Deze week was ik op een symposium en daar sprak o.a. André Kuipers; een gloedvol verhaal over zijn belevenissen in de ruimte, waar vooral werd ingegaan hoe een werkdag eruit zag en hoe hij moest dealen met de normale dingen die iedereen doet: wassen, aankleden, slapen, toiletgang etc.In zo’n gewichtloze ruimte doe je alles bewust. Alles wat je ergens weg wil leggen moet je meteen vastmaken, anders zweeft het weg. En wat maar enigszins te recyclen is, gebeurt ook, want even aanvullen is er niet bij.
Gewichtloosheid is een bijzondere en ook prettige ervaring, vertelde de man, Maar daardoor de terugkomst op de aarde ook zwaar, omdat de zwaartekracht als een loden deken op je rust op onze aarde. Het duurt drie maanden intensief trainen voordat je botten en spieren weer op het oude peil zijn.
Er werd André de vraag gesteld wat hij nu het meest bijzondere vond aan zijn ruimtevluchten. Daar hoefde hij niet lang over na te denken: de kwetsbaarheid van onze wereld. Als je 400 kilometer boven de aarde zweeft zie je pas goed hoe kwetsbaar ons ecosysteem is. Dat heeft bij André Kuipers geleid dat hij zich nu inzet voor natuur en duurzaamheid. Blijkbaar oogt onze wereldbol erg fragiel vanuit de ruimte.
Daarom moeten we zuinig zijn op onze aardkloot. We doen er overigens in het groot niets aan om onze aarde te sparen. We proberen in zo’n rap mogelijk tempo al onze grondstoffen erdoor te jagen om binnen een eeuw de inmiddels immens uitdijende wereldbevolking bekommerd achter te laten. Daarom gaan we op zoek naar schaliegas, om de laatste druppels en wolkjes minerale grondstoffen uit de aarde te persen, om deze expansiedrift niet te hoeven stoppen. Daarom voeren we oorlogen om economische belangen veilig te stellen. Samenwerkingsverbanden worden opgericht om concurrentie aan te gaan in plaats van zaken samen op te lossen waarom de wereld vraagt.
En kijk je in het klein dan zie je ditzelfde mechanisme in alles terug. We leven in een vervangingsmaatschappij en doordat we vervangen ontstaat er werk en brengt het de economie op gang. Een failliet model, want voor elke vervanging moeten grondstoffen worden verbruikt, die hoe langer hoe zeldzamer worden. Gelukkig kunnen we inmiddels veel recyclen, maar 100% zullen we nooit halen. In Nederland wordt een mooie score van ongeveer 80% van alle elektronische afval gerecycled, waardoor toch nog 20% dus gewoon ergens achter blijft. Ook al zou je 99% kunnen recyclen: eens is het op. Zouden Apple, VW, Toyota of Samsung zich realiseren dat ze met het uitbrengen van een nieuw fancy model in feite de duurzaamheid van onze planeet verlagen? Tegenwerpingen zijn er ook. Auto’s en mobieltjes van eerdere generaties verbruiken meer energie en zijn op den duur vervuilender dan nieuwe. Maar waarom kiezen we dan om het geheel te vervangen? Bij auto’s kun je sinds een decennium of wat je software updaten, zoals bij PC’s en laptops, maar mechanische onderdelen worden zelden of nooit vervangen door betere, nieuwe en minder milieubelastende onderdelen. De markt richt zich uit het klassieke economisch oogpunt op totale vervanging, waardoor veel wordt afgedankt.
Maar door de crisis, die zomaar niet zal ophouden, is niet iedereen meer in de gelegenheid om zaken te vervangen. Je ziet dan ook hoe langer hoe meer initiatieven ontstaan om spullen te recyclen, voordat ze zijn afgeschreven, zoals een “weggeefhoek” of het opzetten van repaircafés, waar spullen weer worden gerepareerd, zodat ze nog even mee kunnen. Afgezien dat dit goed is voor het milieu kan het ook een leuke activiteit zijn. In feite is het credo van duurzaamheid dat je de tijd dat je spullen gebruikt moet verlengen.
De kunstenaar Marcel Wanders zei van de week in Avro’s Kunstuur dat daarom het kopen van design eigenlijk duurzaam kopen is. De ontwerpen zijn duur en goed gebouwd en gaan dus lang mee. Bovendien krijgen ze later meestal nog een opfrisbeurt om wederom nog een lange tijd mee te gaan. Alleen al omdat design duur is, denken mensen hierover al langer na voordat ze het kopen. Kopen ze het eenmaal, dan doen ze het ook zomaar niet weg. Je gaat hechten aan mooie spullen, zeker als ze een waarde vertegenwoordigen.
Door de omzetsnelheid in de maatschappij te verlagen is er ook minder geld nodig. De ontwikkeling hiervan wordt mede ingegeven door de crisis. Men gaat langer nadenken voordat men iets vervangt. Dat daardoor het systeem gaat kraken dat is duidelijk. Kijk naar de energiesector, die door het lokaal opwekken van duurzame energie en het verkleinen van het verbruik als ook door de maatschappelijke discussie, in de problemen komt. Een sector die 15 tot 20 jaar vooruit moet kijken, maar nu ingehaald wordt door de huidige situatie.
Zo ook met de opwarming van de aarde. Doen we niets dan stijgt de temperatuur tot aan het jaar 2100 met ongeveer 2 graden en gaat de waterspiegel stijgen met 59 cm, volgens de wetenschappers van het IPCC. Werken we hard aan een duurzame maatschappij, dan kunnen we hieraan nog het e.e.a doen. Ook is wetenschappelijk vastgesteld dat 95% van de opwarming door de mens komt..
Dit zou toch een wakeup call moeten zijn. We zullen in een lagere versnelling onze wereld moeten belasten. Laten we daar onze lange termijn focus op gaan richten. Maar ik spreek hier over “WE”. Helaas is niet iedereen erop uit om de aarde veilig te stellen voor de volgende generaties, dus zullen er vooral door de wereldleiders belangrijke stappen moeten worden ondernomen.
Weg met het korte termijn denken.