We worden ouder. Nu is de gemiddelde levensverwachting ergens rond de dik 80 jaar. Door allerlei instanties wordt ons duidelijk gemaakt dat we sportiever en gezonder moeten leven en geen zout, suiker, rookwaar, drank en koolhydraten tot ons moeten nemen. Dat helpt allemaal om je sterfdag uit te stellen. Maar er is nog meer goed nieuws op dit gebied. Met behulp van wearables –draagbare techniek- en een verbeterde gezondheidszorg lijkt het erop dat ons overlijdensmoment met wellicht tot wel tientallen jaren toe kan worden uitgesteld volgens de optimisten.
Is dit wel goed nieuws? Ja zeggen de technici. Het is toch fantastisch dat jouw smartwatch jou in de gaten houdt en als er iets mis is, jou of de omgeving daarvan in kennis stelt en daarmee zorgt dat je weer een paar jaar langer kan leven.
En wellicht komt er een tijd dat de wearables naast signaleren ook gewoon gaan ingrijpen door pulsen te geven of op basis van de meetwaarden ongemerkt intraveneus medicijnen toedienen.
En omdat techniek veel sneller wordt geadopteerd door de maatschappij dan dure medicijnen, kunnen dus relatief goedkope apparaten ons leven helpen verlengen. Daarmee kan de zorg goedkoper worden en wellicht krijgen we wel een verplichting vanuit de verzekeraar om zo’n ding aan te schaffen.
Naast de wearables ontwikkelt de farmaceutische industrie hoe langer hoe meer medicijnen, die het effect hebben dat we later overlijden aan ziektes, of zelfs de ziekte geneest. Vaak zie je het als bericht in het nieuws met chocoladeletters: nieuw middel gevonden tegen bijv. kanker. Niemand wil kanker, dus iedereen is blij met dit bericht. Lees je het bericht verder door, dan blijkt dat men inderdaad een effectief middel heeft ontwikkeld, dat het nog jaren duurt eer het op de markt komt en dat het bovendien erg kostbaar zal worden, omdat men 25 jaar onderzoek heeft gedaan en die kosten er eerst uit moeten, voordat het middel kan worden opgenomen in de reguliere medicijnenverstrekking. Mooi bericht als je juist deze ziekte hebt. Een worst voorhouden, die nooit bereikbaar wordt.
Met al deze mooie uitvindingen stijgt de levensverwachting maar ook de kosten van de zorg gestaag.
Een ethisch vraagstuk hierbij is: Wanneer stop je met investeren om een mens ouder te laten worden?
Zolang ik nog geestelijk gezond ben, me blij of nuttig voel, niet echt pijn heb en niet tot last van mijn omgeving ben, zal ik blij zijn dat de medische zorg bereikbaar is om mijn kwaliteit van leven op peil te houden. Maar als ik eenzaam ben, mijn omgeving mij liever kwijt is als rijk en ik dagelijks hoop dat ik de volgende dag niet meer wakker word, is het alarmsignaal van mijn smartwatch het startsein voor nogmaals enkele jaren van ellende.
Doctoren, die de Nederlandse variant van de eed van Hippocrates hebben afgelegd hebben plechtig beloofd dat ze het belang van de patiënt voorop stellen en zijn opvattingen zullen eerbiedigen, maar ook dat ze de patiënt geen schade doen. Dus enerzijds zouden ze de doodswens van een patiënt moeten eerbiedigen, maar doordat ze de patiënt geen schade mogen doen, kunnen ze ook niet ingrijpen. Het duivelse dilemma, waardoor artsen kunnen worden vervolgd als ze niet zeer zorgvuldig hebben gehandeld bij een euthanasieverzoek. Als je een huisdier hebt, dat je heel dierbaar is, en je weet dat het beest zwaar lijdt en de kwaliteit van het leven van het dier niets meer gaat voorstellen, dan laat je het dier inslapen. Dan ben je daarna verdrietig vanwege het verlies, maar ook opgelucht dat het beest uit zijn lijden verlost is. Zover zijn we bij mensen nog lang niet, zelfs als de mens zelf aangeeft dat het genoeg is geweest.
Het verlengen van onze levensverwachting heeft grote gevolgen voor de maatschappij. Nu ziet het er al naar uit dat we op basis van onze huidige manier van leven in 2040 al 3-4 jaar ouder worden, afgezien van nieuwe ontwikkelingen.
Wat feitelijk is dat de periode dat men actief financieel bijdraagt aan de maatschappij in verhouding tot de levensverwachting totaal kleiner wordt. Ging men in 1930 met 14 jaar werken, dan stopte men zo rond de zestig en had je dus 46 jaar bijgedragen aan pensioenopbouw, belastingen etc. Vervolgens leefde je nog zo’n 20 jaar nadat je met werken was gestopt. Door politiek ingrijpen -Vader Drees – leefde je dan vaak op een minimaal AOWtje. Vrouwen werkten vaak alleen thuis en bouwden dan helemaal niets op. Vrouwen bleven meestal gemiddeld nog 5 jaar langer leven. De kosten van levensonderhoud waren van te voren uit te rekenen en daardoor ook te verrekenen in de sociale bijdrage van het werkende volk. Iemand die in 1960 is geboren, is veelal later gaan werken, gemiddeld ongeveer met 19 jaar, en zal om de kosten van de AOW alleen al op te vangen, tot minimaal zijn 67e moeten doorwerken. Ga ervan uit dat het in de praktijk 65 jaar wordt en hij –en inmiddels ook zij- hebben beiden net als hun grootouders ongeveer 46 jaar gewerkt en fiscaal bijgedragen, maar dan wel met twee. De opbrengst van dit tweede inkomen is nu nodig om de explosief gestegen zorgkosten te dekken. Want als je ouder met pensioen gaat, kom je ook eerder in de periode dat je iets gaat mankeren. Als je een grafiek los zou laten op de gemiddelde zorgkosten gedurende het leven van een mens, dan is 90% hiervan in de laatste jaren van het leven. En als we dus in staat zijn onze levensverwachting te verlengen komen we ernstig tekort in de financiering van zowel levensonderhoud als zorg.
De politiek denkt dit op te lossen door mensen langer te laten werken, maar in de praktijk betekent dit dat oudere, dure medewerkers jongeren in de weg gaan staan op de krimpende arbeidsmarkt. Want door digitalisering, robotisering en automatisering wordt de vraag naar mensen op de arbeidsmarkt steeds kleiner. Of we moeten met zijn allen in de verzorging gaan werken –als daarvoor ook geen robotten komen.
En omdat de ouder wordende generatie vaak alleen is en minder familie heeft, is de mantelzorgoplossing waar men nu ernstig op appelleert slechts een marginale oplossing voor het zorgprobleem. Het gevolg is dat langdurige eenzaamheid het grootste probleem gaat worden bij ouderen. De kosten stijgen explosief en er zijn te weinig reserves opgebouwd om deze op een fatsoenlijke manier te kunnen dekken. De kwaliteit van het leven zakt met de dag. Maar dood gaan doe je niet.
En zelf heb je niets te vertellen wanneer je het wel genoeg vindt. Want al breng je een tattoo aan op je voorhoofd: ik wil dood, dan nog gaan ze je reanimeren bij een hartstilstand. Want de medische wereld staat in dienst van het verlengen van mensenlevens.
De zelfbeschikking over het leven zou veel eenvoudiger moeten zijn zonder een ethisch schuldcomplex bij artsen weg te leggen. Een niet eenvoudig vraagstuk maar met het wegkijken hiervan lossen we dit niet op. Het probleem wordt alleen maar groter.
Rest in Peace.