Het roer moet om. De rijken worden alleen maar rijker en de armen armer. Het geruchtmakende standaardwerk “Kapitaal in de 21e eeuw” dat de Franse econoom Thomas Piketty schreef, maakte hier al gewag van, met grote mondiale ophef. Piketty werd door deze bewering direct geparkeerd bij de linkse economen zoals Karl Marx. Maar het werk was zo sterk onderbouwd, dat de wereld van het kapitaal toch wel achter de oren ging krabben. Ondanks wat gesputter van de Financial Times over de bronnen van Piketty, beweert de laatste ook dat bij meer of betere bronnen hij niet tot een andere conclusie kan komen. Als de conclusies dus kloppen, en daar heeft het alle schijn van, dan zou je denken dat dit dan het probleem van de armen is, maar die conclusie is iets te voorbarig. Een deftige dame uit het Rotschild-geslacht –Lynn Forester de Rotschild- trok deze week aan de alarmbel en trommelde al haar rijke vriendjes bij elkaar in London, om over het probleem te praten.
Ook bij de rijken zullen de bakens verzet moeten worden. Als namelijk er alleen maar een kleine groep rijken zal bestaan, wordt de wereld er niet beter van. De afgunst wordt groter, met kans op crimineel gedrag, maar vooral de markt zal instorten. Met betrekkelijk kleine marges was altijd goed te verdienen aan een grote afzetmarkt. Als deze markt verdwijnt, zal uiteindelijk ook de top hier last van krijgen. Tot voor kort bewoog de hele wereld mee met het kapitalistische systeem. Dat heeft veel gebracht: minder honger, meer gelijkheid van burgerrechten, meer gezondheid en een enorme bevolkingsexplosie.
De vriendjes van Lynn – er was ruim een kwart van alle vermogen van de wereld aanwezig in London – werden bijgepraat door economen en invloedrijke mensen. De bakens moeten volgens haar worden verzet: de pervertering van het systeem, waarbij alleen aandeelhoudersbelang telt, moet maar eens afgelopen zijn. Dat is “slecht” kapitalisme , dat met Libortarieven manipuleerde, ondeugdelijke beleggingsproducten produceerde, misbruik maakte van haar medewerkers en geen oog heeft voor de duurzaamheid van de leveranciers. Er is een vertrouwensbreuk opgelopen en dat moet maar eens afgelopen zijn.
In de vroege jaren van het kapitalisme was er ook een zekere balans tussen de belangen van de top en maatschappelijke belangen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot de enorme groei. De laatste twintig jaar is de focus van bedrijven langzaam maar zeker teruggevallen naar eigen belang: winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde zijn leidend geworden in de aanpak van bedrijven en met name bedrijven in de financiële sector hebben zich daar op grote schaal schuldig aan gemaakt. Daarmee werden ze zo groot dat ze “Too big to fail” werden: kortom te groot om om te vallen. Vooral de banken hebben het financiële systeem zodanig in handen dat het laten vallen van de banken voor iedereen een probleem zou worden. Vandaar ook die enorme steun die er is opgezet door overheden. Het is natuurlijk schandalig dat banken zichzelf wel verrijkt hebben, maar de risico’s niet zelf kunnen dragen voor hun eigen handelen. Bovendien hebben directies in de ‘goede’ tijd zich ernstig gefêteerd met vette bonussen.
Nu het diepste dal achter ons lijkt qua crisis zie je dat banken niets geleerd hebben en doorgaan met het perverse systeem van bonussen. Vanwege het uit de crisis kruipen kleuren de cijfers beter, waardoor de beloning ook weer beter wordt: business as usual.
Maar nu lijkt er door het initiatief van mevrouw Rotschild toch een “wakeup cal” te worden afgegeven uit de eigen gelederen. Er werd tijdens de conferentie gediscussieerd langs drie thema’s: onderwijs voor werkgelegenheid, ondernemen in kleine startende ondernemers en ethische wijzigingen in de bestuursvorm van ondernemingen, waarbij duurzaamheid in brede zin een kernwaarde moet worden.
In principe wil men naar kleinere regelkringen. Dat wil zeggen dat de antiglobalisten die sinds eind jaren 90 met de regelmaat van de klok zich laten gelden, een beetje gelijk krijgen. Niet alles mondiaal inzetten, maar de economie in de eigen omgeving steunen. Het inclusieve kapitalisme moet de oplossing worden. Met inclusief wordt bedoeld dat niet alleen aandeelhouderswaarde telt, maar ook duurzame maatschappelijke waarden tellen, waardoor ook armoede wordt bestreden. Bedacht door een conservatief instituut uit Cambridge: Henry Jackson Institute. Jammer dat tijdens dit old-boys-gebeuren er maar weinig niet-gouvernementele organisaties aanwezig waren. Zij kunnen de brug vormen tussen de gewone mensen en de financiële top van de wereld.
Onze markteconomie blijkt meer een marktsamenleving geworden.
Oog voor de markt is niet slecht, maar de balans is doorgeslagen. Op bijna alle plaatsen wordt de markt te bepalend: bij commodities, zoals energie, water, zorg en onderwijs bepalen marktpartijen uitsluitend het aanbod en de condities, terwijl het slechts concurrentie op papier is. Feitelijke keuzes heb je vaak niet en het is zelfs de vraag of de dienstverlening hierdoor beter of goedkoper wordt.
En zo is er nog veel meer op te merken over de marktsamenleving.
Hoe kunnen grootkapitaal en bedrijven met de lange termijn in het hoofd investeren? Hoe raken ze af van de obsessie om louter te focussen op kortetermijnwinst voor aandeelhouders of klanten? Het inclusief kapitalisme wil hiermee afrekenen.
Maar wie wat gezegd heeft op het feestje van Lynn zal niet echt duidelijk worden. En of dit een nieuwe periode van een ander soort kapitalisme zal inluiden is nog maar afwachten. De vergadering werd gehouden onder de zogenaamde Chatham House Rules, wat volgens Wikipedia betekent: Wanneer een vergadering, of een deel daarvan, wordt gehouden onder de Chatham House Rules zijn de deelnemers vrij om de ontvangen informatie te gebruiken, maar noch de identiteit noch de connectie van de spreker(s), noch die van een andere deelnemer, mag worden onthuld.
Tsja, een soort bal masqué voor meningen dus. Past wel een beetje in deze kringen.