Op 1 juli 2013 kondigde staatssecretaris Dekker aan dat de maatschappelijke stage vanaf het schooljaar 2014-2015 zou worden afgeschaft. Citaat ‘Het is belangrijk dat scholen meer vrijheid krijgen om hun onderwijsprogramma in te richten. Door de maatschappelijke stage niet langer verplicht te stellen, kunnen scholen zelf kiezen of ze dit blijven aanbieden of niet. Scholen kunnen ervoor kiezen de stage in te zetten als één van de instrumenten waarmee ze invulling geven aan hun wettelijke burgerschapstaak. Scholen kunnen er ook voor kiezen om de vrijgekomen onderwijstijd op een andere manier in te vullen.”
Als je dit leest lijkt het alsof we van een molensteen bevrijd zijn en dat de scholen zelf nu ruimte kunnen nemen om de kinderen voor te bereiden op de maatschappij. Politieke prietpraat, want het blijkt een ordinaire bezuinigingsoperatie. Aan het organiseren van de maatschappelijke stage was een rijksvergoeding gekoppeld, die nu –in 2015- geheel vervalt. Het rijk gaat ervan uit dat de scholen inmiddels zelf netwerken hebben opgebouwd, zodat ze de maatschappelijke stage toch als middel kunnen inzetten zonder overheidsstimulering daarbij nodig te hebben. Nu de praktijk. In Dongen hebben de scholen nooit de organisatie van de maatschappelijke stage op zich genomen, maar was deze taak belegd bij Stichting Richting, die hiervoor stagemakelaars inzette. Dit alles is te vinden op de uitgebreide site van Stichting Richting, die nog steeds in de lucht is, terwijl de activiteiten al een jaar geleden gestaakt zijn en zijn over gegaan naar ContourdeTwern. Ik ga ervan uit dat met het nieuwe schooljaar de stagemakelaars ook opgehouden zijn. Op de site van ContourdeTwern komt het woord maatschappelijke stage namelijk niet meer voor. De scholen hebben nooit hoeven werken aan dit maatschappelijke netwerk, dus zullen ze dit zelf op moeten bouwen als ze de maatschappelijke stage willen blijven inzetten. Een reden om het dan maar niet meer te doen. Er is geen politieke druk en bovendien geen geld. Sommige scholen vinden het –gelukkig- belangrijk dat deze stages nog wel plaatsvinden en zijn –bijvoorbeeld in Oosterhout- naar de gemeente gestapt om toch er maar wat geld in te stoppen. En met succes, want in Oosterhout draagt de gemeente 20000 euro bij om de maatschappelijke stages te organiseren. En daarmee verschuift er weer een taak (en budget) van de rijksoverheid naar de gemeente en is men afhankelijk van de willekeur van een lokaal politiek apparaat of en hoe zoiets wordt ingezet.
Volgens de staatssecretaris is het nooit de bedoeling geweest structureel de maatschappelijke stages te subsidiëren, maar gezien de organisatievorm die veel gemeentes zoals Dongen hadden gekozen, ging men er hier vanuit dat dit wel het geval was.
Wat gaat er nu mis?
Als de scholen geen vergoeding meer krijgen en ze hebben zelf geen netwerk opgebouwd ontbreekt het de scholen aan capaciteit, dus geld, om dit te organiseren. Het directe gevolg is dat de maatschappelijke stage wordt afgeschaft. Waarom wilden we dit dan eigenlijk destijds? Het is heel simpel. Jongeren worden tegenwoordig erg individueel en beschermd opgevoed. De vrije tijd wordt besteed aan social media via de mobiele telefoon, de spelcomputer en sporten. Ze hebben dus geen notie wat er buiten hun wereld afspeelt, want de school is ook een soort autistisch bolwerk dat zeer intern is gericht en bijna uitsluitend bezig is met de individuele prestaties van de leerlingen.
Er wordt misschien wel verteld hoe de buitenwereld eruit ziet, maar dit is vaak zeer theoretisch. Vraag aan een VWO leerling hoe hij huursubsidie moet aanvragen, welke verzekeringen hij of zij moet afsluiten of hoe ze een belastingformulier moet invullen en ze zullen je schaapachtig aankijken.
De maatschappelijke stages zijn erop gericht om kinderen te laten ervaren dat naast een betaalde baan er tal van werk is, waarvoor geen geld wordt gegeven, maar wel moet worden uitgevoerd. Want zonder vrijwilligerswerk stort onze maatschappij in. Scholieren moeten dit ook beseffen en met de maatschappelijke stage komen ze zo met de echte buitenwereld in aanraking. Het is ook goed voor hun persoonlijke ontwikkeling om uit de cocon te stappen, waarin ze hun leven lang zich al bevinden. En een maatschappelijke stage moet dan niet betekenen dat men een verkapt baantje tijdelijk onbetaald laat uitvoeren door een scholier, maar moet het kind in deze stage laten beseffen dat vrijwilligerswerk belangrijk en noodzakelijk is. Het zou wezenlijk iets moeten bijdragen in de ontwikkeling van de scholier al was het alleen maar dat ze gaan beseffen dat de wereld niet alleen om hen draait. Het zou dan eigenlijk een kweekvijver moeten zijn om de scholieren te bewegen in een later stadium zich bij maatschappelijke instellingen aan te sluiten als vrijwilliger. In Dongen is de ultieme maatschappelijke stage leider of leidster zijn van de Zomerspelen. Daar leer je al vroeg verantwoordelijkheid te dragen voor een aantal jonge kinderen gedurende een week. En het is nog leuk ook. Niet zo verwonderlijk dat in Dongen het verenigingsleven nog welig tiert. Want veel van de leidsters en leiders van de Zomerspelen kom je later weer tegen in besturen van verenigingen en in ondersteunende rollen van sportclubs. Het schept ook nog eens een sterke maatschappelijke band.
Het afschaffen van de maatschappelijke stage is een slechte zaak. Al mogen de scholen zelf dit middel nog wel inzetten, de vraag is wie bekostigd dit in een tijd waarin alles alleen maar om geld draait? Als er geen financieringsbronnen zijn, zal deze stage verdwijnen in een tijd waar de maatschappij hoe langer hoe meer zal moeten gaan leunen op vrijwilligers. Dit besef kun je niet vroeg genoeg aanwakkeren, en de maatschappelijke stage was er daar één van.