Armoede

Een maand geleden organiseerde de plaatselijke PvdA-afdeling een avond over armoede. Een aantal cases werden besproken met deskundigen uit het veld. Ook een aantal mensen, die zelf in armoe leefden, kwamen aan het woord. De armoede in Nederland stijgt schrikbarend. Maar wat is armoede? Het is niet altijd gerelateerd aan een laag inkomen. Armoede kan ontstaan door gezondheidsproblemen, problemen met werk, huisvesting etc. Een duidelijke definitie is er niet,. Armoede heeft naast een structureel tekort aan geld ook te maken met uitzichtloosheid. Het aantal mensen die in armoede verkeren is in 2012 met 1 tot 1,2 % gestegen en de verwachting is dat dit ook in 2013 toeneemt met ongeveer een 0,5 %. Het aantal huishoudens dat langer dan vier jaar structureel een zeer laag inkomen heeft is gestegen met 17000 tot 170000; een stijging van 10%. In totaal verwacht men dat in 2013/2014 ongeveer 9% van de bevolking een laag inkomen heeft.

Dat wil niet altijd zeggen dat men armoedig is. De omstandigheden bepalen of dit het geval is.
Typisch is dat hoe langer hoe meer toprijken rijker worden. En juist bij falend beleid worden ze extra beloond. Een grote industrieel krijgt jaarlijks opties van aandelen van het bedrijf. Nu presteert het bedrijf niet al te best onder diens leiding en hij kondigt aan vervroegd te vertrekken onder druk van zijn omgeving. Daardoor reageert de beurs verheugt want die verwacht nu dat het met het bedrijf beter zal gaan. Nog voordat de slecht presterende CEO afscheid neemt schieten de aandelen omhoog. De man incasseert zijn afscheidsbonus op basis van de dan geldende beurskoers en gaat met een enorme bak geld met pensioen. Slecht gedrag wordt zo beloond. Met het topsegment zit het dus nog wel goed. Zij beleggen op de beurs en die heeft het de afgelopen tijd goed gedaan.
Mensen met een zeer laag inkomen hebben geen beurskapitaal; ook geen spaargeld. Niet dat je van het spaargeld met een rendement ver onder de twee procent en daarmee ook onder de inflatiegrens rijk wordt, maar met geld maak je geld is de uitdrukking en daar is in geval van armoede geen sprake.
En wie zijn de grootste armoedeslachtoffers: nauwelijks geschoolde allochtonen (mag die term nog wel?) en cliënten van de bijstand. En bij deze laatste groep blijken vooral alleenstaande vrouwen met kinderen het grootste slachtoffer. Ze moeten werken, maar de kinderen moeten ook worden opgevangen. Doordat de kinderopvang duur is houden ze aan het werken maar weinig over. Bovendien moeten ze zowel de kost verdienen als voor de kinderen zorgen. En daarnaast dus wel een heEL gedisciplineerd budgetregime hanteren om het hoofd boven water te houden.
Onze regelgeving is ingewikkeld en er wordt van je verwacht dat je zelf uitzoekt waar je recht op hebt. Zeker niet iedereen is daartoe in staat; zeker niet omdat tot voor enkele jaren alles centraal geregeld was bij de overheid en nu er een woud is ontstaan van instanties, die aan jouw armoede ook weer een graantje mee willen pikken.
Ik ben van mening dat in het onderwijs de kunst om zelfredzaam door het leven te gaan niet of zwaar onvoldoende wordt gedoceerd, terwijl dit een belangrijk vak zou moeten zijn. Het begint al met de studiekeuze. Voor welk vak word ik opgeleid? Is daar brood mee te verdienen? Of is het leuk? Moeilijke vragen die van alle tijden zijn, maar in een maatschappij waarbij het individu zelf hoe langer hoe meer zijn oplossingen moet zien te vinden een essentiële keuze. Funstudies zouden ook niet als basisstudies aangeboden moeten worden en zeker niet gestimuleerd. In plaats van “vrije tijdswetenschappen” zou je sociale geografie kunnen gaan studeren en na de masteropleiding kunnen specialiseren. Met zo’n basis krijg je veel meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt en daar zou je rekening mee moeten houden. Mensen worden nu opgeleid voor beroepen die over vijf of tien jaar niet meer bestaan. Terug dus naar een aantal basisstudies, die ook nog waarde hebben als de tijd verandert..
Maar ook het werkelijk laten functioneren van een gezin wordt niet of nauwelijks onderwezen: belangrijk is dat je leert budgetteren, maar ook weten wat je moet regelen ten aanzien van voorzieningen, belastingen en verzekeringen. Hoe zet ik een bedrijf op? Etc. Dit zou allemaal veel minder vrijblijvend gedoceerd moeten worden in alle basisopleidingen. De maatschappij verandert snel en je kunt van ouders niet meer verwachten dat ze dit in hun opvoeding allemaal mee kunnen geven. Het op school bijbrengen werkt ook preventief ten aanzien van armoede.
In veel gevallen komen mensen in armoedeproblemen waaraan ze weinig kunnen doen. Dat zijn de meest schrijnende gevallen. Door de versnippering meten de instanties vaak ook nog eens met verschillende maten, waardoor de frustratie en onmacht toeneemt. Hierdoor kunnen de situaties nog schrijnender worden. En mensen wachten teveel af, onwetend van de mogelijkheden. We gaan leven in een participatiesamenleving. Dat klinkt als een oplossing, maar heeft uiteindelijk als doel om te zorgen dat in jouw directe omgeving vangnetten ontstaan; dichter bij de mens en verder weg van de terugtredende overheid. Je moet leren zoveel mogelijk je eigen problemen op te lossen en waar je mogelijkheden ziet andere mensen te helpen. We leven in een individuele maatschappij, maar het mooiste wat je kunt bereiken is toch de waardering van andere mensen als je iets voor ze kan betekenen. Toch?

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht