Vergeetrecht

Vanaf dat mensen iets aan het papier hebben toevertrouwd gaat het mis. Eigenlijk al met het maken van rotstekeningen. Hoezo mis? Tot dat moment werden zaken alleen overgedragen van mens tot mens door mondelinge overlevering. Alles wat niet werd onthouden en overgedragen werd vergeten. De wereld zat toen eenvoudig in elkaar. Stierf een persoon, dan werden met hem alle herinneringen begraven.

Het gevolg van deze situatie was dat maar een beperkt deel van de kennis kon worden overgeleverd. Daardoor ontwikkelde de mensheid in de prehistorie zich maar heel geleidelijk. Vanaf het moment dat mensen dingen gingen optekenen spreken we van geschiedenis. Indien we in staat zijn om deze tekens te begrijpen vertelt dit veel over de tijd dat het is opgetekend. Zo is door de steen van Rosette de sleutel gevonden om hiërogliefen te ontcijferen. De steen is gevonden door Franse troepen in Egypte in de tijd van Napoleon. Op deze steen stond driemaal dezelfde tekst: In het demotisch schrift, in het oude Grieks en in Hiërogliefen. De vertaling duurde ruim twintig jaar en daarmee konden daarna veel Egyptische verhalen worden vertaald.

Voornamelijk is de geschiedenis belangrijk om zaken in de tijd te plaatsen. Zo is de dankbetuiging aan de koning Ptolemaeus V Epiphanes van 27 maart 196 voor Christus heden ten dage dankzij deze steen, nog steeds te lezen. En wat er staat is onveranderbaar. Nu, tweeduizend jaar later kunnen we nog steeds op dezelfde manier de inhoud tot ons nemen. Gaat dit ook gebeuren met deze column, of het mailtje dat ik gisteren nog heb gestuurd?
Over tweeduizend jaar zal de inhoud van deze documenten ongetwijfeld niet meer gelezen worden en ik mag hopen dat ze ook niet meer boven water komen, c.q. dat ze niet meer bestaan.
Over het laatste ben ik nog niet zo zeker. Met het gebeitel in de steen, waar men toch al gauw een aantal weken mee bezig was maakte men wel geschriften voor de eeuwigheid. Als de stenen niet al te gek worden blootgesteld aan erosie of de natuurlijke elementen, kunnen ze duizenden jaren mee. Met de volgende fase, de handschriften op perkament en papier, was dat wat moeilijker. Het zijn vaak vergankelijke documenten en op den duur vernietigd door inwerking van vocht en licht. Maar er zijn altijd overblijfselen en nog steeds worden die gevonden. Als we ze kunnen lezen zegt dit iets over de tijd waarop het is opgetekend. Een beschrijving van een gebeurtenis, een verheerlijking, misschien zelfs wel een verzonnen verhaal. Doordat er relatief weinig informatie op schrift is gesteld in de eerste geschiedenis, wordt de loop van de geschiedenis voor een groot deel bepaald door deze geschriften. Is dat terecht? Zijn de zaken niet anders opgeschreven dan ze zijn gebeurd en is het niet een veel te beperkt en eenzijdig beeld. Ongetwijfeld is dit het geval. Enkel mensen uit een elite konden schrijven of lezen en dit waren waarschijnlijk geen gewone mensen. En wellicht weten we zo hoe een veldslag is afgelopen, maar over hoe men de kinderen verzorgden zullen we niet te weten komen. Alles wat we aan het papier toevertrouwen is feitelijk en onveranderlijk, al hoeft het niet waar te zijn. Een explosie van deze statische informatie ontstond na de uitvinding van de boekdrukkunst in de late middeleeuwen. Teksten konden eenvoudiger worden gedupliceerd en door het succes van deze nieuwe techniek leerden meer mensen lezen en schrijven, al bleef dit toch wel tot een elite beperkt.
