De Eerste Kamer is in het bestuurlijk stelsel van ons land het meest ondemocratische onderdeel. Om te beginnen wordt de Eerste Kamer niet rechtstreeks gekozen door u, de kiezer. Nee: de vertegenwoordigers van de Provinciale Staten kiezen de senatoren. De provinciale verkiezingen staan van alle verkiezingen op de laagste belangstellingsplaats van de kiezer. Terecht, want wat is nu de provincie eigenlijk? In een provincie maken de grote steden toch de dienst uit? De Provinciale Staten doen iets met stad en platteland, mobiliteit, ruimte, cultuur en economische zaken. Gaap…
Maar ook de grote steden houden zich hiermee bezig. Het lijkt erop, ook gezien de beperkte belangstelling van de publicaties van de staten, dat dit onderdeel van de besturing weinig toevoegt. Maar doordat de Provinciale Staten de senatoren van de Eerste Kamer kiezen, is het plotseling wel van belang dat je in maart gaat stemmen voor de Provinciale Staten.
Dit jaar stond in het teken van de Eerste Kamer.
De bedoeling van de Eerste Kamer is om wetgeving die is aangenomen in de politieke arena van de tweede kamer te toetsen op haalbaarheid en kwaliteit. In principe kan een Eerste Kamer een wet niet wijzigen, maar slechts goed- of afkeuren. In zoverre ligt hierin geen primaire politieke opdracht. Een senator is ook geen fulltime politicus, maar is vaak een oudgediende uit de actieve politiek of bestuur, die op zijn oude dag nog een nootje wil meeblazen.
Maar er gebeuren vreemde dingen. Hoe langer hoe meer blijkt dat de politieke arena inmiddels twee levels kent. Politiek gezien kun je namelijk de Eerste Kamer ook gebruiken om de Tweede Kamer een hak te zetten als de stemverhouding in de Tweede Kamer sterk afwijkt van de Eerste Kamer. Dan wordt er niet meer naar kwaliteit van de wet gekeken, maar worden de poppetjes geteld, waarbij ervan uit wordt gegaan dat de senatoren klakkeloos het politieke standpunt van de partij overnemen, Zorgvuldig is er met oppositiepartijen over nieuwe wetten overleg geweest om er zeker van te zijn dat deze ook de gang naar de Eerste Kamer overleven. Minder zorgvuldig wordt er rekening gehouden met de mening van de senatoren. Bijna vanzelf sprekend gaan de kamer en de ministers ervan uit dat het wel goedkomt.
Maar senator mag dan wel een soort erebaantje zijn aan het einde van een carrière; dat wil nog niet zeggen dat men geen mening heeft over voorstellen. En als men integer is naar de democratie, dan zou de senator zonder voorspraak zijn mening –lees zijn stem- mogen uitbrengen. Maar blijkbaar werkt democratie toch anders. Het is blijkbaar in het geheel niet de bedoeling dat politici integer handelen, maar gewoon stemvee zijn. Het liefste had men gezien dat er van elke partij maar één man zou mogen stemmen en die –afhankelijk van het aantal partijleden- het aantal stemmen inbrengt naar ratio van de partijgrootte. Dan hebben de dissidenten geen kans. Een politicus, die vanwege principes, een andere keuze maakt dan de voorspraak van de politieke elite van de partij, wordt met de nek aangekeken en heeft een moeilijke toekomst binnen de partij.
Zo sneuvelde er deze week een voor het kabinet belangrijke zorgwet bijna, omdat drie senatoren van de PvdA hun geweten hadden laten spreken. Het zeker voor echte sociaal democraten, moeilijke voorstel over het ontnemen van keuzevrijheid voor zorgbehandelingen wilden ze niet steunen.
Algemene tendens –na een bezworen zogenaamde kerstcrisis- is, dat de senatoren in een verdomhoekje worden geplaatst: hoe kan het toch zijn dat zulke gelouterde politici, over zo weinig politieke sensitiviteit beschikken? De drie senatoren hebben zich blijkbaar onvoldoende ingelezen in het onderwerp. De drie kunnen niet omgaan met de snelheid, waarmee politiek in het twitter en whatsapp-tijdperk, zich voortraast. De drie staan op onverkiesbare posities bij de volgende verkiezingen en proberen de boel te saboteren.
De schuld wordt volledig naar de afvalligen geschoven, terwijl driekwart van Nederland niet zit te wachten op een zorgwet die blijkbaar 1 miljard moet opleveren, omdat jij –bij alleen een basisverzekering- niet meer mag uitmaken, wie jou zorg verleent.
Zijn de artsen. die de verzekeraar met deze wet mag uitzoeken, dan zoveel goedkoper? Ik vraag me –met de drie afvallige senatoren- af, of daarmee de kwaliteit van de zorg beter wordt en zie de verdeeldheid binnen de samenleving alleen maar toenemen. Want het gevolg van deze wet is, dat de mensen die een hogere premie wel kunnen betalen, een keuzevrijheid inkopen en in feite dus dat miljard financieren.
Conclusie: in politiek Den Haag wordt persoonlijke, politieke integriteit niet op prijs gesteld.
De Eerste Kamer wordt de laatste tijd wel meer misbruikt om wetgeving erdoor te drukken. Zo werden we tot twee maal toe verrast door het kabinet, omdat wetgeving om bezuinigingen te realiseren, hals over kop zijn ingevoerd, terwijl de administratieve regelgeving nog helemaal niet klaar was. Gevolg: volkomen verrast worden middeninkomens met een naheffing geconfronteerd. Hier had de Eerste Kamer op de rem moeten trappen, want de wet is te onzorgvuldig ingevoerd. Maar blijkbaar is men in Den Haag helemaal klaar met de Eerste Kamer.
Tijd voor hervormingen. Laten we om te beginnen de senatoren maar eens direct kiezen en niet getrapt via de Provinciale Staten. Misschien dat dit de kwaliteit ten goede komt en de kiezer ook motiveert om te gaan stemmen.
En eigenlijk zou de politieke discussie in de Eerste Kamer moeten worden verstomd. Het beste zou in mijn ogen zijn dat de Eerste Kamer wordt afgeschaft en de wetgeving die door de Tweede Kamer komt door een technische onpartijdige, apolitieke commissie (een soort rechtbank) wordt beoordeeld en de kwaliteit en uitvoerbaarheid daar wordt getoetst. Het verdict kan dan zijn: ja of nee. Bij “nee” zal de wet opnieuw door de Tweede Kamer moeten worden bekeken en tot een nieuw voorstel moeten komen..
Zoals nu de Eerste Kamer wordt misbruikt en gemanipuleerd geeft aan dat we echt toe zijn aan bestuurlijke vernieuwing. Ik zou bijna D66 gaan stemmen.