Langzaam zie je dat, als je zo tegen de zestig loopt, je heel duidelijk in het derde en laatste deel van het leven komt. Het deel waar de slachtoffers vallen. Je wordt strammer, slomer, moet langer nadenken voordat je een beslissing neemt. En één ding is zeker: dit wordt niet echt beter. Ook zie je dat er veel in je omgeving zijn die minder geluk hebben gehad dan jij. Kende ik 10 jaar geleden nauwelijks iemand van mijn leeftijd die was overleden, nu word ik daar toch enkele keren per jaar mee geconfronteerd.
En langzaam zie je dat ook op je werk ineens tot de oudsten behoort en je daar gezien wordt als een dinosaurus, ook omdat je in de herinnering van de collega’s er altijd al was. Je hoort jezelf vaak –tot mijn eigen schrik- in de verleden tijd praten. Wil je met je veel jongere collega’s over muziek praten, dan zeggen de coryfeeën van de jaren 60 en 70, die in jouw ogen toch echt dé muziek van de afgelopen eeuw maakten, ze helemaal niets meer. Veel van die destijds goede artiesten zijn ondertussen nog 10 of 15 jaar ouder als ikzelf en ze vallen nu ook met bosjes om. Als ze nog toeren is het publiek grijs of kaal en de prestaties van deze oudjes zijn vaak maar zeer matig. Puur uit nostalgie, of omdat je destijds in hun topperiode niet vroeg genoeg bij de VVV voor de deur lag – of destijds geen geld had – heb je de groep of artiest destijds gemist. Nog even inhalen nu het nog kan. Vaak een teleurstellende gebeurtenis.
Ook bij andere culturele activiteiten begin je een outcast te worden. Een publiek om je mening nog te delen over je belevenissen is nog nauwelijks te vinden. Doordat we kinderloos zijn gebleven heeft ons leven zich heel anders voltroken dan van mijn jeugdvrienden. Die hebben nadat ze zijn getrouwd een kroost gekregen en hebben daarna de culturele focus geheel op dit jonge spul gericht. Het is vaak moeilijk om met mijn oude kennissen op dit terrein weer op één lijn te komen, nu ik ze weer vaker tegenkom, nadat hun kinderen de deur uit zijn.
Jaren hebben we popfestivals bezocht en in een tentje op festivalcampings geslapen. De laatste keer gingen we na twee van de drie dagen gesloopt naar huis.
Ook de smaak van de jongelui dacht ik nog lang te kunnen volgen, maar helaas: de laatste jaren begrijp ik hier ook niet veel meer van. Ik wil zeker niet zeggen dat vroeger alles beter was, maar bijvoorbeeld populaire hiphop, waarbij het ritme en de muziek uit een elektronisch doosje komt, en de discriminerende en seksistische teksten in onbegrijpelijke rijmelarij-straattaal door een gesjeesde VMBO-er in ééntonig gebrom wordt overschreeuwd, trekt mij helemaal niet. Ook begrijp ik niets van het ondertussen bijna aanvaarde gevaarlijke drugsgedrag van jongeren. Is de wereld zo uitzichtloos dat je jezelf buiten de wereld wil sluiten?
Wat is er toch mis?
Er is een transitie bij mij aan de gang. Sommige mannen hebben dit rondom hun 45e en noemen ze de midlifecrisis. Daar heb ik niets mee gehad. Ik deel bijna alles, dus ook mijn leven in drieën en niet in vieren. Als je alles in vieren deelt is de wereld na twee kwarten op de helft; half vol of half leeg. Het dramatische op de helft van je leven is, dat je denkt je jeugd nog te kunnen rekken door rare dingen te doen, zoals een tweede leg of een motor kopen. Als je daaraan niet meedoet en je leven dus, zoals ik, in drieën deelt, is er pas een overgang na 2/3 deel en dan is het glas al lang niet meer halfvol. Dan is duidelijk dat een weg terug onmogelijk is. Je moet nu gaan bepalen hoe de rest van je leven verder wordt ingevuld. Doorgaan in het tempo waarmee je nu door het leven gaat? Kun je dit nog volhouden? En als ik dat zou willen doen: wat moet ik er voor opbrengen en vooral voor laten? Hoe gaat mijn oude dag eruit zien? Hoe lang wil, moet en kan ik nog werken? Hoe lang blijf ik gezond? Hoe houd ik mijn relaties levend? Heb ik nog een bucketlist, en zo ja wat staat erop? Wil ik de hele wereld nog zien of wacht ik tot ik via virtuel reality de wereld naar mij toe kan halen? Waar doe ik het allemaal voor? Ik weet het eigenlijk niet.
Maar voor mij staat vast dat ik de komende tijd keuzes moet maken. Keuzes waardoor ik het rusteloze gevoel kwijtraak. De generatie boven me is aan het wegvallen. Mensen waar ik veel mee optrok en van heb gehouden worden oud en ziek en sterven. Niet lang meer en je behoort zelf tot de groep die niemand meer voor zich heeft.
Een aantal jaren geleden vertelde een trendwatcher mij het verhaal van de vier stadia van het leven: verzorgd worden, leren, werken en genieten. Vroeger was dit de vaste volgorde: deze vier zaken zijn een kwart slag gekanteld. Je zult al deze vier fasen parallel gaan beleven en niet meer in deze vaste volgorde. Was een kind van 1,5 tot niets toe verplicht, nu moet het al leervermogen ontwikkelen om zijn tablet te bedienen. Werken moet je als je leerplichtig bent, wil je mee blijven doen met de trends en niet tot je middelbare leeftijd in de studieschuld zitten. Genieten moet je ook vanaf dag één. Wacht niet tot het te laat is. Misschien haal je de pensioenleeftijd niet eens. Of je kan daarna niets meer. Verzorgd worden krijgt een andere status. Niet alleen als je kind of kinds bent, maar ook terwijl je studeert of werkt. Ander type zorg, bijvoorbeeld door het actief ontwikkelen van vaardigheden of coaching. En ook leren en werken zal je je hele leven moeten doen. Dat wil niet zeggen dat de intensiteit van deze vier stadia in elke levensfase gelijk is, maar de oorspronkelijke sequentiële volgorde is weg.
Ik herken dit bovenstaande sterk en ben nu op een punt om de verdeling van deze vier stadia op te schudden.
Naar mijn idee heb ik alle kaarten nog zelf in handen, maar ik ben wel aan zet om mijn eigen spel nog naar mijn hand te zetten. Dat kost energie en betekent keuzes maken. Ben benieuwd hoe ik hier uit kom.