Een boete van €230,00 krijg je als de politie je betrapt met een telefoon aan je oor, rijdend in de auto. Groot gelijk dat ze je bestraffen, omdat met een telefoon in je handen adequaat handelen ernstig wordt bemoeilijkt. Die boete geeft de politie vooral, omdat je door de afleiding verkeersongelukken kan maken. 230 euro is een forse boete, waardoor lijkt alsof het de overheid menens is, dat we geconcentreerd auto blijven rijden.
Overigens ben ik van mening dat boetes in de praktijk weinig helpen, want iedereen die men snapt met een telefoon aan zijn oor weet van tevoren dat hij risico loopt op een forse bekeuring. Dus weegt de chauffeur in een split-second af wat de trefkans is en de verleiding van het te voeren gesprek –of nog erger- het lezen en reageren op berichtjes. Door de smartphone op te pakken heeft de verleiding het gewonnen van de trefkans.
Append –nieuw Nederlands werkwoord- zal je me nooit aantreffen in de auto. Appen is –in tegenstelling tot bellen- een vorm van asynchrone communicatie. Dat wil zeggen dat je niet direct hoeft te antwoorden. Je kunt zelf een moment kiezen wanneer je het appje gaat lezen. De verzender kan tegenwoordig in de belangrijkste berichtentoepassing “What’s App”, wel zien wanneer je het bericht hebt gelezen. De dubbele vinkjes achter het bericht geven dit aan. Daar is ook al ophef over geweest, want als die dubbele vinkjes achter zo’n berichtje staan en er is geen direct antwoord gekomen, dan tel je als verzender blijkbaar niet mee. Een ongekende roep om instante aandacht zorgt ervoor dat de ontvanger zich psychologisch gedwongen voelt om ook meteen te reageren. Daarmee lijkt what’s app meer op een synchroon communicatiemiddel. Bij mij werkt dat niet. Ik ben nog uit de tijd dat telefoons aan een huis vastgeklonken zaten en berichtjes uitsluitend via briefkaarten door de brievenbus gleden. En een briefkaartje versturen deed je niet gauw, want dat kostte veel tijd om te schrijven, was duur in portokosten en het was ongewis wanneer je antwoord zou krijgen. In mijn jeugd was er dus nog geen sprake van een tsunami aan communicatieprikkels, die nu via het internet en door de smartphone over ons wordt uitgestort. De drang om direct te antwoorden op een appje kan ik moeiteloos onderdrukken.
Maar bij onze digital natives ligt dit anders. Zij zijn gewend om altijd en overal bereikbaar te zijn en continu als een radartje in een machine te opereren. Ze doen het zelf en verwachten dit ook van hun omgeving. Het versturen van elektronische berichtjes is bovendien veel goedkoper dan een ellenlang telefoongesprek voeren, waarmee ook geld een rol speelt. En jongeren hebben daar meestal een chronisch gebrek aan.\
Praten en sturen tegelijk is geen probleem. Tenminste dat vind ik. Ik rijd al een kleine 40 jaar auto en vind het alleen maar prettig als ik tijdens de autorit nog wat kan praten. Dat houdt mij scherper dan wanneer ik alleen in de auto zit en enkel de radio heb aanstaan. De kans dat ik in slaap zal vallen als iemand me belt in de auto of tegen me praat is uitgesloten. Het handelen in het verkeer is zodanige routine dat dit vanzelf gaat. Alleen bij onbekende afslagen of kruisingen onderbreek ik de gesprekken, zodat ik 100% focus heb op de weg. Dit is een heel natuurlijk proces en verlaagt de kans op brokken. De roep om zelfs handsfree bellen te verbieden vind ik totale onzin en totaal doorgeslagen. Zeker nu de file weer populair wordt zou zo’n maatregel de economie behoorlijk kunnen schaden.
Maar appen in de auto of zelfs op de fiets is een ander verhaal. Blind typen op een beeldschermpje van pakweg 3 inch is ondoenlijk, al verbaas ik me over de soepelheid en snelheid waarmee vooral meisjes en jonge vrouwen berichten op hun smartphone wegtikken. Als je een berichtje typt, moet je de vingers gebruiken en ook op het schermpje kijken. Dat kan niet in combinatie met sturen en deelnemen aan het verkeer. Het gebeurt echter heel veel. In Nederland gebeuren tal van ongelukken met fietsers, die onderweg doodleuk hun app-administratie aan het bijwerken zijn. Een roep vanuit o.a. de busondernemingen om maatregelen te treffen, krijgt geen gehoor bij onze minister. Die houdt niet zo van regels in het verkeer. Want regels moet je handhaven en een appende fietsbestuurder kun je blijkbaar niet op dit gedrag aanspreken. En dit terwijl bewijslast en daarmee handhaving veel eenvoudiger is dan bij autobestuurders. Wat doe je als politieagent? Je maakt een foto, je houdt de fietser aan; je schrijft een boete uit van €230,00 euro en laat de fietser weer gaan. Kassa en direct een forse les voor de fietser.
Waarom kan een verbod op appende fietsers in Nederland niet en in Duitslands en België wel? Nederland is een fietsland en het aandeel appende fietsers zal gestaag toenemen als hier geen actie op wordt ondernomen. Elk jaar dat een verbod op appen op de fiets wordt uitgesteld zal tot extra verkeersdoden en –gewonden leiden. In mijn ogen zijn die indirect voor rekening van minister Schultz-van Haegen. En met twee kinderen van rond de tien jaar zou je als minister-moeder toch ook een extra stok achter de deur willen hebben om dit gevaar te laten inzien? Alleen daarom al.