In het begin van de jaren 80 bleek dat bij sollicitaties bepaalde bevolkingsgroepen werden achtergesteld. Daar moest iets aan gedaan worden. Vooral mensen met een beperking, allochtonen en vrouwen waren het slachtoffer en werden minder vaak verkozen voor een functie dan mannen. Dat veranderde door nieuwe wetgeving. Voortaan mocht men een voorkeur uitspreken voor iemand met een beperking, een allochtoon of een vrouw wanneer er kandidaten waren voor een functie. Vooral het noemen van de vrouw als blijkbaar achtergestelde groep was een direct voortvloeisel uit de post-jaren zeventig emancipatiegolf. Al was het toen zeker wel zo dat vrouwen relatief minder kansen kregen.
In een advertentie stond dan braaf: Gevraagd: medewerker M/V. Bij gelijke geschiktheid van een mannelijke of vrouwelijke kandidaat, zal de voorkeur uitgaan naar een vrouw. Dit wordt positieve discriminatie genoemd. Dat klinkt net als “brave moord”. Je doet iets verschrikkelijks maar het is toch niet zo verkeerd. In mijn ogen is elke vorm van discriminatie ontoelaatbaar; dus positieve discriminatie is ook verderfelijk. Als ik belast zou zijn met het werven van onderwijzend personeel op een basisschool en het lijkt me voor de balans in het team beter dat er een man in het kippenhok komt dan alweer een vrouw, dan zou ik echt bij gelijke geschiktheid tussen een mannelijke of vrouwelijke gegadigde kiezen voor de man. De bevoorrechte positie van vrouwen op de arbeidsmarkt is in het basisonderwijs nergens op gebaseerd: er is een ruim overschot aan vrouwen in het basisonderwijs aan het werk. Ik zou dan ook niets laten merken in mijn advertentie over wie ik ga voortrekken. Ik zou gewoon seksloos: “Gevraagd: leerkracht basisonderwijs” in de advertentie zetten en een man aannemen als deze zich zou aandienen en even geschikt lijkt als de dames die gesolliciteerd hebben. Je loopt dan wel het risico dat er een oplettende sollicitante is die je gaat aanklagen, omdat die ene man het geworden is in plaats van één van al die vrouwen. Gelukkig is gelijke geschiktheid een ruim en subjectief begrip, dus de kans op een veroordeling lijkt minimaal.
Toch is het vreemd dat anno 2014 deze bepaling nog in de wet staat. Zo zie je dat wetten eigenlijk na verloop van tijd gereviseerd zouden moeten worden, omdat ze niet meer aansluiten op de huidige maatschappelijke situatie. Toch vindt een meerderheid in de kamer dat deze positieve discriminatie van vrouwen nog niet uit de wet mag. Maar een echt argument kunnen ze niet geven, behalve dat er nog best wel beroepen zijn waarbij vrouwen gediscrimineerd worden. Is dit wel zo?
Tegenwoordig zijn er meer meiden dan jongens die studeren, dus de markt voor beroepen die vraagt naar een hoger opleidingsniveau zal vooral uit vrouwen gaan bestaan. De echte discriminatie zit niet in het wel of niet aannemen van dames, maar meer het belonen van de arbeid. In Nederland vinden de werkgevers in het algemeen dat vrouwen lager betaald moeten worden dan mannen. Met 18,5 % minder beloning voor vrouwen bungelen we als Nederlandse werkgevers zelfs onder het mondiale gemiddelde. Dus die zogenaamde “positieve” discriminatie voor vrouwen werkt dus in de hand dat de wetgever stimuleert dat werkgevers minder loonkosten hoeven te maken voor dezelfde arbeid. Formeel mag een werkgever een vrouwelijke medewerker niet minder belonen dan haar mannelijke collega, maar beloningshoogte is nog een behoorlijk taboe in Nederland, dus zijn er tal van onduidelijke mogelijkheden om te verdoezelen dat dit gebeurt. Vrouwen worden gediscrimineerd in salarishoogte, omdat ze bijvoorbeeld hun carrière onderbreken of minder uren gaan werken. Achtergesteld worden ze ook vanwege de zorg voor kinderen of omdat werkgevers anticiperen op de wijzigingen in arbeidspatronen van werkende moeders, die zo minder kans krijgen op een goede loopbaan.
Blijkbaar vinden werkgevers vrouwen een bijzonder risico omdat ze van mening zijn dat ze minder op termijn kunnen rekenen op hun inzet. Met een lager loon wordt dit risico intern weg geboekt.
En dat juist in de tijd dat de markt hoe langer hoe meer flexibeler zou moeten worden volgens dezelfde werkgevers. Wellicht wordt door de flexibilisering positieve discriminatie van mannen ten aanzien van beloning uiteindelijk weggepoetst. Dat betekent dat het gehele loongebouw goedkoper wordt en die discriminatie misschien wordt opgeheven.
Positieve discriminatie moet in zijn geheel verdwijnen. We zouden uit moeten gaan van een weloverwogen procedure, waarbij ook andere dan arbeidsrechtelijke criteria gelden om mensen aan te nemen. Tenslotte wil je toch de beste persoon op de vrijgevallen plaats inzetten, die ook past in het geheel van het team.
Het is overigens maar goed dat positieve discriminatie van vrouwen in sollicitaties niet geldt voor contactadvertenties. Dat zou helemaal wat gedoe geven.