Feitelijk is er tot de komst van fotografie en film aan het einde van de 19e eeuw niets gewijzigd. Boeken werden gedrukt, gelezen, uitgeleend en opgeslagen in bibliotheken. Met de foto en film en later ook het geluid dat erbij hoorde, werden zaken zichtbaar en hoorbaar. Een beschrijving was niet altijd meer nodig. Maar ook deze media leveren onveranderlijke beelden op en gaven inzicht in de tijd. Manipuleren van beeld en geluid gebeurde pas veel later.
Met de komst van de computer kregen we een informatierevolutie. Aanvankelijk stonden de computers op zichzelf, maar toen ook netwerken van computers zich ontwikkelden kon men gegevens uitwisselen. Aanvankelijk heel primitief met kale teksten via bulletin boards –vooral in zwang bij nerds- maar al snel werd er een protocol ontwikkeld waarmee ook de gewone man overweg kon en veel verder strekte dan het uitwisselen van platte teksten: het internet. Naast dat kennis nu overal beschikbaar is en constant wordt aangevuld zijn er nauwelijks regels op dit internet. Het data-aanbod groeit en groeit en is relatief eenvoudig te ontsluiten. Als je geen beperking zet op het bericht dat je op het net post, is dit voor elke zoekmachine vindbaar. Van gegevens wordt informatie gemaakt dat we kunnen vinden met zoekmachines. Tot de overload aan informatie zo groot is, dat men niets meer kan vinden. Zoek maar eens naar dat ene oranje petje in een vak vol oranjesupporters. Weliswaar barst het van informatie op het net, maar wat wil ik nu juist weten?
Gek genoeg wordt juist ook veel niet meer voor de eeuwigheid opgetekend en ontstaan er gaten in de historische informatie. Papieren verslagen zijn vervangen door elektronische verslagen en als er geen operationele noodzaak is om de elektronische documenten te bewaren, worden deze vaak gewist om de overzichtelijkheid te bevorderen. Wil je later een stuk geschiedenis van de vereniging of het bedrijf reconstrueren dan is dat bijna onmogelijk.
We hebben niet zo goed nagedacht hoe we met al deze data in de toekomst zullen omgaan. Wel willen handige marketeers hier gebruik van maken om patronen te herkennen en zo hun commerciële boodschap met behulp van big data te verspreiden.
In tegenstelling tot de Neanderthaler, die alles mondeling doorvertelde en het meeste meenam in zijn graf, ligt er van alles vast over jou en als je eenmaal bent overleden, blijven de sporen onuitgewist als er geen actie op wordt ondernomen.
Actie kan zijn dat de provider van de overledene het account opheft en wellicht niets archiveert. Dat opheffen gebeurt omdat er niet meer betaald wordt, of omdat een oplettende nazaat dit aangeeft. Dat wil niet zeggen dat je sporen volledig zijn uitgewist. Andere gebruikers hebben delen van de inhoud van je berichten gekopieerd en zijn nog vindbaar. Hoe langer hoe meer verzoeken volgen er dan ook bij de grote zoekmachines om te mogen worden vergeten. Vaak omdat wat er te vinden is op het net een voor de betrokkene een verkeerd beeld geeft, of juist omdat de betrokkene overleden is, en net als die Neanderthaler, zijn herinneringen mee wil nemen in het graf. Zeker iemand die nu erg actief is op het net met bijvoorbeeld blogs en social media of een publieke functie bekleedt, blijft zo eeuwig rondwaren op de servers van de internetproviders en zoekmachines. Het wordt een moeilijk te verkrijgen recht: het recht om te worden vergeten. En zeker als er geen directe noodzaak is om zaken op te ruimen, zoals in het begin van het computertijdperk wel het geval was vanwege de torenhoge kosten, dan wordt het steeds moeilijker om dat recht op te eisen. Ik zie er nog van komen dat op je ‘uitvaartpolis in natura’ als dekking komt te staan: digitaal wissen: een hele nieuwe IT-competentie lijkt geboren.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht