Tot en met de jaren zeventig waren er in een plaatsje als Dongen –waar ik woon- bijna alleen winkels van zelfstandige ondernemers, zoals Brattinga, van Wanrooij, Van Pelt, Cloïn, Piet van Meer, Kastelijns. Leijten en allerlei slagers Janssen. Enkel een aantal kruidenierswinkels waren aangesloten bij een winkelketen: André van Hilst, de Gruyter, Albert Heijn, de SPAR, VéGé en de Sperwer. En die brachten nog vaak de boodschappen thuis. De oorspronkelijke winkeliers waren vaak ook specialisten in hun vak, hadden verstand van de waar die ze verkochten, gaven deugdelijk advies en waren zelf vaak ook degene die de service rondom producten uitvoerden. Alles was dichtbij.
Vroeger was het ook heel gebruikelijk dat je soms wel weken moest wachten voordat je product werd geleverd. Men moest wachten tot de vertegenwoordiger kwam, want uit voorraad leveren was er meestal niet bij. In de jaren 80 werden een groot deel van de winkels in Dongen een filiaal van een franchiseonderneming. Ook werden de winkels qua aanbod groter. Wat langzaam verdween was het vakmanschap in de winkels. De service werd uitbesteed aan servicecenters, en de jongen die jou een strijkijzer wilde verkopen, kon eigenlijk alleen het productkaartje voorlezen. Zelf een overhemd strijken had hij nog nooit gedaan. Dat voegt niets toe.
Omdat iedereen inmiddels eenvoudig naar de stad kon gaan -vanwege de toegenomen mobiliteit- om te gaan winkelen, werd de middenstand in zo’n dorp als Dongen flink op de proef gesteld. Dit is sindsdien niet veranderd.
Ook in de jaren 60 en zeventig werd er al veel gekocht via postorderbedrijven, die bestellingen via een briefkaart of telefonisch opnamen. Mede ook doordat hier op krediet kon worden gekocht was deze vorm zeker succesvol
Vorig decennium kwam het winkelen via internet op. Daarmee ontstond een nieuwe vorm van winkelen: Advies werd gevraagd in de winkels, waar ook de producten werden getoond, maar kopen deed men waar het artikel het goedkoopst was. Al snel bleken dat webshops te zijn die vanuit goedkope hallen op industrieterreinen met een goede datalogistieke structuur veel goedkoper konden leveren dan de winkels in stad en dorp. Veel winkeliers zijn toen ook gestopt. De marges waren simpel te klein om op dure klasse A-locaties panden te huren en personeel te houden. De bedrijven die toen al een beetje vooruit keken waren vaak kleine winkels, waarbij, net als vroeger, de winkelier zelf het product fabriceerde, maar deze producten niet alleen in de winkel aanbood, maar ook via internet. Zo werd de kleine webshop geboren. In principe hebben deze winkeltjes wel een overlevingskans als ze iets unieks te bieden hebben en handig gebruik maken van de internet-marketingmogelijkheden.
In de jaren 80 en 90 waren vooral de winkels in de kleine dorpen de dupe van de trek naar de stad om te gaan winkelen. Sinds 2000 zijn er ook hoe langer hoe meer winkels die –vergelijkbaar met de vroegere postorderbedrijven- ook goederen gingen verkopen die je normaal moet passen. Door het opgeven van maten en lengtes kun je de meeste kledingstukken zo via een internetwinkel bestellen. En is het niet goed? Stuur maar terug. Eigenlijk zijn er hoe langer hoe minder producten die de klanten niet online kunnen en inmiddels ook willen bestellen. Naar de stad gaan betekent niet dat je met overladen armen vol met tassen terug komt, maar dat je een middag of avond bent gaan stappen. En als er dan naar winkels wordt gegaan zijn het experience-shops: kleine winkels waar je van alles kunt vragen en voelen, maar waar je naar een terminal wordt verwezen om de producten te bestellen. Ook kun je dan opzoeken wat andere consumenten van je geplande aankoop vinden. De eerste winkels die zo werkten waren de Apple-shops. Het concept wordt hoe langer hoe vaker overgenomen, omdat het minder logistiek gehannes oplevert en dure vierkante meters kunnen worden uitgespaard. En de logistieke voorzieningen zijn zo dat wanneer je nu iets bestelt, je het soms zelf al dezelfde dag ontvangt. Waarom zou je er dan mee gaan sjouwen?
Winkels als V&D en de Hema hebben erg veel last van deze vorm van winkelen. Maar ook ketens als de Media Markt zullen dit gaan merken. Afgelopen week was er gedoe over V&D. Dat zal nog wel even aanhouden tot het over en uit is. De bedrijven zijn leeggeroofd door capital ventures, waardoor het eigen vermogen is verdampt en men het qua rentabiliteit het uitsluitend van de cash flow moeten hebben. Juist daarmee gaat het nu fout.
Ik ben benieuwd hoe een winkelstraat er over 10 jaar uitziet. Ik verwacht dat het aantal winkels veel groter is, maar de winkels zelf zijn kleiner. Ook zullen de binnensteden meer uitgaanscentra zijn, waarmee winkelen zal worden geïntegreerd. Het wordt daarmee ook gezelliger hoop ik. IK kan niet in de toekomst kijken, maar we zullen zien hoe het gaat lopen.