Sportkantines & Kroegen

Deze week ophef in de gemeenteraad over een heikel onderwerp: de sportkantine. De sportkantine is de plek waar de sporter na zijn inspanning nog even ontspant. De derde helft wordt deze periode na het sporten ook wel wordt genoemd. Vroeger liep het vaak uit de hand met sportkantines. Deze werden geleid door amateurs die het lak hadden aan de regelgeving. De dranken waren spotgoedkoop doordat er nauwelijks kosten waren, er kon worden gedronken en gefeest onder de marktprijs, aan openingstijden had men het lak en het was ook nog eens een mooie bron van inkomsten voor de vereniging. Vaak kwamen er klachten van de plaatselijke horeca vanwege oneerlijke concurrentie. Maar als er geen excessen te melden waren had verder niemand hier problemen mee.

Vanuit dit inmiddels lang vervlogen historisch perspectief is de aanscherping van de regelgeving zoals deze nu voorligt in Dongen wel begrijpelijk. Dat de raad deze aanscherping unaniem afwijst is eveneens begrijpelijk. Hoewel blijkbaar de voorstellen niet of nauwelijks afwijken van het formele, huidige beleid vindt het gemeentebestuur het nodig het sportkantinebeleid opnieuw vast te stellen. En dat juist in een periode waar de wetgever ook al de nodige aanpassingen op de uitgaanswereld aan het invoeren is. Je zou bijvoorbeeld maar begin 1997 geboren zijn en het gehele afgelopen jaar al met je vrienden regelmatig een kroeg of disco hebben bezocht, waarbij er wel eens een drankje werd achterover geslagen. Met een beetje pech word je nu dan ruim een jaar lang verbannen uit deze kroeg of disco. Want de kroegbazen vinden de nieuwe wet te ingewikkeld en willen niet door handhavers op hun vingers worden getikt. Daardoor krijgen jongeren onder de 18 waarschijnlijk bijna nergens meer toegang. Feitelijk mag een jongere van 16 wel een horecagelegenheid bezoeken. Maar omdat het alcoholgebruik van deze jongeren niet te controleren is worden ze geweerd. Zeker als ze in groepsverband komen zal drank namelijk gemakkelijk aan de 16 of 17 jarige doorgegeven worden. En dat is dus verboden, In Katwijk dacht de burgemeester dit te omzeilen door zelf een gedoogregeling te bedenken, waarbij aan iedereen die al 16 of 17 is op 1-1-2014 wel drank verkocht mag worden. Eerlijk is eerlijk: ik vind dit eigenlijk wel een sympathiek plan. Je ontneemt dan niemand eerder verworven rechten en de controle is voor de horecabaas te doen, mits hij iedereen weert in de kroeg die op 1-1-2014 nog geen zestien is. Maar de Haagse politiek zit deze pragmatische burgemeester al in zijn nek en wil van dit beleid niets weten. De horeca heeft het al moeilijk. 20% van de horeca verkeert in directe financiële problemen, 60% kan er net van leven en met 20% gaat het goed. Deze nieuwe regelgeving zal leiden tot een nieuwe kaalslag in kroegenland en een oncontroleerbaar thuis-alcoholgebruik. Als we dan in ons eigen Dongen kijken heeft die kaalslag al eerder plaatsgevonden. Wordt het dan nog minder? En als dan ook nog eens de sportkantines allerlei regels krijgen opgelegd ter beteugeling der dronkenschap, dan is de drooglegging zowat compleet.
Maar de situatie bij sportkantines is anders. Door de goedkope bedrijfsvoering is de kantine een belangrijke bron van inkomsten voor de vereniging. Het kan goedkoop, omdat leden van de vereniging in veel gevallen een paar keer per jaar achter de bar moeten staan. Wil je dit als lid niet doen, dan betaal je een soort afkoopsom aan de vereniging. Eigenlijk een slecht systeem als het om kwaliteit gaat. Ook vrijwilligers zouden moeten zijn opgeleid om achter de bar te mogen staan. Voor wat je moet weten hoef je geen hoogdravende studie te volgen, maar een checklist in het hoofd hebben met de belangrijkste regels is voor de veiligheid en bedrijfsvoering van het grootste belang. En met iemand die één of twee keer per jaar de bar bezet is die kwaliteit ver te zoeken.

De politiek kiest ervoor dat verenigingen en stichtingen zoveel mogelijk hun eigen broek ophouden. En de Dongense politici kunnen het weten, want velen zijn of waren actief in het verenigingswezen. Juist de politiek moet keuzes maken bij een steeds slechter sluitende begroting en met de aanscherping van de openingstijden zullen verenigingen mogelijk in de problemen komen. En waarom zouden dan die kantines eerder moeten sluiten? Veel sporters plakken graag een derde helft achter hun sportieve inspanning. Sporten is niet alleen bewegen, maar ook samen zijn. Daar hoort een sociaal moment achteraf ook bij. In dit opzicht is de sportkantine geen concurrent van de kroeg. Want als men niet zou gaan sporten zou men ook niet achteraf een drankje nuttigen of een hapje nemen. Kortom, een non-issue wat dit betreft. Het wordt anders als de regelgeving rondom de bedrijfsvoering aan de laars gelapt wordt. Geen opgeleid personeel; niet handelen volgens de sociale hygiëneregels en grote feesten organiseren rondom activiteiten die niets met de club te maken hebben. Dat kan niet meer anno 2014. De NOC NSF heeft een kantinereglement opgemaakt, waarin de spelregels zijn vastgelegd. Dit is de basis voor een sportkantine die professioneel geleid wordt maar waarvan de bedrijfsvoering bijna in zijn geheel kan worden uitgevoerd door amateurs. Daardoor zijn ze winstgevend. Als zo’n vereniging samenwerking zou zoeken met de plaatselijke horeca met bepaalde zaken zoals catering of hulp bij grote evenementen dan snijdt het mes aan twee kanten. Dan versterkt de sportkantine zelfs de horeca.
Maar om nu een aangescherpt beleid af te kondigen, terwijl van handhaving toch niets terecht kan komen, dat heeft totaal geen zin. Terecht dat de gemeenteraad hier niet in mee wil gaan. Het moet wel gezellig blijven, want in Brabant brandt nog licht….

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht