen, heeft men een andere list bedacht om controle te houden: afluisteren en volgen. En de nieuwe technieken helpen daarbij en zijn zelfs doorontwikkeld om dit doel te kunnen bereiken.
En nu kijken we wel beschuldigend naar de Amerikanen, maar elke macht of grootmacht bedient zich inmiddels van deze technieken. Alleen, de Russische of Chinese equivalent van Snowden is nog niet opgestaan.
Als maatschappij zitten we behoorlijk in een paradoxale wereld. Aan de ene kant willen we onze privacy beschermen, omdat we niet zitten te wachten dat iedereen alles van je weet, terwijl we aan de andere kant de sociale media, blogs etc vol zetten met allerlei onbenullige, maar ook wezenlijke zaken over onszelf? En natuurlijk zijn er mensen die direct roepen: ik heb niets te verbergen. En dat is hopelijk ook zo. Dat wil dan ook weer niet zeggen dat jouw wereld onder de loep moet komen van allerlei veiligheidsdiensten. Normaal is het zo dat jij als privé persoon zaken naar buiten brengt binnen de kring die jij zelf wil bepalen. Die kan groot of klein zijn. Vóór het informatietijdperk betekende het dat je familie, vrienden en misschien nog collega’s iets van je wisten. En die kenden elkaar onderling vaak niet, zodat de informatie over jou behoorlijk beschermd werd. Als dan toch iemand meer over je wilde weten, dan werden er spionage- of recherchetechnieken toegepast, die veel mankracht kostten. De kans dat jou zoiets zou overkomen was maar heel klein, of je moest een politieke activist zijn of op een andere manier extreme standpunten naar buitenbrengen. Alles moest ook nog met de hand worden getypt en opgeslagen in mappen. Het verspreiden was een ingewikkeld, duur en langdurig proces.
Maar met één knop zet ik nu een bericht online met de status: “Hello World”. En met slimme big-datatechnieken zijn die publieke gegevens weer net zo snel ergens naar binnen gezogen. Omdat men tegenwoordig ook technieken beheerst om gigantische datavolumes supersnel te analyseren, is een profiel van jou maken een fluitje van een cent. Als dat ook nog wordt gecombineerd met allerlei informatie die blijkbaar voor het oprapen ligt bij overheidsinstanties, beveiligingsbedrijven, medische en financiële gegevensbanken, dan kan men een aardig beeld krijgen wat jij zoal doet. Je bent digitaal gevangen.
Er worden wanhopige pogingen gedaan hier iets tegen te doen. Eén van de opmerkelijke ontwikkelingen hierin is dat men sinds juli 2013 in Zweden niet meer in huis zomaar foto’s mag maken van mensen. Als men geen uitdrukkelijke toestemming heeft van alle geportretteerden dan loop je het risico voor de rechter gesleept te worden. Weliswaar nog bedoeld om intieme gegevens niet naar buiten te brengen, lokt dit ook discussie op waar de grens precies ligt. Gaan we er naar toe dat we in het publiek überhaupt geen foto’s meer mogen maken van mensen zonder hun toestemming? Dat is onmogelijk, maar afscherming van de privacy zet velen momenteel wel aan het denken.
Nu hebben we het over overheden, die elkaars burgers bespioneren met deze technieken. Maar stel dat deze technieken en de gegevens in handen komen van criminelen. Dan is niets meer veilig. Ik voorspel dat we binnen een aantal jaren niet meer ongeauthenticeerd op het internet kunnen. Kortom: je zult jezelf altijd moeten aanmelden, impliciet of expliciet. Daarmee kan onze handel en wandel nog meer in de gaten gehouden worden aan de ene kant, maar kunnen er ook systemen worden gebouwd die veel sneller mensen met verkeerde bedoelingen kunnen weren. Als met digitale inbraken, hacken, dDOS aanvallen etc. ons digitale verkeer zodanig wordt bedreigd dat het niet meer in de hand te houden is, is deze stap onafwendbaar. De authenticatie-uitgifte zal dan onder verantwoordelijkheid gaan staan van de overheid. Welcome to the digital prison; you will be followed the rest of your life.