Het is altijd al zo geweest dat werkeloosheidscijfers een graadmeter voor herstel van een ingezakte economie waren. Ik herinner nog dat in de jaren 90 van de vorige eeuw met een succesvolle politieke campagne: “werk, werk, werk”, de economie weer uit het slop kwam door banen te creëren. Niet iedereen was er even blij mee, want vaak waren deze banen gesubsidieerd. De politieke tegendruk was dat gesubsidieerde arbeid de doorstroming naar reguliere arbeid in de weg stond. Het gevolg is dat deze vorm eigenlijk niet meer bestaat, of is alleen gericht om de kans op doorstroming te vergroten.
Er blijft nu daardoor wel veel werk liggen, omdat de ‘markt’ er geen geld voor wil of kan geven. Het gevolg is dat er een enorme druk komt op vrijwilligers, die deze gaten moeten dichtlopen.
We zien dat onze regering nu ook weer van plan is om banen te creëren. Men wil de mogelijkheid om arbeidsgehandicapten in te zetten stimuleren om zodoende ook de WAJONG-gerechtigden aan het werk te krijgen. Verder wil men het besef laten doordringen dat werken ook betekent dat je je leven lang zult moeten leren. Dat is weer nodig om de kloof tussen vraag en aanbod van kwaliteit van arbeid te slechten. Maar concreet zal de werkeloosheid mogelijk –ook door de wat aantrekkende economie- wel wat dalen, maar dat iedereen binnen twee, drie jaar aan het werk is, daar zal geen sprake van zijn.
De oorzaak ligt in de arbeidsproductiviteit. We hadden tot de industriële revolutie zeker de helft van de bevolking nodig om voldoende arbeid te verrichten om aan de vraag te kunnen voldoen. Dat betekende dat er vooral agrarische en huishoudelijke arbeid werd verricht, gericht op het voortbestaan van de soort.
Met de komst van de boekdrukkunst en de industriële revolutie werden er in snel tempo nieuwe behoeftes gecreëerd. Mensen werden mobieler en doordat ze werkten kregen ze geld en met dat geld kon men zaken aanschaffen en begon de economie in een hogere versnelling te geraken. Zeker tot de komst van de informatietechnologie was de vraag en het aanbod aan elkaar gerelateerd. In moeilijkere tijden liep dit dan wel weer uit elkaar, maar kwam door stimulatie in betere tijden toch weer goed.
Maar nu is de situatie anders. Met veel minder mensen zijn we in staat om genoeg te produceren voor de gehele wereld. Waar dat vroeger 1 op 2 mensen was, zal dit nu al l op 3 zijn en dat zal alleen toenemen. De oorzaak hiervan is voor een groot deel de robotisering en automatisering van processen. In het begin werkte mechanisatie en automatisering als stimulans om de vraag te vergroten, door goedkoper, meer te produceren, waardoor de mensen veel meer keuzes kregen en de welvaart sterk toenam. Menselijke arbeid en technische oplossingen liepen hand in hand met elkaar.
De huidige informatisering slaat een andere weg in. In toenemende mate vervangt de informatisering de menselijke arbeid. Repeterende handelingen – in het verleden vaak uitgevoerd door laag geschoolden – waren de eerste slachtoffers van de informatisering. Met robots wordt succesvol saai werk uit handen genomen. En hoewel niet zo eenvoudig om te programmeren tot andere taken, doet een robot in de regel zijn werk foutloos en zonder te zeuren en zonder salaris. Door globalisering, big data en de netwerkmaatschappij zien we dat informatisering hoe langer hoe meer ook ‘witte boorden’-werk gaat vervangen. Om in mijn vakgebied te blijven Er kwam in de jaren zestig nog bijna maandelijks een verzekeringsagent langs om de premie te innen en onder het genot van een kop koffie de verkoopkansen te aanschouwen, die direct werden verzilverd met een hoop papierwerk. Nu wordt de klant geacht zelf het product af te sluiten nadat hij door een informatierobot via zijn mail of sociale media is geattendeerd op een mogelijke omissie in zijn verzekerde toestand. Door met één muisklik een banner aan te klikken kan de klant met een paar simpele vragen via het scherm een verzekering afsluiten, waarvan het afschrift dezelfde dag nog in zijn digitale mailbox belandt. Weg adviseurs, weg acceptanten, weg product-administratieve medewerkers, weg acceptanten, weg papierlogistiek. Je snapt wel dat verzekeren daarmee een stuk goedkoper kan. De consument vindt het best, want verzekeren is tenslotte een noodzakelijk kwaad en een ‘low interest’-product.
En zo snijden we langzaam ook de middenklasse weg uit het economische model. Om wel een rol te spelen in deze nieuwe wereld begrijp ik dat de regering probeert te stimuleren dat mensen blijven leren, maar helaas is dat niet voor iedereen weggelegd. De middenklasse is voor een belangrijk deel bepalend voor de vraag van de markt. Dus als de witte boorden ook worden geautomatiseerd krijgen we een enorme polarisatie van werk. Aan de ene kant beroepen, die lastig of liever niet te automatiseren zijn zoals zorgtaken voor mens en maatschappij en aan de andere kant hoogopgeleide mensen die beroepen vervullen om de informatiemaatschappij te voeden en verder uit te breiden. Het directe gevolg is dat er veel minder werk zal zijn. De regering spreekt daarom nu niet uit dat ze het voor elkaar krijgen om iedereen aan het werk te krijgen.
Er zal een paradigmashift moeten plaatsvinden. Langer werken heeft geen zin als de productiviteit per medewerker toeneemt. Maar een groot deel van de bevolking aan de kant zetten zonder perspectief is ook geen optie. Bovendien wordt dit onbetaalbaar en zal de vraag instorten. Het probleem dat ook de Franse econoom Piketty aantoont. Doen we niets dan vervallen we in een economische situatie zoals voor de verzorgingsstaat. Wat we moeten doen? Het lijkt het beste dat we niet onverschillig gaan toezien hoe dit ons gaat overkomen. Mensen zullen zich in vakbonden en politieke partijen moeten organiseren om te voorkomen dat het grootkapitaal de absolute grip op de markt volledig in handen krijgt. Dus sta op, denk na, word betrokken en verenig u!